ECB waarschijnlijk klaar met renteverlagingen


Groei in de eurozone in het 2e kwartaal ongewijzigd op 0,1%; We hebben onze verwachting voor de ECB aangepast en verwachten nu dat het renteniveau gelijk blijft op 2%.
Eurozone 2e kwartaal groei ongewijzigd op 0,1%; solide consumptie compenseert waarschijnlijk tariefschok
De 2e schatting van het bbp in Q2 werd vanmorgen gepubliceerd, en het groeicijfer bleef ongewijzigd ten opzichte van de 1e schatting op 0,1% k/k. De uitsplitsing naar subcomponenten is nog niet beschikbaar. Als we kijken naar de neerwaarts bijgestelde industriële productiecijfers in mei en zwakke cijfers in juni lijkt de netto-uitvoer neerwaarts te zijn bijgesteld vanwege het wegvallen van de steun door ‘frontloading’ uit de VS. Hiertegenover stond juist een sterke consumptie. De volledige details van het bbp-cijfer worden gepubliceerd bij de 3e schatting van het bbp op 5 september. Onze nieuwe groeiramingen publiceren we in onze Global Monthly-publicatie van volgende week.
ECB “in een goede positie” – we verwachten geen verdere renteverlaging
Ondanks de Amerikaanse tariefschok ontwikkelt de economie van de eurozone zich veerkrachtig. Dit geeft ruimte aan de ECB om een meer afwachtende houding aan te nemen. Dit is ook de lijn die Lagarde veelvuldig heeft verkondigd; ‘de ECB bevindt zich in een goede positie’. Wij denken daarom dat de ECB haar belangrijkste rentetarieven de komende maanden ongewijzigd zal laten. Het depositorentepercentage staat nu op 2%. Dit is een wijziging ten opzichte van onze eerdere verwachting. Toen gingen wij er van uit dat er nog 50 basispunten aan renteverlagingen zouden komen in het derde en vierde kwartaal. Deze verwachting was gebaseerd op de vooruitzichten voor een langdurige periode van inflatie onder de ECB-doelstelling van 2%, die mogelijk verder zou worden verlengd door dalingen van de olieprijs, een sterke euro en wereldwijde prijsdeflatie van goederen. Echter, de recente communicatie van de Raad van Bestuur van de ECB suggereert dat men bereid is hier doorheen te kijken, op basis van de verwachting dat de inflatie uiteindelijk in 2027 terugkeert naar de doelstelling van 2% van de ECB.
Bovendien, zelfs als de periode van desinflatie langer aanhoudt dan momenteel verwacht, zal de ECB waarschijnlijk vasthouden aan de aanname dat de inflatie uiteindelijk terugkeert naar de doelstelling. De uitzondering is als er een significante groeischok zou optreden, waardoor de economie in de eurozone sterker verzwakt dan de ECB momenteel voorziet in haar eigen ramingen. Natuurlijk, gegeven de Amerikaanse invoerheffingen - die boven het huidige basisscenario van de ECB liggen, zowel voor de EU als de rest van de wereld - is dat een duidelijk risico. Echter, expansief begrotingsbeleid vanuit Duitsland zal in toenemende mate de negatieve effecten op handelsgebied van invoerheffingen compenseren. Het is belangrijk op te merken dat de ECB in haar groeiraming van juni slechts een bescheiden impuls vanuit begrotingsbeleid heeft opgenomen, en de ECB-economen zullen deze in de nieuwe raming in september waarschijnlijk flink ophogen. In ons eigen basisscenario zien we de groei terugkeren tot een trendniveau later in 2025 en in 2026. Onderliggend zien we een sterke rem op de netto-uitvoer die steeds meer wordt gecompenseerd door de impuls vanuit begrotingsbeleid, met name in Duitsland. Op basis van deze groeiramingen verwachten we daarom nu dat de ECB de belangrijkste rentetarieven in onze ramingshorizon gelijk houdt. De verandering in de visie van de ECB impliceert op zichzelf een iets hogere EUR/USD-valutaraming, maar de huidige onzekerheid rond het rentepad van de Fed betekent dat we onze valutaraming voorlopig ongewijzigd laten.