Akkoord ABN AMRO en Stichting Euribar over Euribor-Woninghypotheek


ABN AMRO en de Stichting Euribar hebben een akkoord bereikt over een schikking voor klanten met een zogenoemde Euribor-Woninghypotheek.
De belangrijkste punten uit het akkoord:
Vergoeding over het verleden: 62,5% van de rente-opslagverhogingen in 2009 en 2012 tot maximaal 1 april 2019. De klanten ontvangen ook wettelijke rente over de vergoeding.
Zekerheid naar de toekomst: de Euriboropslag wordt tot 1-1-2025 vastgezet op de huidige Euriboropslag, te weten 1,0% (niveau 2012). Hiermee bieden we onze klanten voor de komende jaren zekerheid. Vanaf 1-1-2025 kan de opslag worden verhoogd tot maximaal 1,2%. Dit zal alleen gebeuren als daar aanleiding toe is. ABN AMRO zal dit tijdig aankondigen en helder onderbouwen.
Een groot aantal klanten met een Euribor-Woninghypotheek komt in aanmerking. Deze klanten zullen een persoonlijk aanbod ontvangen dat op zijn of haar situatie van toepassing is.
Achtergrond
In 2009 en in 2012 heeft ABN AMRO de rente-opslag voor hypotheken met het Euribor-Woninghypotheek verhoogd, omdat de marktomstandigheden hiertoe aanleiding gaven. Sindsdien heeft de bank om dezelfde reden de opslagen ook weer een aantal keer verlaagd.
Een aantal van onze klanten was het niet eens met de verhogingen en heeft via stichtingen het oordeel gevraagd aan de rechter. De rechtbank in Amsterdam heeft op 11 november 2015 uitspraak gedaan. Tegen die uitspraak is ABN AMRO in beroep gegaan. Het Gerechtshof Amsterdam heeft vervolgens op 19 december 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep. ABN AMRO heeft cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 22 november 2019 de uitspraak van het Gerechtshof vernietigd en de zaak terugverwezen naar een ander Gerechtshof.
Na deze uitspraak van de Hoge Raad hebben ABN AMRO en stichtingen onderhandeld over een schikking om een verdere langdurige rechtsgang te voorkomen en zekerheid te kunnen bieden aan klanten. Deze onderhandelingen hebben op 13 februari geleid tot een akkoord met de Stichting Euribar.
ABN AMRO heeft in 2015 en 2017 hiervoor reeds een voorziening genomen.