De week van ict-gebruik en schulden door energieprijzen

1. ‘Computers zijn overal te zien, behalve in de productiviteitsstatistieken’ zei de door zijn werk over economische groei beroemd geworden Amerikaanse econoom Robert Solow. Dat was in 1987. Tegenwoordig is het belang van computers voor de productiviteit onomstreden. 2. Het is tijd voor een schuldpauzeknop. Dat voorstel doen schuldhulpverleners, CJIB en gemeenten vandaag in een brief aan de minister voor armoedebeleid. Het idee van een schuldpauzeknop houdt in dat particulieren voor een bepaalde periode niet benaderd worden door schuldeisers. Deze periode kunnen zij dan gebruiken om hulp te zoeken bij het oplossen van hun schulden.

ABN AMRO Group Economics
Auteur heeft bank verlaten, zie tekst
Mede- auteur: Piet Rietman
ICT-gebruik sterk doorgedrongen bij Nederlandse bedrijven
De afgelopen 25 jaar waren ICT-kapitaalinvesteringen verantwoordelijk voor een zesde van de groei van de . Deze ICT-investeringen maakten het mogelijk om het productieproces anders en efficiënter in te richten. De zogenaamde multifactorproductiviteit, die de bijdrage van de grotere efficiëntie meet, nam maar liefst een kwart van de groei van de toegevoegde waarde voor zijn rekening. Een deel daarvan is dus aan ICT-gebruik toe te schrijven. Kortom, een groot deel van de toename van de toegevoegde waarde is aan ICT toe te schrijven.
Dit roept de vraag op in welke sectoren ICT het meest is doorgedrongen. Vanzelfsprekend is het bij ICT-bedrijven het hoogst. Daar werken vrijwel alle medewerkers met een computer, terwijl dat bij bedrijven in andere sectoren gemiddeld acht van de tien zijn. In de ICT-sector wordt mede daardoor ook vaker op afstand gewerkt. Negen op de tien medewerkers doet dat, tegen vijf op de tien in andere sectoren. In de ICT-sector wordt ook het meest gebruik gemaakt van clouddiensten (86% tegen 66% gemiddeld) en kunstmatige intelligentie-systemen (33% tegen 13% gemiddeld).
Minder variatie is er tussen de sectoren als het aankomt op ‘Internet of Things’-toepassingen, waarbij inzichten ontstaan door de data van verschillende aan elkaar verbonden apparaten te combineren. Doel daarvan kan zijn energiebesparing, beveiliging of de optimalisatie van het productieproces, de logistiek en de dienstverlening. Met name de industrie is daarin actief, met name bij voedingsmiddelen en bouwmaterialen. In deze twee bedrijfstakken werkt respectievelijk 29% en 26% van de bedrijven met Internet of Things-toepassingen.
Ook als het op ICT-veiligheid aankomt, is er minder variatie tussen de sectoren. Het percentage bedrijven dat kampt met ICT-veiligheidsproblemen als gevolg van interne oorzaken ligt bij ICT-bedrijven met 28 even hoog als bij andere sectoren. De sector raffinaderijen en chemie heeft het meeste last hiervan: 43% van de bedrijven in deze sector heeft er ervaring mee. Het percentage ICT-bedrijven dat ICT-veiligheidsproblemen heeft als gevolg van externe oorzaken ligt met 14 twee procentpunt hoger dan bij andere sectoren. Dat is nog altijd beduidend lager dan in de sector uitgeverijen, film, radio en tv, waar 24% van de bedrijven worstelt met dit probleem.
De toenemende oriëntatie van Nederlandse bedrijven op clouddiensten, kunstmatige intelligentie en internet of things wijst er volgens ons op dat de bijdrage van ICT aan de productiviteit nog verder kan toenemen. ICT-veiligheid kan echter roet in het eten gooien en vormt een bedreiging voor de mogelijkheden die ICT biedt. Het is dan ook goed dat het huidige kabinet voor het eerst een staatssecretaris Digitalisering heeft in de persoon Alexandra van Huffelen. Haar taakveld zal met de alomtegenwoordigheid van ICT in onze economie en met ICT-missers zoals bij de Toeslagenaffaire allengs groter worden. (Philip Bokeloh)
Door energieprijzen in de schulden?
Schuldpauzeknoppen, schuldkwijtschelding, minnelijke trajecten en coulante regelingen: alle manieren om op een soepele manier om te gaan met schulden verdienen steun. Ten eerste weten we vanuit de gedragseconomie dat dit het welzijn van de schuldenaar verbetert en dus het risico op toekomstige schulden verkleint. Ten tweede kan dit financieel in het voordeel zijn van de schuldeiser. Bedrijven waarvan de schuldenaren in de WSNP (oftewel schuldsanering) belanden, ontvangen soms maar een paar procent van de openstaande schuld en zijn daarna soms ook de klant kwijt. In het voortraject een oplossing vinden is meestal in het belang van zowel klant als bedrijf.
Vorig jaar dat de door de coronacrisis veroorzaakte toename aan schulden nog moet beginnen. Dat geldt ook voor het aantal . Dankzij alle steunpakketten tijdens corona zijn deze cijfers vooralsnog laag gebleven. Veel mensen zijn echter financieel zwak uit de coronacrisis gekomen – denk aan zzp’ers of werknemers met een uitzendcontract. De combinatie van lage financiële weerbaarheid en plotseling stijgende kosten kan sommige huishoudens de das om doen. De 20% laagste inkomens van hun inkomen aan energiekosten.
Met name op basis van de koopkrachtontwikkeling – de belangrijkste voorspellende variabele voor schuldenproblematiek – denken we dat de schulden van huishoudens zich in de komende jaren gaan ontwikkelen zoals in onderstaande twee figuren. Het duurt even voordat iemand in de schulden belandt: een dalende koopkracht in 2022 en eventueel 2023, leidt tot meer schuldenproblematiek in 2023 en 2024. Dat geldt zowel voor problematische schulden (schulden met een grote betalingsachterstand) als consumptieve schulden (zoals rood staan of een creditcardschuld). (Piet Rietman)
