Column

Statiegeld als blikvanger

DuurzaamheidKlimaateconomieKlimaatbeleidEnergietransitieSocial impact

Vóór mijn recente verhuizing woonde ik vlakbij het NS station van Alkmaar. Ik ergerde me daar keer-op-keer mateloos aan het zwerfafval op straat. Papieren hamburgerverpakkingen, (vaak kapotte) flesjes, lege blikjes, veel plastic in allerlei varianten en daarnaast een grote hoeveelheid uitgespuugde kauwgom (nog zo’n irritatie). De ergernis werd me teveel. Elke keer als ik door de straat liep nam ik in ieder geval de grootste troep mee (zoals de blikjes, flesjes en de grotere verpakkingen), om ze daarna te dumpen in de afvalbak. Ondanks de goede bedoelingen nam de berg zwerfafval alleen maar toe, zo leek het. Daar moet nieuw beleid een einde aan maken.

Strijd tegen zwerfafval in Europa

Bij de Europese Commissie (EC) worden verpakkingen gezien als de ‘belangrijkste zorg voor het milieu’. Volgens de EC zijn verpakkingen in de afgelopen jaren veel sneller gegroeid dan het bruto nationaal inkomen, met ‘meer CO2- en andere emissies en overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen, verlies aan biodiversiteit en vervuiling’ tot gevolg. Een verder uitbreiding van het beleid om dit tegen te gaan is dan verdedigbaar. En daarin gaat de EC ver. De EC wil dat de EU-landen tegen 31 december 2025 minimale recyclingdoelstellingen voor verpakkingsafval (naar gewicht) van 50% voor plastic, 25% voor hout, 70% voor ferrometalen en glas, 50% voor aluminium en 75% voor papier en karton. Richting 2030 nemen deze percentages verder toe.

Duitsland is in Europees verband voorloper en trendsetter. Daar werd rond 2002 statiegeld ingevoerd op plastic flessen en ook op blikjes, ofwel pfand. In geen enkel ander EU-land bestond toen nog statiegeld op deze manier. De Duitse ervaringen van twee decennia pfand-systeem zijn nu nog interessanter geworden voor veel andere EU-landen. Want steeds meer EU-lidstaten zijn van plan om binnenkort over te stappen op een statiegeldsysteem voor plastic flessen en blikjes.

Runner-up Nederland

In 2021 is volgens het Afvalfonds Verpakkingen inmiddels al zo’n 80% van de verpakkingen in circulatie gerecycled. Dat is ruim boven de Nederlandse doelstelling van 70% en ook boven de EU-doelstelling van 65% in 2025. Met onze recyclecijfers staan we op plek in Europa twee, vlak na België. Al-met-al bemoedigende recycleresultaten. Volgens veel schattingen verdwijnt echter nog steeds zo’n 50 miljoen kilo afval jaarlijks op straat of in de natuur. Hier kan statiegeld helpen.

Statiegeld kent in Nederland een lange geschiedenis. Zo maakte de Nederlandsche Staatscourant er in de 19e eeuw al melding van. Eén van de eerste berichtgevingen hierover dateert van 24 maart 1886. Het bestuur van de Vereeniging ‘De Streek’ – ter bevordering van de afzet van vroege aardappelen en andere land- en tuinbouwproducten – uit Bovencarspel (toen nog met een ‘c’) meldt dat ‘… aan koopers van manden of zakken statiegeld wordt bedongen, opdat verloren geraakte exemplaren op die wijze kunnen worden vergoed’. Een waardevol systeem dus, met een economische drijfveer. Maar dat is ondertussen naar de achtergrond verdwenen.

Statiegeld op glas is bij ons een oude bekende. Statiegeld op plastic flessen bestaat alweer sinds 1 juli 2021. Dit heeft vooral een ecologische achtergrond, aangezien teveel plastic rondslingert. Vanaf 1 april 2023 is er een landelijk dekkend statiegeldsysteem actief op metalen verpakkingen (met minder dan 3 liter inhoud). Het doel van de maatregel is dat de circa 2,5 miljard blikjes die jaarlijks over de toonbank worden ingezameld en ook worden gerecycled. Want van die 2 miljard blikjes belanden er nu jaarlijks zo’n 150 miljoen in het milieu. Ik vrees echter dat zwerfafval een hardnekkig probleem blijft. In ieder geval gaan we met nieuwe statiegeldsystemen wat meer gecoördineerd de strijd aan. En hoef ik me hopelijk minder te ergeren als ik weer eens langs Alkmaar Centraal loop.

Deze column heeft op 5 december in de Financiele Telegraaf gestaan