Column: Een clean tech grootmacht in de maak?

‘Staying ahead of the curve’. Voor een bedrijfsstrategie is dit natuurlijk een open deur. Het is de manier om onderscheidend te blijven en waarde te creëren voor klanten. Die curve gaat de laatste paar jaren steeds meer over het klimaat. Het betekent concreet dat bedrijven een dichtgetimmerde visie moeten hebben over het verminderen van de uitstoot van hun broeikasgassen. Dan helpt een gunstiger ondernemersklimaat en steun vanuit de beleidsmakers.
Goede bedrijfsburger
Het besef is zo langzamerhand wel geland. Bestuurders van grote bedrijven en hun aandeelhouders zijn zich steeds meer bewust van de gevaren van wereldwijde klimaatverandering. Ze nemen vaker verantwoordelijk voor hun eigen CO2-uitstoot en soms ook van hun leveranciers. Veel bedrijven kijken inmiddels niet alleen hoe zij hun eigen kernactiviteiten koolstofarm – dus net-zero – kunnen maken. Ook nemen zij distributie, ondersteunende functies, infrastructuur en de indirecte emissies gelinkt aan energieverbruik in hun analyse mee. Met deze ketenaanpak is de kans groter dat fossiele brandstoffen versneld uit het systeem gaan. Schone alternatieven zonder de schadelijke emissies komen daarvoor in de plaats. En daar heeft de Europese Commissie (EC) een plannetje voor. Zij wil een stevige uitbreiding van de productiecapaciteit voor die schone netto-nul-emissie-technologieën.
EU steun voor meer clean tech
De EC wil tegen 2030 ten minste 40% van de schone technologieën in de EU produceren. Het gaat dan om clean techs, zoals wind-, batterij- en zonne-energietechnologieën, warmtepompen, waterstof, kernenergie en koolstofafvang en -opslag. Het moet helpen om de klimaatdoelen te halen, competitief te blijven en meteen ook de energieonafhankelijkheid versterken. Om dit allemaal waar te maken wil de EC de regelgeving vereenvoudigen, de toegang tot financiering versnellen, meer vakkundig clean tech personeel aantrekken en stimulering van de samenwerking om de handel van bijvoorbeeld kritieke grondstoffen te verzekeren. ‘Europe is determined to lead the clean tech revolution’, aldus Ursula von der Leyen, president van de EC. En dat is maar goed ook.
Net-zero ambities
De route naar net-zero gaat voor veel bedrijven namelijk niet zonder slag of stoot. Het vergt veel investeringen, die niet voor ieder bedrijf binnen handbereik liggen. Het juiste beleid is nodig om bedrijven hierin te ondersteunen. Want zij kunnen deze monsteropgave nooit alleen oplossen. Daarbij komt ook dat veel (vooral kleinere) bedrijven het doel niet eens zelfstandig kunnen bereiken. Het is vaak een (te) complexe puzzel voor hen. Er is namelijk niet één best practice, want het verschil per bedrijf en per sector is groot. Voor bedrijven in de ene sector is overschakelen naar hernieuwbare energiebronnen of vervanging van brandstoffen het meest kansrijk. En bedrijven in andere sectoren hebben meer aan elektrificeren en efficiencymaatregelen. Decarboniseren is en blijft maatwerk. Het vergt sowieso van alle bedrijven dat zij intensiever moeten gaan samenwerken met klanten, branchegenoten, overheden, niet-gouvernementele organisaties en ook financiers.
Investeren in clean tech is bijna onontkoombaar. Want tegenwoordig kijken zowel beleggers, klanten als financiers met veel meer belangstelling naar de decarbonisatie-initiatieven van bedrijven. Zij die niet op tijd decarboniseren brengen immers grotere risico’s met zich. Het bedrijf veroudert of wordt zelfs irrelevant voor diezelfde investeerders, afnemers en geldschieters. Daar ligt onze Ursula wakker van. Ze hoopt met dit plan van de EU een echte clean tech grootmacht te maken.
