Aanhoudende toename bedrijfsoprichtingen stemt optimistisch

PublicationMacro economy

Sinds de uitbraak van corona is er veel aandacht voor de daling van het aantal faillissementen. Deze daling geldt als teken van succes van de overheidssteunmaatregelen. Die werken goed. Tegelijkertijd is er ook kritiek op deze steunmaatregelen. De steun houdt namelijk niet alleen gezonde bedrijven overeind, maar ook zwakkere broeders met een lage productiviteit.

Analyse wijst uit dat juist deze minder sterke bedrijven veel overheidssteun ontvangen. Dit zou het proces van creatieve destructie, waarbij nieuwe bedrijven het stokje van oude bedrijven overnemen, belemmeren. Of het proces van creatieve destructie intact is, hangt echter niet alleen af van de faillissementen, maar ook van het aantal bedrijven dat wordt opgericht.

Gelukkig stijgt dat aantal, zowel in Nederland als in andere lidstaten van de eurozone. Wel zijn er grote verschillen tussen de lidstaten. Die verschillen zijn vooral terug te voeren op de sectorale verdeling. Het aantal starters in landen met een omvangrijke horeca- en cultuursector ligt beduidend lager dan in landen met een sterke focus op bijvoorbeeld handel.

De aanhoudende toename van bedrijfsoprichtingen is goed nieuws. Temeer omdat het niet zozeer gaat om mensen die door verlies van werk gedwongen zijn voor zichzelf te beginnen. Naast eenpitters worden er ook grotere bedrijven opgericht. Of er tussen de jonge starters ook snelle groeiers zitten die in de toekomst veel werkgelegenheid kunnen scheppen, dat is lastig te beoordelen. De laatste jaren zijn de zogenaamde ‘gazelles’ schaarser geworden. Een van de redenen hiervoor is de dominantie van grote (tech)bedrijven die het moeilijker maakt om nog een voet tussen de deur te krijgen.

Dit neemt niet weg dat de overheid er veel aan gelegen is om ‘gazellen’ ruim baan te geven. Daarvoor dient zij kansrijke startende bedrijven al in een vroeg stadium te identificeren, iets wat in de praktijk nog knap lastig is. Een jaar met forse groei maakt van een jong bedrijf nog geen gazelle. Bij startende bedrijven kan de groei van jaar tot jaar immers sterk variëren. Een aanknopingspunt kan zijn of een bedrijf is opgenomen in de beleggingsportefeuille van startupbeleggers. Die selecteren immers scherp zijn op kansrijke initiatieven. Daar lijkt inderdaad een verband te bestaan, al is de kans groot dat hier een zogenaamd selectie-effect speelt. Is de interesse van de startupbelegger gewekt vóór of nádat het bedrijf succes kreeg?

Wanneer het niet mogelijk is gazelles in een vroeg stadium te identificeren, zit er weinig anders op dan de juiste voorwaarden te creëren voor succesvolle bedrijven. Dit betekent dat bedrijven makkelijk toegang hebben tot financiering, dat marktregulering een vrije markttoegang en een gelijke behandeling van bestaande en nieuwe bedrijven waarborgt en dat kennis en technologie zich snel kunnen verspreiden. Verder is het van belang dat de arbeidsmarkt soepel functioneert en dat werknemers vlot van bedrijf en sector kunnen veranderen en nog beter tot hun recht kunnen komen.

Vooral op dit laatste punt is in Nederland nog ruimte voor verbetering. Werknemers blijven vaak in hun huidige beroepsgroep hangen, terwijl er veel handjes nodig zijn om de verduurzamingsopgave te realiseren en er een tekort is aan mensen met bijvoorbeeld technische vaardigheden. Tegen deze achtergrond is het van belang kritisch te blijven op de steunmaatregelen en op de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. (Philip Bokeloh)