Door schade en schande wijs

ColumnMacro economy

Ik werk voor een bedrijf dat zich onlangs verontschuldigde voor zijn rol tijdens de slavernij, een mensonterende geschiedenis waar wij met schaamte en afschuw op terugkijken. Dit had nooit mogen gebeuren. Onze voorgangers hadden verder moeten kijken dan hun eigen financiële voordeel en de belangen van andere betrokkenen moeten meewegen bij hun keuzes, helemaal van degenen die geen stem hadden. Een bedrijf runnen gaat immers niet alleen om winst onderaan de streep, maar ook over ethiek.

In de jaren zeventig stelde Milton Friedman nog dat de verantwoordelijkheid van bedrijven winst maken is. Zolang bedrijven zich aan de door de maatschappij gestelde regels en verordeningen hielden, was er volgens hem weinig aan de hand. Inmiddels kijken de meesten hier anders tegenaan. Het draagvlak voor maatschappelijk verantwoord ondernemen groeit. Dit betekent dat de belangen van álle stakeholders dienen te worden meegenomen en niet alleen die van de kapitaalverschaffers. Interessant is dat ook steeds meer kapitaalverschaffers dit vinden. Bij hun beleggingen letten zij veel scherper op de maatschappelijke impact daarvan.

Maar wat is maatschappelijke impact en valt dit te kwantificeren? Tot op zekere hoogte wel. De directe stakeholders van een bedrijf zijn immers bekend. Naast aandeelhouders zijn dat werknemers, toeleveranciers, klanten en de overheid. Op basis van de geldstromen van en naar deze stakeholders valt iets te zeggen over de omvang van maatschappelijke baten die bedrijven genereren en de verdeling daarvan.

Nadere bestudering leert dat in de afgelopen decennia flinke verschuivingen hebben plaatsgevonden. Zo groeide het aandeel van kapitaalverschaffers en consumenten. Het consumentensurplus nam toe dankzij de groei van goedkope diensten van technologiebedrijven. Tegelijkertijd zagen werknemers en toeleveranciers hun aandelen dalen vanwege een tanende machtspositie.

Behalve directe stakeholders hebben bedrijven ook indirecte stakeholders, zoals omwonenden. Hoewel de relatie daarmee losser is, kunnen ook die worden geraakt door de bedrijfsvoering. De gevolgen die zij in hun fysieke en sociale leefomgeving ondervinden, zijn helaas minder tastbaar en lastiger te kwantificeren. Toch is er wel degelijk vooruitgang te bespeuren. Zo komt het beprijzen van CO2-uitstoot geleidelijk van de grond. Een meer accuraat prijskaartje zal van invloed zijn op de toekomstige cashflows van bedrijven. Beleggers onderkennen dit. Bij de corona-uitbraak deden de aandelen van milieubewuste bedrijven het aantoonbaar beter dan die van hun naaste concurrenten.

Op andere terreinen is echter nog een lange weg te gaan. Alle keurmerken ten spijt, is er weinig bekend over de invloed van bedrijven op de kwaliteit van flora en fauna. Over het sociale domein is zo mogelijk nog minder informatie beschikbaar. Hoeveel bedrijven besteden in hun jaarverslag uitgebreid aandacht aan sociale impact? Mijn werkgever heeft het roer omgegooid. Mensenrechten vormen tegenwoordig onderdeel van de verslaglegging. Dit meet- en zichtbaar maken is stap één. De geschiedenis valt niet goed te praten noch terug te draaien, maar gelukkig kunnen wij er wel van leren. Moderne ondernemers zijn daartoe bereid. (Philip Bokeloh, * Deze column is eerder verschenen Globe, het vakmagazine van evofenedex)