Oekraïners op de arbeidsmarkt?
Uitzendbureaus lieten afgelopen weekend aan de NOS weten klaar te staan voor de komst van Oekraïense vluchtelingen.
Een dat allereerst maatschappelijke vragen oproept: is dit gastvrijheid, of is dit midden in een humanitaire crisis blij zijn met goedkope arbeid? Laten we Oekraïense vluchtelingen in dezelfde omstandigheden leven als andere Oost-Europese arbeidsmigranten, waar bijvoorbeeld de uitzendbaas ook de huisbaas is? Hoe lang mogen ze blijven en hoe serieus nemen we de integratie?
Maar om een beter beeld te krijgen moeten we ook de economische vraag beantwoorden of, hoeveel en hoe Oekraïense vluchtelingen toetreden tot de Nederlandse arbeidsmarkt. En dat is iets waar we nog weinig over weten.
Volgens de , afgelopen zondag, zijn er ruim 1,7 miljoen Oekraïense vluchtelingen. Ruim een miljoen verblijven er in Polen, ruim een half miljoen in andere buurlanden en zo’n 185.000 in andere EU-landen. In totaal denkt UNHCR, afhankelijk van hoe de oorlog zich ontwikkelt, dat het getal van 1,7 miljoen op kan lopen tot zo’n 4 miljoen. In dat geval zouden er, volgens dezelfde verdeling, zo’n 430.000 Oekraïense vluchtelingen naar andere EU-landen (niet zijnde buurlanden) kunnen komen. De grote vraag is echter of de verdeling tussen landen standhoudt zoals die nu is. Als mensen nu vooral in buurlanden verblijven omdat ze nét gevlucht zijn en nog gaan doorreizen, dan valt de genoemde 430.000 hoger uit. Maar als men in buurlanden verblijft in afwachting van een spoedig einde aan de oorlog, dan kan de genoemde 430.000 kloppen of zelfs lager uitvallen.
De verwachting over het verloop van de oorlog zal ook in hoge mate de komst naar Nederland en andere niet-buurlanden beïnvloeden. Vluchtelingen die denken, of hopen, snel terug te kunnen keren, selecteren minder op het land van aankomst en verblijven vaker in buurlanden.
Het kabinet brengt 50.000 opvangplekken in gereedheid, wat lijkt te passen bij het scenario dat Oekraïners vanuit buurlanden een terugkeer afwachten. Als er inderdaad maar 430.000 mensen naar ‘andere EU-landen’ (niet zijnde buurlanden van Oekraïne) komen, gaan er daarvan verdeeld naar inwonertal zo’n 18.000 naar Nederland. Verdeeld naar bbp - het ligt voor de hand om naar een relatief rijker land door te reizen – gaan er zo’n 30.000 naar Nederland. Het aantal van 50.000 opvangplekken lijkt dan voldoende, zeker als wij ervan uitgaan dat niet alle Oekraïners een opvangplek nodig hebben. Oekraïners kunnen vrij reizen in de EU en sommigen van hen kunnen verblijven bij vrienden, familie of bijvoorbeeld in een hotel.
Mochten veel Oekraïners besluiten door te reizen, dan is 50.000 opvangplekken al snel te weinig. In een scenario waarin alle 4 miljoen vluchtelingen naar inwonertal over de EU verdeeld worden, komen er 152.000 naar Nederland. Verdeeld naar bbp zijn dat er 240.000.
Een dergelijk grote bandbreedte – 18.000 tot 240.000 mensen – laat zien dat het veel te vroeg is om te zeggen hoeveel Oekraïners naar Nederland komen. Eerst moeten wij weten met welke plannen of verwachtingen zij momenteel in buurlanden verblijven. Bovendien kan de totaal verwachte vluchtelingenbeweging (4 miljoen) lager uitvallen bij een snelle wapenstilstand of vrede.
We verwachten in de loop van maart een beter zicht te krijgen op deze migratiebeweging. Dat geldt ook voor hoe lang (of permanent) Oekraïense migranten in Nederland mogen of zullen blijven, hoeveel van hen (direct) gaan werken en in welke sectoren dat vooral gebeurt. En pas daarna hebben we een beeld van de gevolgen voor de arbeidsmarktkrapte en daarmee loonontwikkeling. (Piet Rietman)