Helikoptergeld


Bijna kerst. De twee donkere maanden voorafgaand hebben alle huishoudens in Nederland tweemaal € 190 korting gekregen op hun energierekening. Voor de één een noodzakelijke hulp om er met kerst in ieder geval letterlijk warmpjes bij te zitten. Voor een ander deel van de bevolking, dat er ook al figuurlijk warmpjes bijzit, natuurlijk een altijd welkome kerstbonus.
Dit uitstrooien van geld over de bevolking wordt ook wel helikoptergeld genoemd. Het was Nobelprijswinnaar Milton Friedman die de term in de jaren zestig van de vorige eeuw voor het eerst gebruikte. Helikoptergeld wordt over het algemeen geassocieerd met het verdelen van grote sommen geld onder de bevolking om de economie ten tijden van recessie te stimuleren. Of om deflatie te bestrijden door de economie te stimuleren.
Zo liet de regering Trump in het voorjaar van 2020 - natuurlijk in aanloop van de verkiezingen - de geldmachine op volle toeren draaien. Maar liefst 500 miljard dollar waaide er uit Trumps’ Marine One: ongeveer 1200 dollar per Amerikaan, gratis en naar believen te besteden. Allemaal om de economie aan te zwengelen na de eerste maanden Corona. Dreigende deflatie werd een halt toegeroepen en behalve economisch groei zou er weer een gezonde vorm van inflatie ontstaan. Bij dat laatste schoot men zichzelf flink in de voet, want in een jaar tijd steeg de inflatie van 1,3 naar 7%.
Een veel genoemd nadeel van helikoptergeld is dat het een bron is van hogere inflatie. En daar hebben we voorlopig even genoeg van, lijkt me. Dit speelt natuurlijk niet bij onze eerste groep. Het geld komt ten goede aan een van te voren bestemd noodzakelijk doel: een warm huis / de energierekening. Voor de “kerstbonusgroep”, die best omvangrijk is, is het mogelijk een extra koopkrachtimpuls. En daarmee kan het extra inflatie genereren, aldus zorgelijke economen.
Zelf geloof ik daar minder in. Ten eerste gaat het om een korting op een bestaande maandelijkse rekening. Het extraatje is daardoor minder zichtbaar, helemaal voor mensen die geen gebrek aan geld hebben. De impuls tot extra spenderen is er dan ook niet. Ten tweede moeten wij met de huidige inflatie ook niet van extra koopkracht spreken, maar van een demping van een koopkrachtdaling, zelfs bij deze groep. Ten derde is er gelet op het ongekend lage consumentenvertrouwen zoveel economische onzekerheid dat “big spender-gedrag” voor iedereen even “on hold” staat, ook bij mensen die zich mogelijk nog van alles kunnen permitteren.
Deze column verscheen eerder in Deal! Vakblad voor inkopers van de Nevi