De week van hogere hypotheekrente, hogere lonen en hogere inflatie

Kans op hogere hypotheekrente. Cao-loongroei verbetert. IMF signaleert afzwakkend herstel en tijdelijke hogere inflatie.
Mede-auteur: Piet Rietman
Kans op hogere hypotheekrente
Wij houden rekening met een laag blijvende rente voor hypotheken met een korterentevastperiode en een lichte stijging van de hypotheken met een lange rentevastperiode. Reden van de stijging is de recente toename van de inflatie en de reactie daarop van beleggers op financiële markten. Die verlangen een hogere rentevergoeding en houden rekening met een krapper monetair beleid. De rente op Nederlandse staatsleningen met een looptijd van tien jaar is gestegen van -0,4% in augustus tot 0% nu.
Diverse centrale banken overwegen inderdaad hun rentetarieven te verhogen of minder actief obligaties aan te kopen. Enkele zijn daar zelfs al toe overgegaan. Of dit ook dekoers is van de Europese Centrale Bank (ECB), dat valt nog te bezien. Vooralsnog stelt de ECB zich erg terughoudend op. Zij geeft aan dat de hogere inflatie waarschijnlijk tijdelijk is. Als de ECB gelijk krijgt, is het waarschijnlijk dat de 10-jaarsrente op termijn weer kan dalen. Maar zo ver is het nog niet.
Zeker is wel dat De Nederlandsche Bank (DNB) vanaf 1 januari volgend jaar hogere kapitaalbuffers instelt voor hypotheken. DNB was al voor de coronacrisis van plan dezemaatregel door te voeren, maar zag daar in verband met de coronacrisis vanaf. Nu komt deze alsnog. In haar Overzicht Financiële Stabiliteit geeft DNB aan zich zorgen te maken over de opbouw van financiële kwetsbaarheden. De recente stijging van huizenprijzen en in internationaal perspectief hoge hypothecaire schulden om de aankopen te financieren zijn voorbeelden van deze financiële kwetsbaarheden.
De gestegen kapitaalmarktrente en de hogere buffervereisten zorgen voor hogere kosten voor hypotheekverstrekkers. De kans is groot dat hypotheekverstrekkers deze hogere kostenin hun hypotheektarieven verrekenen. Eerder zagen zij daarvan af vanwege de felle concurrentie op de hypotheekmarkt en het mogelijke verlies van marktaandeel. Maar hoe langer de kapitaalmarktrente hoog blijft, hoe meer verstrekkers in de verleiding komen om hun geslonken marges te herstellen. Vandaar dat wij rekening houden met een lichte stijging van de hypotheekrente. (Philip Bokeloh)
Cao-loongroei verbetert
We verwachten dat de loongroei verder toeneemt, van 1,8% dit jaar naar 2,2% volgend jaar. Dit is al zichtbaar in de cao’s die werden afgesloten in het derde en vierde kwartaal van 2021. Bijvoorbeeld in de groothandel, chemie en transport zijn cao’s overeengekomen met een looptijd van twee jaar en een loongroei van boven de 2%.
De loongroei in deze sectoren zegt meer over de hele economie dan de deze zomer veelbesproken ontwikkelingen in de horeca en winkelstraat. De lockdown was voorbij maar de werknemers – vaak flexkrachten – waren inmiddels ergens anders gaan werken. In reactie op deze sectorspecifieke arbeidsmarktkrapte werden de startsalarissen verhoogd, of werd zittende werknemers gevraagd om meer uren te gaan werken. Zo werd met – de optelsom van alles buitenom de cao - snel gereageerd op een actuele ontwikkeling. Dit was sectorgebonden en lijkt nu alweer voorbij te zijn. Onze verwachting is dat de incidentele loongroei voor alle sectoren samen net onder de 0% uitkomt in 2021.
Dat groothandel, chemie en transport voor langere tijd het cao-loon boven de 2% laten groeien is een teken dat ondernemers de arbeidsmarktkrapte zagen aankomen, dat er loonruimte is en dat er vertrouwen in de toekomst is.Onze verwachting is dat dit voor meer sectoren geldt en dat een stabiele cao-loongroei het overneemt van de plotselinge bewegingen in de incidentele loongroei. Wel gaat de incidentele loongroei in 2022 nog omlaag door de verwachte stijging van de werkloosheid. (Piet Rietman)
IMF signaleert afzwakkend herstel en tijdelijke hogereinflatie
In de nieuwe update van de World Economic Outlook (WEO) van het IMF wordt ingegaan op de staat van het wereldwijde economische herstel na de pandemie. Waar het herstel de afgelopen kwartalen nog uit de startblokken schoot, lijkt er nu een einde te komen aan de stormachtige groeicijfers. Het IMF voert de Delta-variant van Covid en de langer dan verwachte ontwrichting van wereldwijde aanvoerlijnen aan als voornaamste redenen voor de vertraging van het herstel.
Speciale aandacht is er in de WEO te vinden over de discussie rondom inflatie. Het IMF zit ook in het kamp van degenen die betogen dat de inflatie slechts tijdelijk hoger is. Deze hogere inflatie wordt voornamelijk veroorzaakt door: i) het wereldwijde herstel van de vraag na afbouw van coronarestricties; ii) de snel stijgende grondstofprijzen; en iii) de tekorten aan inputs samen met ontwrichtingen in aanvoerlijnen.
Nu de problemen in aanvoerlijnen langer duren dan verwacht en de hogere prijzen voor energie parten beginnen te spelen, besteedt het IMF flinke aandacht aan inflatieverwachtingen. Inflatieverwachtingen zijn belangrijk, omdat die de brug kunnen vormen van een tijdelijk hogere inflatie via bijvoorbeeld volatiele energieprijzen naar een structureel hogere inflatie via bijvoorbeeld de lonen. Inflatieverwachtingen spelen immers een rol in de inzet bij loononderhandelingen.
Het IMF concludeert dat de inflatieverwachtingen in de eurozone vanaf de uitbraak van de pandemie tot nu gelijk zijn gebleven. Dit is een extra argument waarom de inflatie slechts tijdelijk hoger zal zijn en niet structureel.Uiteindelijk verwacht het IMF dat de inflatie halverwege 2022 weer op precorona niveau zal uitkomen. (Jan-Paul van de Kerke)

