Goudkoorts diepzeemijnen loopt op

Op de bodem van oceanen liggen veel metaalertsen, soms zelfs letterlijk voor het oprapen. En in een wereld waar de winning van ertsen uit de bodem op het land lastiger en schaarser wordt, lijkt diepzeemijnen een interessante optie. Maar het mijnen van de nieuwe minerale rijkdommen brengt ook veel milieuzorgen met zich mee. Het is daarmee een delicate afweging tussen economische en ecologische haalbaarheid.
Tot op de bodem uitzoeken
Nergens ter wereld zijn mijnbouwactiviteiten op de zeebodem begonnen, zo meldt de (ISA) van de Verenigde Naties (VN). Van alle activiteiten die momenteel op de zeebodem plaatsvinden, gaat het vooralsnog om het verzamelen van informatie. En dan met name over de locatie en kwaliteit van de ertsen en mineralen op de zeebodem, maar ook voor het verzamelen van alle noodzakelijke milieu-informatie. De ISA heeft hiervoor inmiddels 30 vergunningen afgegeven, verdeeld over 22 landen. Deze landen gaan vervolgens met particuliere bedrijven – letterlijk en figuurlijk – in zee.
De mogelijke nieuwe goudkoorts ligt voor ons duizenden kilometers verderop op de bodem van de Stille, de Atlantische en de Indische Oceaan. Daar bevinden zich op zo’n 4.000 meter diepte biljoenen metaalertsen in de vorm van aardappelknolletjes die essentieel zijn voor veel koolstofarme technologieën. Het gaat om een totale oppervlakte van 1,3 miljoen vierkante kilometer ofwel 0,7% van de totale beschikbare diepzeemijngebieden. Dit lijkt nog mee te vallen, maar vergis je niet in de omvang hiervan. Dit is een gebied vergelijkbaar met zo’n 180 miljoen voetbalvelden of 31 keer de oppervlakte van Nederland. Het potentieel is dus enorm. Het zou gaan om bijvoorbeeld circa 5 miljoen ton kobalt, 19 miljoen ton koper en 21 miljoen ton nikkel. Dergelijke hoeveelheden kunnen het speelveld van industriële metaalmarkten flink op hun kop zetten.
Groen en duurzame voedingsbodem
In maart 2022 kwam de ISA voor het eerste deel van hun jaarvergadering bijeen in Kingston (Jamaica). Het tweede deel gaat in juli van start. Aan het einde van beide zittingen gaat de raad zich buigen over de ontwerpregels voor de exploitatie van minerale rijkdommen op de zeebodem. Dit betekent dat de commerciële winning van mineralen op de bodem ergens volgend jaar serieus kan beginnen. Voor sommige milieubelangengroepen gaat dit te snel. Zij vrezen vooral dat te licht gereguleerde diepzeemijnbouw ecosystemen op de zeebodem onherstelbaar zou kunnen beschadigen.
Diepzeemijnbouw kan op den duur onvermijdelijk zijn. Omdat de vraag naar basismetalen en andere mineralen steeds groter wordt dan ontginning op land kan bieden, lijkt diepzeemijnbouw een alternatief om de productie van veel koolstofarme technologie te ondersteunen. De urgentie is nu echter nog ver te zoeken. Niet alleen omdat er voor een snel koolstofarm traject dit niet de voorkeursroute is. Het zal namelijk nog vele jaren en genoeg investeringen vergen voor deze nieuwe industrie tot wasdom komt. Bovendien zijn de milieueffecten nog onvoldoende in kaart gebracht. Dit willen potentiële financiers ook graag goed in beeld hebben en is vaker een eerste vereiste. Sommige geldverstrekkers - waaronder ABN AMRO - sluiten het financieren van diepzeemijnprojecten zelfs volledig uit vanwege de onbekende milieueffecten.
