FX Weekly - EUR/USD terug onder 1,10
EUR/USD terug onder 1,10. Daling in Nieuw-Zeelandse dollar na renteverlaging van 50 basispunten.
Het kabinet is vanaf 1 oktober 2021 gestopt met de generieke steunmaatregelen zoals de NOW, TVL, Tozo, Tonk en diverse fiscale maatregelen. In deze publicatie kijken we specifiek naar de Tozo: De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers.
Deze regeling voorzag ondernemers van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud. Bovendien konden ondernemers eenmalig een Tozo bedrijfskrediet aanvragen, een lening van maximaal € 10.157 met een rente van 2% om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. We concluderen dat de regeling effectief is geweest in het voorkomen van grote verliezen bij ondernemers, voornamelijk tijdens de eerste coronagolf. In september dit jaar zien we dat nog steeds een beperkt aantal ondernemers afhankelijk zijn van de Tozo-uitkering om te voorzien in hun levensonderhoud. Deze groep ondernemers bevindt zich grotendeels in de sectoren die nu nog te kampen hebben met restricties (cultuur, horeca) en maken daarom aanspraak op de sectorspecifieke financiële regelingen. Bovendien heeft deze groep ondernemers een buffer achter de hand in de vorm van spaargeld. Daarom verwachten we geen grote golf van faillissementen van ondernemers nu de Tozo-regeling is gestopt.
De Tozo 1.0 en 2.0 (voetnote 1) regeling gold met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020 en liep eind september 2020 af. Volgens de CBS data hebben ongeveer 323.400 ondernemers (circa 18% van het totaal aantal bedrijven) een toegekende Tozo 1.0 en/of Tozo 2.0 aanvraag ontvangen. Tozo 3.0 werd op 1 oktober 2020 ingevoerd (voetnote 2). Volgens de meest recente CBS data hebben ruim 100.000 ondernemers aanspraak gemaakt op Tozo 3.0. Dat is circa 5,5% van alle bedrijven.
Over de verslagperiode januari 2021 tot op heden zijn nog geen definitieve cijfers bekend. Het CBS heeft wel voorlopige aanvragen van Tozo ontvangers en daaruit blijkt dat tijdens het eerste kwartaal (januari t/m maart) nog circa 100.000 ondernemers Tozo uitkeringen ontvangen. Het meest recente datapunt is van juni – vlak na de heropening – waaruit blijkt dat ongeveer 66.000 ondernemers Tozo ontvangen (circa 3.5% van de ondernemers).
Sinds juni is er veel gebeurd, de consumentenbestedingen zijn na het afbouwen van de restricties sterk teruggeveerd (10% jaar-op-jaar). Bovendien is de werkloosheid verder afgenomen en is er nu zelfs sprake van arbeidsmarktkrapte. Deze macro-economische ontwikkelingen zijn positief voor bedrijven en zouden moeten leiden tot minder Tozo-aanvragen. Het CBS heeft (nog) geen data over het gebruik van de Tozo-regeling in de afgelopen maanden. Daarom vullen we de CBS data aan met onze eigen data van Tozo stortingen op rekeningen van ondernemers (voetnote 3). Historische data van de Tozo-stortingen op ABN Amro rekeninghouders komt grotendeels overeen met de publieke data van het CBS (zie appendix 1).
Sinds juni 2021, de laatste waarneming van CBS, zien we in onze transactiedata dat het aantal ontvangers van de Tozo uitkering (uitkering voor levensonderhoud) verder is afgenomen. Omgerekend naar de CBS cijfers gaat het om ongeveer 40 duizend bedrijven die vermoedelijk nog Tozo-uitkeringen ontvangen in September dit jaar (circa 2% van het totaal aantal bedrijven).
De ontvangsten van Tozo bedrijfskredieten (leningen voor ondernemers) zijn sinds maart dit jaar ook verder teruggelopen. Dat is ook logisch, de bedrijven die het eenmalige bedrijfskrediet van € 10.157 nodig hebben gehad tijdens de coronacrisis, hebben dit waarschijnlijk al in 2020 aangevraagd en gekregen.
De Tozo-uitkeringen hebben ondernemers in met name de eerste maanden van de coronacrisis – van april t/m oktober – behoed voor een enorme terugval van de inkomsten. In de onderstaande grafiek hebben we een selectie gemaakt van alle bedrijven die in de periode maart 2020 en september 2021 tenminste een keer een Tozo-uitkering hebben ontvangen. De grafiek laat zien dat in afwezigheid van de Tozo de netto inkomsten van ondernemers in 2020 maanden achtereen sterk negatief zouden zijn. Ook is te zien dat de inkomsten van bedrijven die minimaal een keer aanspraak hebben gemaakt op Tozo sinds mei dit jaar weer fors zijn teruggeveerd. Door de positieve macro-economische ontwikkelingen hebben ondernemers weer omzet weten te genereren.
Hoewel er ondernemers zijn die slechts voor een korte periode Tozo nodig hebben gehad, zijn er ook ondernemers die structureel aanspraak hebben gemaakt op Tozo-uitkeringen. De grafiek hieronder laat een selectie zien van ondernemers die meer dan 12 maanden gebruik hebben gemaakt van de Tozo-uitkering: de structurele Tozo-ontvager. Bij deze groep ondernemers komt een ander beeld naar voren: zonder de Tozo-uitkering lijken deze ondernemers onvoldoende inkomsten te genereren om hun uitgaven te dekken. Hoewel de netto bedrijfsinkomsten minder negatief zijn in de afgelopen drie maanden, is de Tozo-uitkering nog steeds essentieel om een positieve kasstroom te genereren (en dus een loon voor de ondernemer). Omgerekend naar de CBS cijfers gaat het om ruim 17 duizend bedrijven, dus iets minder dan 1% van het totaal aantal bedrijven in Nederland.
Deze groep van ondernemers zijn voornamelijk actief in de sectoren die nog de kampen hebben met (milde) restricties. De grafiek hieronder laat de structurele Tozo ontvangers zien per sector als percentage van het totale groep aan structurele Tozo-ontvangers. De zwarte strepen geven de omvang van het aantal zzp-ers in de sector aan. De structurele Tozo-ontvangers – relatief tot de omvang van de sector - zijn oververtegenwoordigd in de sectoren cultuur sector (17%), de vervoer en opslag sector (17%) en de logies, maaltijd en drankverstrekking sector (13%). Ook zit een relatief groot percentage van de structurele Tozo-ontvangers in de groot en detailhandel (14,4%), maar deze sector is relatief ook groter (rond de 250.000 bedrijven zijn actief in de sector handel).
De cultuur sector en de logies, maaltijd en drankverstrekking sector hebben nog de kampen met aanhoudende restricties, zoals de coronatoegangsbewijzen en vroege sluitingstijden. Bovendien gelden voor evenementen binnen (zonder zitplaats) nog altijd de regel dat er maar gebruik kan worden gemaakt van 75% van de normale capaciteit. Daarom worden ook toeleveranciers van deze sectoren (Groot en detailhandel) nog getroffen. De vervoer en opslag sector kampt mogelijk met meer structurele problemen; door de (waarschijnlijk blijvende) trend van het thuiswerken is er minder mobiliteit en dus minder personenvervoer.
Aangezien de generieke steunmaatregelen sinds 1 oktober zijn gestopt, heeft de overheid sectorspecifieke steunmaatregelen in het leven geroepen om sectoren die na 1 oktober nog door beperkende maatregelen van het kabinet getroffen worden te compenseren. Zo is er onder andere een garantieregeling voor evenementen, een tegemoetkoming voor evenementen die niet op volle capaciteit kunnen plaatsvinden en een steunpakket voor amateursportorganisaties. Horeca ondernemers die worden getroffen door deze nachtsluiting kunnen in het vierde kwartaal aanspraak maken op een subsidie voor de vaste lasten. Ook kunnen culturele ondernemers nog leningen aanvragen om te voorzien in eigen inkomsten. Voor de sector vervoer en opslag zijn geen specifieke steunmaatregelen getroffen aangezien er geen restricties meer van kracht zijn. Deze sector zal zich moeten aanpassen en dat zal waarschijnlijk gepaard gaan met aantal faillissementen van ondernemers.
We schreven al dat tijdens de coronacrisis Nederlanders bovengemiddeld veel spaarden. Door de restricties is er geld gespaard dat consumenten niet konden besteden. Dit lijkt ook te gelden voor ondernemers. De grafiek hieronder laat zien dat Tozo-ontvangers tijdens de coronacrisis spaargeld hebben opgebouwd. Hoewel de structurele Tozo-ontvangers aanvankelijk tijdens 2020 meer moeite hadden om hun spaargeld op te bouwen, heeft ook deze groep vanaf het begin van 2021 extra reserves opgebouwd. Door deze reserves hebben ondernemers een financiële buffer achter de hand.
We concluderen dat er nog een kleine groep ondernemers zijn (minder dan 1% van alle Nederlandse bedrijven) die momenteel waarschijnlijk niet hun eigen broek kunnen ophouden. Toch verwachten we niet dat al deze bedrijven failliet zullen gaan. Ten eerste is deze groep sterk oververtegenwoordigd in de sectoren waar nog sectorspecifieke regelingen van kracht zijn. Ten tweede heeft deze groep meer financiële reserves opgebouwd tijdens de afgelopen maanden, waardoor er een buffer is.
*1 Nieuw bij deze regeling is de partnerinkomenstoets, waardoor niet alle personen die recht hadden op Tozo 1.0 ook recht hadden op Tozo 2.0. De partnerinkomenstoets houdt in dat het inkomen van de partner meetelt voor het bepalen van de hoogte van de aanvullende uitkering. Als het huishoudinkomen boven het sociaal minimum komt, kan de ondernemer geen aanspraak maken op Tozo 2.0.
*2 Er is bij de Tozo 3.0 naast de partnertoets ook een toets op beschikbare geldmiddelen van kracht. De toets houdt in dat als een ondernemer meer dan € 46.520 aan beschikbare geldmiddelen heeft, hij of zij geen aanspraak kan maken op Tozo 3.0.
*3 Voor dit onderzoek zijn geanonimiseerde en geaggregeerde data gebruikt. Er zijn geen individuele persoonsgegevens of bedrijfsgegevens gebruikt.
Met behulp van transactiedata kunnen we rekeninghouders gedurende de coronacrisis volgen. Deze verschaffen zowel informatie over de ‘inkomstenkant’ als over de ‘uitgavenkant’. We hebben Tozo stortingen op ABN Amro rekeningen per sector vergeleken met de publieke CBS data in April 2020 (zie grafiek hieronder). Daaruit blijkt dat wij in onze ABN Amro dataset een overeenkomstige verdeling zien per sector in vergelijking met de publieke data.