Duurzaam staal blijft een traag verhaal
Het is een open deur. De productie van staal is vervuilend en dat daarbij veel CO2 en andere broeikasgassen vrijkomen. In 2021 werd er wereldwijd ruim 1,9 miljard ton staal gemaakt. Een historisch hoogtepunt in de mondiale output. Elke ton geproduceerd staal resulteert in gemiddeld genomen zo’n 1,9 ton CO2-uitstoot. Dat is dus ruim 3,6 miljard ton CO2 erbij. De staalindustrie is daarmee verantwoordelijk voor ongeveer 8% van de totale wereldwijde CO2-uitstoot. Gelukkig is de transitie naar meer duurzaam geproduceerd staal ingezet, hoewel dit nog steeds erg traag gaat.
Trage transitie naar duurzaam
Grofweg bestaan er twee routes om staal te produceren. De geïntegreerde route is gebaseerd op de productie van ijzer uit ijzererts. Dit is de primaire route van staalproductie, via de zogenoemde ‘Blast Oxygen Furnace’ (BOF). Daarnaast bestaat er de recyclingroute, waarbij schroot wordt gebruikt als de belangrijkste ijzerhoudende grondstof. Dit wordt ook wel de secundaire route van staalproductie genoemd, wat via de ‘Electric Arc Furnace’ (EAF) loopt. De verbruikte energie is via de BOF-route vooral afkomstig van fossiele brandstof (voornamelijk cokeskolen) en bij de EAF-route is dit met name elektriciteit. De recyclingroute verbruikt per saldo echter veel minder energie (ongeveer 80%) dan de geïntegreerde route.
De transitie naar een minder vervuilende manier van staal productie – via de EAF-route – krijgt overal ter wereld meer tempo. Het gaat echter met (te) kleine stapjes. De sector heeft namelijk te maken met een lange investeringscyclus vanwege de grote kapitaalintensieve installaties. Dit zorgt ervoor dat de transitie naar een meer duurzame manier van produceren relatief traag gaat ten opzichte van de minder kapitaalintensieve sectoren.
Tempo opvoeren!
Het tempo in de reductie van de broeikasgassen in de staalindustrie blijft traag. Koolstofbeprijzing (via het EU-ETS emissiehandelssysteem) moet het verschil maken, want een hogere CO2-prijs moet in theorie meer investeringen in koolstofarme technologie opleveren. Maar een te snelle toename van de CO2-prijs en een geleidelijke afbouw van de gratis emissierechten zet druk op de marges in de staalindustrie. Dat maakt investeren in nieuwe duurzame technologieën een stuk complexer.
Daarnaast werken de hoge elektriciteitsprijzen momenteel vooral voor Europese staalproducenten met een EAF-proces disruptief door. Ook dit zet een rem op een soepele transitie. Zo liggen de prijzen voor elektriciteit in de VS, Japan en China voor het bedrijfsleven veel lager dan in Europa.
Duurzaam staal heeft de toekomst
Duidelijk is dat de hele transitie naar een koolstofvrij of -arm productieproces mondiaal in slakkentempo verloopt. Staalproducenten die inmiddels relatief veel geïnvesteerd hebben in het verbeteren van duurzaamheid (zoals in Europa en de VS), maken een veel vlottere transitie mee naar koolstofarme productie dan staalproducenten die hierin veel minder geïnvesteerd hebben (zoals in China en India). In ieder geval gaat het bouwen van en investeren in een duurzamer productieproces op lange termijn niet alleen veel milieuvoordelen opleveren, maar tegelijkertijd brengt het ook de unieke staalproducten waar eindgebruikers en maatschappij tegenwoordig om vragen. En deze propositie wordt op den duur doorslaggevend voor de bedrijfscontinuïteit en gaat het concurrentievermogen uiteindelijk meer-en-meer opladen.