Publication

Eurozone - Economie blijft stagneren

Macro economieEurozone

Het bbp stagneerde in het vierde kwartaal van 2023, terwijl een gematigde krimp was verwacht. De ongeveer 1,5 jaar durende economische stagnatie laat zijn sporen na op de arbeidsmarkt . Verwacht wordt dat de ECB in juni begint met renteverlagingen .

Het bbp van de eurozone stagneerde in het vierde kwartaal van 2023, wat iets beter was dan de verwachting van een gematigde krimp. Dat gezegd hebbende, is de groei nu al vijf kwartalen op rij dicht bij nul. De verwachting is dat er in het eerste kwartaal van 2024 opnieuw een stagnatie zal zijn. Daarna zal het bbp in de rest van het jaar waarschijnlijk slechts gematigd groeien. De groei zal worden ondersteund door een stijging van de reële lonen en de versoepeling van de financiële voorwaarden in aanloop naar de eerste renteverlagingen door de belangrijkste centrale banken. Een verkrapping van het begrotingsbeleid en het nog steeds hoge renteniveau zullen een sterke economische opleving echter voorkomen. De aanhoudende zwakte in productie en vraag heeft al sporen nagelaten op de arbeidsmarkt. Het aantal vacatures is in de tweede helft van 2023 aanzienlijk gedaald en enquêtes die de vraag naar arbeid meten, wijzen op een sterke krimp van de werkgelegenheid in de industrie. Op de vraag van de Europese Commissie welke factoren het activiteitenniveau in de dienstensector beperken, noemden meer deelnemers aan de enquête in het vierde kwartaal van 2023 een gebrek aan vraag dan een gebrek aan werknemers (zie onderstaande grafiek). De afname van de vraag naar arbeid als gevolg van de aanhoudende economische stagnatie zal dit jaar naar verwachting een neerwaarts effect hebben op de loongroei.

De dalende trend in de inflatie heeft zich begin 2024 voortgezet. De totale inflatie daalde van 2,9% in december naar 2,8% in januari en de kerninflatie (de inflatie exclusief het effect van energie en voedsel) daalde van 3,4% naar 3,3%. Een belangrijke oorzaak van de daling van de kerninflatie sinds de piek van 5,7% in maart 2023, is dat het effect van de hogere energieprijzen op het inflatietempo van energie-intensieve goederen en diensten afneemt. Deze neerwaartse invloed op de totale inflatie is al ver gevorderd maar zal nog iets verder gaan. Ook de zwakte in de wereldwijde industriële sector en de forse krimp van de industriële productie in de eurozone in het afgelopen jaar zullen de prijsinflatie van industriële goederen verder temperen. De diensteninflatie daalde de afgelopen maanden minder sterk dan de goedereninflatie, maar zal de rest van het jaar waarschijnlijk ook afnemen. De zwakke groei van de (diensten)consumptie in de eurozone beperkt de ruimte voor bedrijven om de prijzen te verhogen. Daarnaast is de arbeidsmarkt van de dienstensector een stuk minder krap geworden, wat de loonstijging zal beperken. Al met al verwachten we dat de totale inflatie en de kerninflatie de komende maanden zullen blijven dalen en rond het midden van 2024 in de buurt komen van de ECB-doelstelling van 2%.

Wij verwachten dat de ECB in juni van dit jaar zal beginnen met het verlagen van de rente. Dat de centrale bank op weg is naar renteverlagingen, maar niet op zeer korte termijn, bleek ook uit de beleidsverklaring en het verslag van de vergadering in januari, waarin werd gesteld dat "de huidige niveaus van de beleidsrente zullen een substantiële bijdrage leveren aan het bereiken van de inflatiedoelstelling van 2% als ze lang genoeg worden aangehouden" en dat "er verdere vooruitgang moest worden geboekt in het proces van inflatiedaling voordat de Raad van Bestuur er voldoende vertrouwen in kon hebben dat de inflatie tijdig en op duurzame wijze de doelstelling zou bereiken". Wij denken dat de depositorente uiteindelijk zal worden verlaagd naar 1,5% in de loop van 2025.