Column

Energietransitie aan de grond genageld

DuurzaamheidKlimaateconomieKlimaatbeleidEnergietransitieSocial impact

‘Metalen zijn onmisbaar in de energietransitie’. Dat is vaak de centrale boodschap in de vuistdikke rapporten over de energietransitie van grote gerenommeerde instituten, zoals het Internationaal Monetaire Fonds (IMF), het Internationaal Energie Agentschap (IEA), de Wereldbank, het Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie (IRENA) en ook het World Economic Forum (weforum). Dat mijnbouw daarmee automatisch ook een hot item is binnen de energietransitie, kan niemand meer ontkennen.

Metalen infuus

Het vervangen van fossiele brandstoffen door koolstofarme technologieën zou een verachtvoudiging van investeringen in hernieuwbare energie vergen, aldus het IMF. Dit betekent een sterke toename van de vraag naar metalen. Want in veel koolstofarme technologieën voor die hernieuwbare energie zitten aanzienlijke hoeveelheden metaal.

Zo heb je voor de opslag van energie (zoals batterijen) vooral veel grafiet, lithium, nikkel, mangaan, lood en kobalt nodig. Voor laadstations zijn grote hoeveelheden koper nodig, met name voor de bedrading en staal of aluminium voor de ombouw. Bij de groene stroom uit de zonnepanelen staan aluminium, koper, lood, zilver en zink sterk in het zonnetje, terwijl windturbines juist weer lekker draaien op ijzererts, koper, aluminium en lood.

Mijnbouw van levensbelang

Er wordt dus de komende jaren alleen maar meer een beroep gedaan op de mijnbouwsector. Dit kan zomaar nog problemen opleveren. Want het ontwikkelen van nieuwe mijnen (zogenoemde ‘greenfield’ mijnen) is een proces dat verschillende uitdagingen met zich meebrengt, zowel op bedrijfs- als op landniveau. Zo moeten bijvoorbeeld veel mijnbouwactiviteiten voldoen aan striktere milieuvoorschriften en geven overheden van sommige landen minder snel vergunningen af.

Mijnbouwers hebben al wat langer met dit bijltje gehakt en weten inmiddels dat wie succesvol wil zijn, vooral moet nadenken over de lange termijn. Veel mijnen die aan het begin van de 20e eeuw operationeel werden, hebben voor decennia lang goede kwaliteit ertsen opgeleverd. De economische levensduur van sommige van deze mijnen is echter ten einde. De kwaliteit van de ertsen neemt af, het wordt steeds lastiger om de ertsen te delven en de kosten nemen alleen maar toe. Dit laatste is overigens bij de huidige hoge prijzen wat minder pijnlijk. Het neemt echter niet weg dat investeren in nieuwe projecten van levensbelang is.

Supply crunch

Investeren in ‘greenfield’ projecten is noodzakelijk om aan de groeiende vraag naar metaal te blijven voldoen. Dat vergt echter een strakke planning. Want het proces van het verkrijgen van de licentie voor het mijnen van metaalertsen tot aan het volledig operationeel zijn van een mijn duurt gemiddeld genomen zo’n tien jaar. Bij koper is die termijn zelfs nog iets langer. Voordat een kopermijn volledig operationeel is, kunnen zomaar twintig jaar voorbij gaan. Het vergt meer grondboringen, meer landbewerkingen, meer consultaties en ook meer kapitaal. Daarnaast liggen de ‘greenfield’ projecten niet meer voor het oprapen.

De grote gerenommeerde instituten hebben gelijk met hun analyses. De aanjager voor de groei van de vraag naar metalen en mineralen voor de komende jaren is de energietransitie. Maar meer druk op de mijnbouwsector gaat flinke groene groeipijn opleveren en een mogelijke ‘supply crunch’. Op die manier krijgt de energietransitie ook moeilijk poot aan de grond.

Deze column heeft op 16 mei in de Financiele Telegraaf gestaan onder de titel 'energietransitie niet van de grond door tekort aan nieuwe mijnen'