Dienstenexport als tegengewicht

De dienstenexport is in Nederland recent extra sterk gedaald. Oorzaken zijn de wereldwijde lockdowns en veranderingen in fiscale regelgeving voor multinationals. Wij denken dat er nog wat inhaalgroei van dienstenexport in het vat zit die hiermee de uitvoer een duwtje in de rug geeft. Dit is welkom want met groeivertraging en mogelijke gastekorten op komst lopen de vooruitzichten voor de totale Nederlandse uitvoer (diensten en goederen) terug.
Vergeleken met het eurozone gemiddelde omvat de Nederlandse dienstenexport een relatief groot percentage van het bbp. In 2021 was dit voor Nederland 17,2% tegenover 6,8% voor de . Alhoewel er een paar grotere ‘uitschieters’ zijn (waaronder Ierland met 62,4% en Luxemburg met 162,6%) is Nederland in de eurozone context een relatief grote dienstenexporteur: de grootste. De laatste jaren nam voor Nederland export-verdienstelijking gestaag toe: in 2019 tegenover 64% in 2015 aan exportverdiensten was te wijten aan de uitvoer van diensten.
Wat deed dienstenuitvoer dalen?
Wereldwijde lockdowns zorgden voor een scherpe daling in de totale waarde van Nederlandse uitvoer – waarin diensten harder geraakt werden dan goederen (zie linkerfiguur). Uit een recent rapport van het blijkt dat de daling die we hier in het linkerfiguur zien is niet volledig te wijten aan lockdowns: ook fiscale regelgeving speelt hier een rol. Zo is de regelgeving rondom bronbelasting en andere fiscale maatregelen van multinationals aangescherpt wat zorgde voor een herstructurering van bedrijven die eind 2020 startte. In 2019 en 2020 was ongeveer 13,5% en 16% van totale dienstenuitvoer van deze herstructurerende bedrijven, tegenover zo’n 8,5% in . Uiteraard werd door de pandemie ook het reisverkeer belemmerd door reisrestricties en lockdowns. Toerisme valt ook onder dienstuitvoer. Ook op dit vlak liep de dienstenuitvoer dus sterk terug. In het CBS rapport wordt ook gekeken naar hoe dienstenexport zich zou hebben ontwikkeld zonder de pandemie en verandering in fiscale regelgeving. De analyse toont aan dat de dienstenexport dan met 11,2% gestegen zou zijn.
Gaat inhaalgroei compenseren?
Alhoewel dienstenexport achterblijft bij goederenexport, zijn de vooruitzichten vooralsnog positief. Voornamelijk financiële diensten hebben de afgelopen jaren een groei doorgemaakt (o.a. door online shoppen, aldus het ). Nederland heeft nog altijd een goede uitgangspositie heeft voor internationale dienstenhandel: 1e op intra-EEA STRI ranking en 6e op de EC restrictiveness ranking indicator. Dit biedt mogelijkheden voor (inhaal)groei, ondanks dat de uitvoer van diensten structureel iets lager kan komen te liggen door deze veranderingen in fiscale regelgeving.
Waar de uitvoer van goederen te kampen heeft met verschillende schokken is de dienstenexport hier minder vatbaar voor. De pure dienstenexport gebruikt weinig tot geen input-factoren (zoals grondstoffen), buiten arbeid en wordt daarmee minder geraakt door hoge grondstofprijzen. In het rechterfiguur is de compositie van toegevoegde waarde dankzij export geïllustreerd. Hier is te zien, dat iets meer dan 1/3e van de toegevoegde waarde dankzij export te danken is aan de goederensector. In het donkergroen zien we de export van pure diensten (dat is, niet gerelateerd aan de goederensector). Dit is de categorie waar wij nog inhaalgroei verwachten. In het lichtgroen is de categorie weergeven die potentieel onder druk kan komen te staan wanneer industrie in het buitenland geraakt wordt.
Verder herstel van de dienstenexport kan dus een tegengewicht bieden in een wereld waarin groeivertraging ook de Nederlandse uitvoer gaat raken.
