SustainaWeekly - Het isolatieprogramma van de Nederlandse regering schiet tekort


In de SustainaWeekly van deze week beoordelen we het Nationaal Isolatieprogramma van de Nederlandse overheid. Aangezien de gebouwde omgeving verantwoordelijk is voor 15% van de totale uitstoot, is beleid om de transitie van deze sector te stimuleren belangrijk. Het isoleren van woningen is een goede eerste stap op weg naar duurzaamheid, maar ook het overschakelen op hernieuwbare energiebronnen en gedragsveranderingen zijn cruciaal. Wij concluderen dat de beschikbare middelen slechts een fractie zijn van de totale isolatiekosten.
Economie thema: Een belangrijk deel van de emissiereductiedoelstelling van de Nederlandse regering moet worden gehaald uit de gebouwde omgeving. De regering zet onder meer in op woningisolatie en stelt hiervoor middelen beschikbaar. De beschikbare middelen zijn echter slechts een fractie van de totale isolatiekosten. Bovendien kan de reductiedoelstelling voor 2030 niet alleen met isolatie worden gehaald..
ESG in cijfers: In een vast onderdeel van onze Weekly presenteren we enkele grafieken met de belangrijkste indicatoren voor ESG-financiering en de energietransitie.
Het isolatieprogramma van de Nederlandse regering schiet tekort
De regering heeft als doelstelling de emissie van broeikasgassen in Nederland te verlagen
De totale uitstoot, die in 2021 168 mton bedroeg, moet in 2030 zijn gedaald naar 100 mton
Een belangrijk deel van de emissiedoelstelling komt van de gebouwde omgeving
De uitstoot daarvan moet dalen van 25 mton in 2021 naar 10 mton in 2030 en nihil in 2050
De overheid zet onder andere in op woningisolatie en maakt hier de nodige middelen voor vrij
De beschikbare middelen zijn echter slechts een fractie van de totale isolatiekosten
Bovendien is de 2030-reductiedoelstelling niet te halen met alleen isolatie
Inleiding
Nederland heeft afgesproken de emissie van broeikasgassen te verlagen. De doelstelling is dat de Nederlandse emissies in 2030 tenminste 55% lager liggen dan in 1990. Dit betekent dat de uitstoot moet dalen van 168 mton in 2021 naar 100 mton in 2030. In haar beleid gaat de overheid zelfs uit van een daling van 60% naar 88 mton. Een deel van de reductie moet komen van de gebouwde omgeving, die verantwoordelijk is voor 15% van de totale emissies. Met name woningen staan bij beleidsmakers in de belangstelling. Particuliere huishoudens, waarvan woningen een significant aandeel hebben, nemen meer dan 70% van de uitstoot van de gebouwde omgeving voor hun rekening (). Dit betreft Isolatie van woningen is een goede eerste stap bij verduurzaming, temeer omdat andere verduurzamingsmaatregelen weinig zin hebben zonder woningisolatie.
Verduurzamen gebouwde omgeving Nederland
In de gebouwde omgeving moet de uitstoot terug van 25 mton in 2021 naar 10 mton (CBS) in 2030. Voor 2050 is klimaatneutraal het doel. Om daar te komen zijn er op hoofdlijnen vijf routes:
Elektrificatie (door o.a. elektrische of hybride warmtepompen, warmtepompboilers, elektrische boilers, airconditioning, elektrisch koken)
Energie-efficiency (door o.a. digitalisering, slimme verlichting, apparaten en regelsystemen)
Gedragsveranderingen (door o.a. educatie en bewustwording, andere consumptiepatronen en aanpassen gewoontegedrag)
Hernieuwbare energie (door o.a. bio-energie, zonnepanelen, benutten van restwarmte)
Gebouwenisolatie (door o.a. dak-, gevel-, vloerisolatie en dubbele beglazing)
Een ketenaanpak kan de transitie naar een klimaatneutrale gebouwde omgeving op weg helpen. Dit betekent een meer sectorbrede transformatie gedurende de hele levenscyclus van de gebouwde omgeving, waarbij eigenaren van de gebouwen, producenten van bouwmaterialen, installateurs, energiebedrijven en gemeenten intensief samenwerken en afstemmen. De overheid moet in deze ketenaanpak het smeermiddel zijn. Dit betekent dat zij zich committeren aan: duidelijke en transparante bouwcodes en energiestandaarden die voor langere tijd gelden, korte procedures rondom vergunningsverlening en voldoende financiële prikkels om het klimaatneutrale doel voor iedere eigenaar, gebruiker en bewoner bereikbaar te maken. Het Nationale Isolatie Programma (NIP) past in deze aanpak.
Het Nationale Isolatie Programma
Het NIP is een stimulans voor woningeigenaren om werk te maken van het verduurzamen van de woning. Iedereen die gaat verduurzamen krijgt op de een of andere manier te maken met dit programma. Het doel van het NIP is om met name de slecht geïsoleerde woningen versneld te isoleren in de periode tot en met 2030.
Binnen het NIP zijn vijf actielijnen voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Deze hebben betrekking op:
Een gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie
De verduurzaming van individuele woningen
De verduurzaming van de utiliteitsbouw
Gebruik van duurzame bronnen en infrastructuur
En het bevorderen van innovatie en uitvoeringscapaciteit in de bouw
Isolatie loopt als rode draad door de programma’s van het NIP. De ongeveer 4 miljard euro aan middelen die de overheid hier in totaal voor heeft gereserveerd komen vanuit de Prinsjesdagbegroting 2021 (514 miljoen euro), het coalitieakkoord (3,35 miljard euro), de regeling Investeringssubsidie voor duurzame energie en energiebesparing (ISDE) en 62,5 miljoen euro vanuit het klimaatfonds als extra investering voor het versnellen van de lokale aanpak NIP. Tot slot stelt het kabinet in 2023 en 2024 in totaal 300 miljoen euro beschikbaar voor het NIP om de kwetsbare huishoudens te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen.
Huidige woningvoorraad
Om te beoordelen hoe de middelen die het Rijk via het NIP vrijspeelt voor woningisolatie zich verhouden tot de totale investeringslasten, is het noodzakelijk zicht te hebben op de energetische kwaliteit van de woningvoorraad. Nederland telt volgens het CBS in totaal 8,1 miljoen woningen. Daarvan waren op 1 januari 2020 3,8 miljoen voorzien van een geldig energielabel. Het energielabel geeft aan hoe de woning scoort op het gebied van isolatie, wat voor installaties er gebruikt worden, of er een aardgasaansluiting is, wat warmtebehoefte is in de wintermaanden en hoe groot het aandeel hernieuwbare energie is. Hoe hoger het label, hoe lager het energieverbruik en hoe lager de emissies. In onderstaand figuur is te zien dat de meeste woningen energielabel C hebben.
Mogelijke resultaten van het huidige beleid
De overheid heeft als doelstelling 2,5 miljoen woningen te isoleren. De nadruk ligt daarbij op de slecht geïsoleerde woningen met energielabel E, F en G. Naar schatting vallen er ongeveer 1,5 miljoen woningen in deze categorie. De kosten van verduurzaming daarvan zijn beduidend hoger dan bij woningen met een hoog energielabel. Zo kost een G-label woning naar een A-label woning verbeteren gemiddeld 32.500 euro, terwijl dat bij een C-label-woning ongeveer 13.000 euro is. Woningen met E, F en G naar label A verduurzamen vergt in totaal zo’n 35 miljard euro en zal naar schatting een CO2-reductie opleveren van circa 1.5 mton, slechts een fractie van de totale opgave.
De gehele woningvoorraad naar label A verduurzamen komt op een investering van 100 miljard euro en leidt tot een CO2-reductie van 5 mton, nog altijd onvoldoende om de reductiedoelstelling in 2030 te halen. Daarvoor zijn verdere aanpassingen naar A++ en hoger nodig. Volgens het kost het 235 miljard euro om de woningvoorraad bijna energieneutraal te maken (BENG). Dat is gemiddeld 30.000 euro per woning (235 miljard gedeeld door de totale woningvoorraad), maar de variatie in kosten tussen woningen is groot, want de uiteindelijke lasten hangen sterk af van het gekozen alternatief voor gas. Hier komt bij dat de sterke vraag naar woningverduurzaming in combinatie met het gebrek aan vaklieden en materiaal tot forse prijsfluctuatie kan leiden.
Conclusie
Isolatie is een belangrijke en noodzakelijke stap bij verduurzaming van de gebouwde omgeving. Maar het is onvoldoende om de emissiedoelstelling te behalen. De bedragen die de overheid ter beschikking stelt, zijn slechts een fractie van de totale kosten. Per saldo vormen lagere energielasten de belangrijkste financiële prikkel voor woningeigenaren om hun woning te verduurzamen.