Column

Column: Koolstofarme opschaling

DuurzaamheidKlimaateconomieKlimaatbeleidEnergietransitieSocial impact

Het lijkt een haalbare optie. Soms zal het her-en-der hardnekkig nog blijven dooretteren, maar per saldo neemt de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen verder af. We zitten op de goede weg. Maar dan is de vervolgvraag: Is Nederland over 26 jaar echt klimaatneutraal? Is het te doen en hoe gaat het pad richting 2050 verlopen? Uit diverse studies blijkt dat deze complexe klimaatpuzzel moeilijk valt te leggen. De randen van de puzzel zijn klaar, maar aan de rest gaan we nog een hele kluif hebben. Maar het goede nieuws is dat er geen puzzelstukjes ontbreken.

Lessen uit het verleden

Het gaat zeker geen eenvoudige opgave worden. Het verschil tussen het niveau van de uitstoot van broeikasgassen in 2023 en het gewenste niveau in 2030 en verder naar 2050 is nog groot. Maar dat geldt niet alleen voor Nederland. Als we een mondiale ranglijst maken van de uitstoot van CO2 – één van de belangrijkste broeikasgas – dan komt Nederland uit op positie 34. Daarmee heeft Nederland een aandeel van ongeveer 0,5% in de mondiale uitstoot van broeikasgassen. Het blijft daarmee in schril contrast staan met de grootste uitstoters van broeikasgassen: China, de VS en India. Deze drie landen hebben gezamenlijk een aandeel van bijna 50% van de mondiale uitstoot van broeikasgassen. Ondanks dat ons aandeel relatief klein is, is het geen reden om het hele klimaatprobleem onder het tapijt te vegen. Nederland is een open economie en haar economische tentakels reiken over de hele wereld. Daarmee wint het klimaatvraagstuk aan relevantie.

In 2018 maakten wetenschappers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor onderzoek der Zee (NIOZ) en de Universiteit Utrecht bekend dat zij erin geslaagd waren om 500 miljoen jaar lange geschiedenis van CO2 in kaart te brengen. Eén van de conclusies was dat de CO2-concentraties in de atmosfeer niet eerder zo snel waren gestegen als tijdens de afgelopen eeuw. Dit komt terug in de historische datareeksen. Uit die reeksen wordt duidelijk zichtbaar dat de uitstoot van broeikasgassen pas echt op gang is gekomen met de aanvang van de industriële revolutie. Die revolutie vindt zijn oorsprong in het VK, waar de industriële activiteit in het midden van de 18e eeuw op stoom begint te komen. En met die groei van de industrie neemt langzaamaan ook de uitstoot van broeikasgassen toe. Nederland is een echte industriële laatbloeier. De revolutie bij ons kwam pas een eeuw later op gang dan in het VK.

Haalbare opgave

De totale Nederlandse uitstoot van broeikasgassen is een som van emissies uit economische activiteit in (private en publieke) sectoren en die van particuliere huishoudens. Huishoudens hebben een aandeel van 16% in de totale uitstoot, de rest komt voor rekening van economische activiteiten. In de periode 1990 tot en met 2008 is de totale uitstoot van broeikasgassen per saldo toegenomen. Na de financiële crisis in 2008 en 2009 zien we nog een piek in de broeikasgasemissies in 2010 door sterk economisch herstel na de crisisjaren. Daarna ontstaat langzaam een meer neergaande trend in de broeikasgasemissies in Nederland. In 2020 nemen de broeikasgasemissies scherper af, wat vooral komt door de afname in economische activiteit door de coronacrisis en de lockdowns.

Als we lineaire lijnen trekken vanaf eind 2023 richting het 2030- en 2050-doel, dan wordt de opgave om de uitstoot te realiseren pas echt duidelijk. Om van de energietransitie een succes te maken is het van belang dat alle sectoren – van industrie tot transport, landbouw en energievoorziening – de uitstoot van broeikasgassen sneller te verminderen in de komende jaren. Het betekent een opschaling van het aantal koolstofarme technologieën in zowel de private als de publieke sectoren. Het geheel vraagt om een georkestreerde aanpak in die sectoren, waarbij de overheid met haar stimulerend en ondersteunend beleid de dirigent is. Gerichte klimaatmaatregelen en ook transparant klimaatbeleid zijn op de korte termijn nodig. Als het bedrijfsleven ook voor een ambitieuze klimaataanpak kiest, dan kunnen het zomaar geen onrealistische klimaatdoelen worden.

Deze column heeft op 19 februari in de Financiele Telegraaf gestaan