Sandra Phlippen: “Een wereld van ongekend heftige schommelingen en onzekerheden”


Het Economisch Bureau publiceerde deze maand zijn voorspellingen voor 2022. Hoofdeconoom Sandra Phlippen gaf afgelopen woensdag een toelichting tijdens een live webinar. We kijken met haar terug op het afgelopen jaar en vooruit naar het nieuwe. Welke invloed heeft de pandemie op onze economie? Waar gaat het heen met de inflatie? Wat doet de rente? Sandra praat ons bij over de economische topics van dit moment.
Sandra, als we een jaar geleden hadden geweten hoe de economie er nu voor staat, hadden we er dan voor getekend?
“Voor Nederland en Noordwest-Europa is 2021 een jaar van economisch herstel geworden, de groei was boven verwachting. Daar hadden we zeker voor getekend. Tegelijkertijd is er wereldwijd een grote kloof ontstaan tussen enerzijds arm en niet-gevaccineerd, zonder bedrijfssteun en met hoge werkloosheid en anderzijds rijk en gevaccineerd, met steun en nauwelijks werkloosheid.
Nu het jaar bijna voorbij is, worden we geconfronteerd met nieuwe economische onzekerheden die we niet zagen aankomen. We dachten een jaar geleden dat de pandemie nu achter ons zou liggen en dat het herstel rustig zou doorzetten. Maar de vaccins blijken minder goed te werken dan verwacht en we hebben een nieuwe virusvariant, omikron, waarvan de medische en economische gevolgen nog onduidelijk zijn. De oplopende inflatie is ook een bron van onzekerheid, dat komt er nog bovenop. En de oververhitting van de Amerikaanse economie is zorgelijk. Kortom, ondanks het economisch herstel leven we in een wereld van ongekend heftige schommelingen en onzekerheden.”
Wat heeft het afgelopen jaar ons geleerd?
“We hebben geleerd dat vaccinaties en overheidssteun aan bedrijven een economie behoorlijk overeind kunnen houden. Aan de vraagkant is de economie enorm flexibel gebleken. De consument is binnen no-time geswitcht van offline naar online, en ondernemers voorzagen in die behoefte. Dat laat zien hoe weerbaar onze economie is. Het aantal faillissementen is historisch laag, al moeten we dat vooral toeschrijven aan de overheidssteun. En die steun was royaal! In Nederland bedraagt de balanssteun aan bedrijven zo’n 28 keer desteun die tijdens de financiële crisis is uitgekeerd. Hoe lang we dat kunnen volhouden is moeilijk te voorspellen. Nederland heeft een gezonde overheidsbegroting en de rente blijft voorlopig laag, dus de omstandigheden om meer schuld aan te gaan zijn gunstig. Een harde les die we nu door omikron aan den lijve ervaren is dat niemand veilig is totdat iedereen dat is. Alleen je eigen mensen vaccineren heeft geen zin als varianten elders kunnen doorontwikkelen en in nieuwe gedaanten terugkomen.”
We gaan dus onzekere tijden tegemoet. Waarom is onzekerheid slecht voor de economie?
“Onzekerheid vertaalt zich in extra kosten en in minder investeringen en bestedingen. Transacties worden duurder als de omstandigheden onzeker zijn. Mensen gaan zich indekken, duurdere contracten opstellen en zich verzekeren. Bedrijven rekenen de extra kosten door in hun producten. Neem bijvoorbeeld de bouwsector, daar is zoveel onzekerheid in levertijden, prijzen van grondstoffen, de beschikbaarheid van personeel. Als een bouwbedrijf nietkan produceren of te laat levert lopen de klanten weg of weigeren ze te betalen. Zo’n bedrijf moet dus op zoek naar alternatieve leveranciers, gaat voorraden aanhouden, personeel werven – dat kost allemaal geld. Aan de aanbodkant van de economie zie je dat nu gebeuren.”
Jullie hebben verschillende scenario’s uitgewerkt voor 2022. Hoe zien die eruit?
“We hebben een basisscenario waarin omikron nog niet speelde. In dat scenario worden de economische beperkingen in 2022 afgebouwd en zet het herstel door in de eurozone. We verwachten ook dat de problemen aan de aanbodkant in de loop van 2022 gaan verdwijnen. De kosten voor energie en vrachtvervoer zullen niet verder stijgen. Naarmate de pandemie uit de samenleving verdwijnt, zullen consumenten weer een groter deel van hun inkomenbesteden in vrijetijdssectoren zoals de horeca, de cultuur- en de vakantiesector. Het gevolg is dat de vraag naar goederen zal afnemen, wat leidt tot minder prijsdruk.”
En de andere scenario’s?
“Omdat er meerdere onzekere factoren zijn, hebben we vier alternatieve scenario’s gemaakt waarin we het verband laten zien tussen de pandemie, de financieringsruimte en het klimaat. Die scenario’s gaan uit van extreme situaties: de pandemie houdt aan of verdwijnt, de financieringscondities worden streng of blijven ruim. Omdat we uitgaan van uitersten zijn diesituaties niet heel realistisch, maar ze laten wel zien hoe het één het ander beïnvloedt.”
Kun je met een voorbeeld laten zien hoe dat werkt?
“Stel, de pandemie houdt aan. Dat zou opnieuw leiden tot grote economische schade. De overheid moet dan weer fors financieel bijspringen. De bestedingen verplaatsen zich van de dienstensector naar de goederensector, en dat leidt tot verhitting aan de productiekant. Die verhitting kan weer leiden tot inflatie en – misschien – renteverhogingen. Wat betekentdat voor het klimaatbeleid? Door de financiële verkrapping is er minder ruimte voor groene investeringen, zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven. En door de pandemie zijn de prioriteiten van de overheid gericht op de korte en niet op de lange termijn – en dat is ook slecht nieuws voor het klimaat. Zo kun je op basis van uitersten verschillende scenario’s uitwerken.”
Hoe kijken jullie naar de oplopende inflatie?
“In Nederland is die voor het overgrote deel veroorzaakt door de stijging van de energieprijzen. Onze verwachting is dat die stijging niet doorzet omdat de energietekorten na de winter waarschijnlijk oplossen. Een andere oorzaak is het opengaan van de economie na de zomer. Dat zorgde voor een piek in de bestedingen waardoor het aanbod de vraag niet kon bijbenen. Omdat deze factoren van tijdelijke aard zijn, verwachten we dat de inflatie inNederland en de eurozone niet verder zal toenemen. In de Verenigde Staten is het een ander verhaal. We zien daar een oververhitting van de economie die de inflatie omhoogstuwt. In de VS is er ook een direct verband tussen inflatie en rentestijging, in Nederland is dat verband er niet want de beleidsrente wordt op basis van het Europese beeld bepaald.”
Dus de rente blijft laag in Europa?
“Voor 2022 en 2023 verwachten we geen stijging. De economie van de eurozone is nog niet hersteld van de coronapandemie en presteert daardoor nog niet zoals hij kan presteren. Daarbij moet je bedenken dat er grote verschillen zijn tussen de noordelijke en zuidelijke landen, want die laatste zijn economisch veel zwaarder getroffen door corona. Zolang de economie van de eurozone onder haar potentiële niveau presteert, zal de middellange inflatieonder de 2 procent blijven. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft dan geen reden om de rente te verhogen. Voor de ECB is de rente een beleidsmiddel waarmee je de economie kunt afkoelen als de inflatie te hoog is.”
Door de pandemie zijn er achterstanden ontstaan in het onderwijs. Is dat een risico voor de economie?
“Jazeker. Schooluitval heeft decennialang effect op iemands inkomen, en dat effect is ongelijk verdeeld. Kinderen van hoogopgeleide ouders krijgen betere begeleiding, bijvoorbeeld in de vorm van bijles. De bijlesindustrie zorgt in Nederland voor een steeds grotere tweedeling tussen kansrijke en kansarme kinderen. Dat is slecht voor de economie. Hoe beter mensen zijn opgeleid, hoe meer menselijk kapitaal een economie heeft om mee te groeien. Dat hoeft overigens niet per se een universitaire studie te zijn. Vakmensen in de techniek bijvoorbeeld met een praktische opleiding zijn van grote waarde. Bovendien is er het ‘verloren Einstein’-effect. Dat gaat over de ‘ruwe diamanten’ die door de tweedeling in het onderwijs minder makkelijk kunnen studeren en hun weg naar de top vinden. Het is belangrijk dat zulkekinderen wel de top van de samenleving kunnen bereiken, want zij zijn een voorbeeld voor anderen en dragen sterk bij aan de economische groei.”
Zie je nog positieve effecten van de pandemie voor de toekomst?
“Het momentum om de pandemie te gebruiken om door te pakken naar een groene economie zijn we inmiddels kwijtgeraakt. Dat vind ik persoonlijk een teleurstelling. Niettemin zien we nog steeds positieve effecten. Thuiswerken leidt bijvoorbeeld tot veel minder energieverbruik, ondanks het feit dat je thuis ook elektriciteit en warmte verbruikt. Ik hebdaarnaast een sterk vermoeden dat thuiswerken bijdraagt aan de arbeidskansen voor vrouwen, omdat zij minder reden hebben om parttime te werken. Veel moeders, en ook vaders, willen bijvoorbeeld graag thuis zijn als hun kind uit school komt. Als je kunt thuiswerken, is parttime werken daarvoor niet meer nodig.”
Tot slot, wat is jullie voorspelling voor de Nederlandse huizenmarkt?
“We verwachten dat de stijging van de huizenprijzen in Nederland zal afzwakken. Afgelopen jaar was er een stijging van 16 procent. Huizen worden daardoor voor steeds meer mensen onbetaalbaar, zodat de vraag zal afnemen. Ook de lichte stijging van de hypotheekrente en het beëindigen van de coronasteun zullen een dempend effect hebben op de huizenprijzen. En ook het nieuwe regeerakkoord bevat en aantal maatregelen om het aanbod te vergroten en de vraag te dempen. Dat kan de prijsstijging dempen, maar veel hangt af van de uitvoerbaarheid. De sterke stijging van de huizenprijzen zorgt in Nederland voor enorme ongelijkheid in vermogensopbouw. Dat is een zorgelijke ontwikkeling.”