Column

Column: Schrootmeester en topreparateur

DuurzaamheidIndustriële metalenKlimaateconomieKlimaatbeleidEnergietransitieSocial impact

Als je ergens in uitblinkt, dan heb je onderscheidend vermogen. Dit geldt ook voor landen. China is bijvoorbeeld de fabriek van de wereld, New York en London zijn de financiële centra van de wereld, Oekraïne is de graanschuur van de wereld en ook Brazilië en India behoren tot de grootste mondiale agrarische krachtpatsers. Natuurlijk schitteren ook veel Europese landen in sommige sectoren. De Europese Commissie (EC) wil echter van het hele Europese blok vooral een schrootmeester maken en ze heeft ook nog eens een reparatieplan opgetuigd, die de EU op de kaart moet zetten.

Recht op reparatie

De keuze voor duurzaam staat vaak niet op de eerste plaats. Ik maak mij er ook schuldig aan. Ik koop vaak liever een nieuw apparaat, dan het kapotte of bijna afgeschreven apparaat te laten repareren. Misschien is het mijn vooroordeel, maar het is gedoe. Ik denk dan bovendien dat de reparatiekosten dusdanig hoog zullen zijn, zodat ik beter een nieuwe versie kan aanschaffen. Dit geldt denk ik niet alleen voor mij. Er moet dus nog veel gebeuren om ons consumentengedrag hierin te veranderen. Daarom wil de EC dat iedere consument het recht krijgt om elektrische apparaten te laten repareren. Het komt erop neer dat als je toch een nieuw elektrisch apparaat koopt, dat je daarna vijf tot tien jaar recht hebt op reparatie ervan, mocht het onverhoopt stuk gaan. Dus dan is er minder discussie over aflopende garantietermijnen en onderdelen die niet meer gemaakt worden. Zo neemt de afvalberg af en daalt de CO2-uitstoot, is althans de gedachte achter het plan. Bovendien is er minder behoefte aan toch al schaarse grondstoffen voor het maken van al die nieuwe apparaten. Maar het ligt denk ik niet alleen aan consumenten. Wat denk ik ook goed zou werken, is als producenten van elektrische apparaten van meet af aan kwalitatief goede producten maken die langer meegaan. Het voorstel voorziet daar deels ook in, zo lijkt. Want welke producent wil nog producten verkopen die steeds terug worden gestuurd? Het einde van de elektrische kiloknallers is nabij, hoop ik.

Groot in schroot

De aandacht voor schroot (maar ook herbruikbaar afval) is groot. De waarde ervan neemt namelijk toe. En dan bedoel ik niet in euro’s, maar vooral in termen van waarde voor de maatschappij. Het is een steeds belangrijker onderdeel van de waardeketen en heeft zijn sporen verdiend in de circulaire economie. Niet gek dus dat de EC Europa leidend wil maken op het gebied van secundair materiaal. Schroot is en blijft hierbij een cruciale grondstof. Het is een onmisbaar ingrediënt om alle Europese ambities waar te maken. Door gebruik te maken van schroot – van goede kwaliteit – is bovendien veel minder energie nodig. Ook wordt waardevernietiging tegen gegaan. Hergebruik en recycling blijven daarom belangrijk en gaan een grotere rol spelen. Het probleem is echter dat het aanbod van schroot erg grillig en onvoorspelbaar kan zijn. Bovendien schiet ook de verwerkingscapaciteit van schroot in Europa nog tekort om van de EU een echte mondiale leider in schroot te maken.

Onderscheidend vermogen EU

Het betekent allemaal een snellere overgang naar meer recycling en hergebruik, ten faveure van het milieu. Maar hier speelt ook een strategisch belang een grote rol. Want voor heel veel grondstoffen is het Europese continent teveel afhankelijk van niet-EU leveranciers. Denk bijvoorbeeld aan de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen voor onze industriële processen. De EU is daarbij erg afhankelijk van China. Ook daar heeft de EC echter een plannetje voor gesmeed. Met de onlangs gepresenteerde Wet kritieke grondstoffen wil zij de toekomstige aanvoer veiligstellen. Zo moet onder andere tegen 2030 zo’n 15% van het jaarlijkse verbruik van kritieke grondstoffen in de EU afkomstig zijn van recycling. Dit wil zij bereiken door onder meer de vergunningsprocedures te versnellen voor belangrijke recycleprojecten. De sector zelf is sceptisch over de haalbaarheid van het plan. Dat geldt voor veel EU-ideeën. En zo blinkt de EC uit in het maken van nieuwe plannen.

Deze column heeft op 3 april 2023 in de Financiele Telegraaf gestaan