Nederland buiten de top 10 in de Sustainalympics

ColumnSustainability

De Olympische Spelen verlopen voor Nederland tot dusver prima. Het is altijd weer een feest om naar te kijken en te volgen. Vorige week heeft Nederland zelfs even bovenaan gestaan op de medaillespiegel, met veel dank aan het schaatsgoud van Irene Schouten, Ireen Wüst en Kjeld Nuis. Een puike prestatie die we helaas niet op elk terrein kunnen evenaren. Want Nederland haalt dit bij lange na niet in de internationale duurzaamheidslijstjes.

Ranking the Sustainable Stars

In de Sustainability Index – een duurzame prestatie indicator waarin alle 193 VN-lidstaten zijn opgenomen – staat Nederland helemaal niet onverdienstelijk op de 11e positie. Hier moeten we alle Scandinavische landen voor ons dulden, maar ook landen zoals Duitsland, België, Oostenrijk, Frankrijk, Slovenië en Estland. Deze index is een wereldwijde beoordeling van de voortgang van landen bij het behalen van de wel bekende Sustainable Development Goals.

De Global Sustainable Competitiveness Index (GSCI) is een andere uitgebreide ranglijst van landen. Hier gaat het om het vermogen om groene groei te genereren en de welvaart in stand te houden. Op dit lijstje neemt Nederland de 20e positie in. Van de 180 landen die in de lijst staan is dit zeker geen slechte positie. Maar het vervelende is dat hier in de top 20 slechts twee niet-Europese landen staan (Japan en Nieuw Zeeland). Dus dan is onze duurzaam concurrentievermogen in Europa best wel pover te noemen.

Op de Earth.Org-ranglijst met de Global Sustainability Index staat Nederland 13e. Deze organisatie onderzoekt het beleid en de acties van landen wat betreft het milieu. Zij toetsen landen op brede onderwerpen zoals vervuiling, klimaatverandering, beleid, energie, oceanen en biodiversiteit. Wat hier vooral opvalt is dat Nederland in het hoofdstuk over biodiversiteit een staartpositie inneemt, namelijk met plek 186.

Dan is er ook nog de Energy Trilemma Index-tool van het World Energy Council, in samenwerking met adviesbureau Oliver Wyman. Deze index rangschikt landen op hun vermogen om duurzame energie te leveren op drie dimensies: energiezekerheid, energiegelijkheid (toegankelijkheid en betaalbaarheid) en ecologische duurzaamheid. Hierin staat Nederland op een gedeelde 16e positie, samen met Japan. Maar omdat er meerdere landen een gedeelde positie hebben, moet Nederland 22 landen voor zich dulden in deze lijst. De toelichting over de Nederlandse positie is echter wat positiever. Daarin staat dat ons land sterk blijft presteren in de index. Dit is met name te danken aan de ‘uitstekende en onveranderlijke positie in energiegelijkheid’. En de prestaties op het gebied van energiezekerheid en ecologische duurzaamheid zijn stabiel.

Dit is slechts een kleine greep uit alle beschikbare duurzaamheidsrankings. Ongetwijfeld zullen er meer van dit soort lijstjes bestaan. Ik vind het goed dat ze worden bijgehouden. Het houdt landen competitief en voorkomt zo deels dat het een race-to-the-bottom wordt met duurzaamheid.

Sustainalympic Games

Waar het bij de Olympische Spelen vooral gaat om het meedoen – in plaats van winnen – hebben we in de duurzaamheidsspelen eigenlijk wat meer behoefte aan winnaars. Natuurlijk is meedoen een belangrijke eerste voorwaarde, want anders komen we nergens. Maar ik denk dat de wereld juist veel kan leren van de best practices van de duurzame koplopers, om vervolgens daarmee samen in te spannen om de reductie van broeikasgassen vaart te geven. Een mooie Sustainalympics-gedachte.

Deze column heeft op 14 februari in de Financiele Telegraaf gestaan, onder de titel 'Nederland buiten de top 10 in de Sustainalympics'