De week van verrassend hoge groei, handelsbalans, bedrijfsdynamiek en zorgelijke COEN


Deze week aandacht voor de onverwacht sterke groei van de Nederlandse economie in het 2e kwartaal. We lezen echter ook in een analyse van Aggie van Huisseling dat de Nederlandse handelsbalans onder druk staat. Philip Bokeloh vult deze zorgen aan met een analyse over de gezondheid van de bedrijfsdynamiek in Nederland en constateert ook dat de uitkomsten van de COEN-enquête mogelijk een signaal zijn dat de conjunctuur toch afzwakt.
Uitkomsten COEN een signaal dat conjunctuur toch afzwakt?
De Nederlandse economie groeide in het tweede kwartaal spectaculair met 2,6% ten opzichte van het eerste kwartaal van 2022. Een recessie lijkt met dit cijfer ver weg. Toch zijn er ook minder positieve signalen voor de rest van dit jaar en 2023. Het producentenvertrouwen in de industrie is sinds het begin van dit jaar licht gedaald. Hoewel ondernemers nog tevreden zijn met de recente resultaten, zien zij de toekomst minder optimistisch tegemoet. Eenzelfde beeld komt naar voren uit de recent gepubliceerde conjunctuurenquête Nederland (COEN), dat een nog bredere groep bedrijven bevraagt over de stand van de economie. De enquête wijst uit dat veel ondernemers somber gestemd zijn over het economisch klimaat en aangeven dat hun winstgevendheid onder druk staat.
Omzet geeft positief beeld
Over de omzet in het derde kwartaal zijn de meeste ondernemers nog wel positief. Het merendeel van hen meldt een verbetering. Maar dit komt ook doordat de lockdownmaatregelen zijn losgelaten en sectoren die daar veel last van hadden, zoals de horeca, herstel optekenen. Daarnaast is er sprake van een duidelijke verbetering bij de sector delfstoffenwinning, die profiteert van de sterke stijging van de grondstoffenprijzen.
Bij andere sectoren vormt de grondstoffenprijsstijging juist een reden tot zorg. Dit is terug te zien in de omzetverwachtingen voor het komend kwartaal. Nog maar een kleine meerderheid van de ondernemers houdt rekening met een verbetering van de omzet. Zowel in het binnen- als in het buitenland staat de omzetgroei onder druk. De omzetgroei die er is, wordt voor een belangrijk deel gerealiseerd door de hogere afzetprijzen, niet door hogere afzetvolumes. Maar ondernemers zien minder ruimte voor verdere prijsverhogingen, vermoedelijk omdat de reële inkomens van gezinnen onder druk staan, evenals de tijdens corona toegenomen spaartegoeden van gezinshuishoudens.
Orderpositie royaal
Het merendeel van de bevraagde ondernemers zag het afgelopen kwartaal weer meer orders binnenkomen. Dankzij de verdere verbetering zijn ondernemers nog altijd positief gestemd over hun orderpositie. Dit geldt met name voor degenen die actief zijn in de industrie en transport. Toch houden weinig ondernemers rekening met een verdere verbetering van de orderpositie. De afzwakking is in vrijwel alle sectoren zichtbaar.
Tegelijkertijd ziet een groter aantal bedrijven de voorraad eindproduct groeien. Voorraadtekorten vormen dus minder vaak een belemmering om aan klanten te leveren. De recente afzwakking van de lockdownmaatregelen in China draagt hieraan bij. Het is echter onzeker of deze verbetering duurzaam is, want het aantal besmettingen loopt weer op in China. Bovendien belemmeren de lage waterstanden in de Europese rivieren het transport. Ook hierdoor kan de toevoer van nieuwe voorraad in het gedrang komen.
Arbeidsmarkt krap
Een meerderheid van de ondernemers wil extra werknemers in dienst nemen. Dit geldt vooral voor de sectoren horeca en cultuur, die door de coronacrisis zijn getroffen, en voor de ICT-sector, waar personeel al jarenlang nauwelijks aan te slepen is. Toch zijn er minder ondernemers met personeelsuitbreidingsplannen dan in voorgaande kwartalen. Blijkbaar ervaren ondernemers nog steeds een tekort, maar worden zij voorzichtiger met vacatures plaatsen. Hetzelfde is terug te zien bij de investeringen. Het aantal ondernemers dat meer wil investeren is in overtal, maar dat overtal wordt door de toegenomen onzekerheid over de economie wel kleiner.
Veel ondernemers zijn nog positief over het concurrentievermogen van hun bedrijf. De recente daling van de wisselkoers van de euro versus de dollar zou moeten bijdragen aan een verdere verbetering van de concurrentiepositie. Vooralsnog is dat echter niet terug te zien in de enquêteresultaten. De inschatting van de concurrentiepositie ten opzichte van branchegenoten buiten de eurozone is namelijk minder positief geworden.
De uitkomsten van de conjunctuurenquête wijzen uit dat de vooruitzichten in vrijwel alle sectoren verslechteren. Daarmee stijgt het risico dat de economische groei de komende kwartalen onder druk komt. (Philip Bokeloh)
Onverwacht sterke groei Nederlandse economie in 2e kwartaal 2022
Deze week publiceerde het CBS verassend positieve groeidcijfers over het tweede kwartaal. In dit kwartaal is het Nederlands bruto binnenlands product (bbp) met 2,6% gegroeid ten opzichte van het vorige kwartaal (k-o-k). Dit cijfer versloeg alle verwachtingen. In het licht van hoge inflatie, nog altijd stijgende energieprijzen en afkoelende groei in de Eurozone valt het Nederlandse groeicijfer op en illustreert het de weerbaarheid van de Nederlandse economie. Als we de pandemie buiten beschouwing laten is dit het hoogste kwartaalgroeicijfer sinds jaren. Een uitgebreidere analyse van deze publicatie vindt u hier: .
Handelsbalans Nederland onder druk door afzwakking wereldhandel
Cijfers van het CBS laten zien dat in het eerste kwartaal van 2022 het Nederlandse uitvoervolume harder groeide dan het importvolume. Daarmee is de handelsbalans, die de verhouding tussen de totale waarde van export min de totale waarde van import laat zien, hoger dan een jaar geleden. Met het oog op de afname van vertrouwensindicatoren van bedrijven door verwachte groeivertraging is het de vraag of de verbetering komend jaar doorzet.
De mondiale inkoopmanagersindex (PMI) voor de verwerkende industrie, een indicator voor het vertrouwen bij productiebedrijven, is in juli 2022 gedaald naar het laagste punt sinds juli 2020 (zie ). De groei van internationale goederenhandel stond daarentegen in mei nog op 5,7% jaar-op-jaar (j-o-j). Dit hogere groeicijfer kan te danken zijn aan het naar de achtergrond verdwijnen van diverse problemen. Zo neemt macro-economisch gezien de disbalans tussen wereldwijde vraag naar en het aanbod van goederen af. We zien dan ook een verbetering in onze global supply bottlenecks index, onder andere door de versoepeling van lockdownmaatregelen in China. Helaas zijn niet alle transportproblemen opgelost en komen er recent zelfs nieuwe bij. Zo belemmeren de lage waterstanden het bulkvervoer via rivieren in Europa en vormt de gedeeltelijke afsluiting van Russisch gas een bedreiging voor de Europese industrie.
Ruilvoet is verslechterd...
De Nederlandse industriële bedrijven hebben gelukkig enige buffers (zie ). Hun orderboeken zijn nog goed gevuld. Desalniettemin zullen zij ook minder exporteren wanneer de wereldhandel verzwakt. Historisch gezien loopt de Nederlandse uitvoer in de pas met de wereldhandel (zie linkerfiguur). Hier komt bij dat , die de verhouding tussen uitvoer- en invoerprijzen weergeeft, verslechterd is in het eerste kwartaal van 2022 (zie rechterfiguur). Zowel de invoer- als uitvoerprijzen stegen, maar met 16,3% j-o-j stegen de uitvoerprijzen minder hard dan de invoerprijzen, die met 18,8% j-o-j toenamen. Voor industriële bedrijven in Nederland kan dit betekenen dat de prijzen van ingevoerde grondstoffen, zoals energie, stegen maar dat na bewerking het product voor een relatief minder gestegen prijs uitgevoerd wordt. De hogere grondstofprijzen worden dan niet volledig doorberekend.
.... maar die van de eurozone nog meer
Voor de eurozone was het verschil aanzienlijk groter, met respectievelijk 11,6% en 16,6% j-o-j. De Nederlandse ruilvoet verslechterde daarmee relatief minder sterk dan het eurozone gemiddelde. Dat Nederland er minder slecht afkwam, is vooral te danken aan hogere uitvoerprijzen van onder andere delfstoffen, chemische producten en voedingsmiddelen.
Gaat handelssaldo teruglopen?
laten ook zien dat in het eerste kwartaal van 2022 het export volume harder groeide dan het import volume. Daarmee is het positieve saldo op de handelsbalans groter dan een jaar geleden. Met het oog op afzwakking van de wereldhandel en onze verwachting van een recessie in Europa verwachten wij dat de Nederlandse uitvoer terug zal gaan lopen. Daarnaast loopt de vraag vanuit de Nederlandse directe handelspartners, Duitsland bijvoorbeeld, sneller terug. Aangezien de Nederlandse economie in vergelijking tot andere eurozone landen minder snel vaart verliest, is het onze verwachting dat de invoer de komende kwartalen minder snel af zal zwakken dan de uitvoer. Vandaar dat wij verwachten dat de groei van het handelssaldo de komende kwartalen terug zal gaan lopen.
Bedrijfsdynamiek normaliseert, maar is verre van gezond
Het aantal bedrijfsopheffingen loopt weer op. In het tweede kwartaal stopten er 31.000 bedrijven, 45 procent meer dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Het betreft vooral eenpitters en webwinkels die hun activiteiten staakten. Nu de coronasteunpakketten ophouden, sluiten meer ondernemers vrijwillig hun bedrijf. Het aantal onvrijwillige bedrijfsbeëindigingen blijft daarentegen bijzonder laag. In de eerste zeven maanden van dit jaar gingen er 1.100 bedrijven op de fles, evenveel als in dezelfde periode van vorig jaar.
De stijging van het aantal vrijwillige bedrijfsbeëindigingen toont aan dat een deel van de vertrouwde bedrijfsdynamiek geleidelijk weer terugkomt. Die bedrijfsdynamiek van nieuw opkomende en andere weer verdwijnende bedrijven is noodzakelijk om arbeid en kapitaal van laag productieve naar hoog productieve sectoren te verplaatsen en zo een hogere economische groei te behalen.
Voor een gezonde bedrijfsdynamiek zijn ook bedrijfsoprichtingen nodig. De berichten daarover zijn weinig opbeurend. In het tweede kwartaal zijn er ruim 60.000 bedrijven gestart, anderhalf procent minder dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Kennelijk zien er minder ondernemers nieuwe kansen en marktniches dan vorig jaar. Toen heerste er nog optimisme, ook omdat de vaccinatiecampagnes vorderden en de economie geleidelijk uit de periode van lockdown kwam. Nu zijn de vooruitzichten bij de start van een nieuwe onderneming door de oorlog en het verlies aan koopkracht bij consumenten minder gunstig.
Ook het aantal fusies en overnames geeft informatie over de bedrijfsdynamiek. Na de financiële crisis en de eurocrisis is de activiteit op dit vlak gestaag toegenomen. Vorig jaar vonden er in totaal 7.300 fusies en overnames plaats tegen gemiddeld 4.750 per jaar in de periode 2010-2015. De meest recente cijfers wijzen echter uit dat het aantal fusies en overnames momenteel stagneert. Met 3.700 lag het aantal in de eerste helft van dit jaar vijftien procent lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Een verklaring daarvoor zijn de door de gestegen rente minder gunstige financieringscondities.
Bij de bedrijfsdynamiek telt naast kwantiteit ook kwaliteit. Het laatste is deels af te leiden uit het aantal snelgroeiende bedrijven. Dat zijn bedrijven waarvan de personeelsomvang drie jaren achtereen met tien procent of meer toeneemt. Het aantal daarvan is gedaald van 13.000 in 2018 naar 9.000 in 2021, een verzwakking dus. Die verzwakking is een veeg teken dat een lage rente de kwaliteit van de investeringen op langere termijn kan aantasten.
De afgelopen jaren stond de rente bijzonder laag. Hierdoor konden ook minder rendabele investeringen doorgang vinden en daalde de kans dat kapitaal terecht kwam bij de ondernemers met de meeste potentie. Toch is dit niet het hele verhaal. Ook de economische context is van invloed op de groei van de bedrijfsomvang. Bij een economische opleving zullen meer bedrijven een sterke personeelstoename noteren dan bij een terugval. De daling sinds 2018 kan dus ook komen door de zwakkere bbp-groei. Gelet op de verwachte recessie is er wat dat betreft geen zicht op een spoedige verbetering.
Per saldo kunnen wij concluderen dat de bedrijfsdynamiek enigszins normaliseert. Een gezondheidsverklaring is echter nog ver weg.