Groei bedrijfsinvesteringen zwakt af door internationale onzekerheid

PublicationMacro economy

De investeringen van Nederlandse bedrijven in Rusland en Oekraïne zijn bescheiden. Het gaat om respectievelijk EUR 60 mld en EUR 14 mld, samen 1,25% van de totale waarde van investeringen in het buitenland. De investeringen van Russische en Oekraïnse bedrijven in Nederland zijn nog geringer (respectievelijk EUR 25 mld en EUR 2,5 mld, samen 0,5% van het totaal).

Ook de omvang van de handel met deze landen is relatief beperkt. De uitvoer van goederen en diensten naar Rusland besloeg de afgelopen vijf jaar gemiddeld 1,1% van het totaal en die naar Oekraïne 0,2%. De invoer uit deze landen bedroeg respectievelijk 2,4% en 0,2% van het totaal.

Toch heeft het bedrijfsleven de nodige last van de Russische inval. Dat valt af te lezen aan de scherpe terugval van het ondernemersvertrouwen. Die heeft te maken met de stijging van de voedsel- en energieprijzen, de sancties, de dreiging van boycots en de verdere verstoring van de aanvoerlijnen: het is onzeker of goederen op tijd aankomen; vliegtuigen van Europa naar Azië moeten omvliegen; en het treintransport uit China wordt belemmerd doordat de zijderoute door Wit-Rusland loopt.

Daarnaast is er onzekerheid over de financieringslasten. Hoewel de aandelenkoersen na een korte dip weer zijn opgeveerd, liggen de rentes en risicopremies op financiële markten beduidend hoger dan vóór de inval, ook omdat centrale banken hun beleid verkrappen om de inflatieverwachtingen te beteugelen en de stijgende inflatie een halt toe te roepen. Dit leidt ertoe dat externe financiering duurder wordt. Omdat sommige investeringen niet meer rendabel zijn, zullen bedrijven hun investeringsplannen opnieuw tegen het licht moeten houden.

Ook bedrijven die hun marges zien krimpen vanwege de hogere grondstoffenprijzen, zullen zich genoodzaakt zien hun investeringen te heroverwegen. Het is niet altijd mogelijk de kostenstijgingen door te berekenen vanwege concurrentieoverwegingen. Verder staat de koopkracht van afnemers in binnen- en buitenland onder druk door de hoge inflatie. De stijgende grondstoffenprijzen vertalen zich in een verslechterende ruilvoet: de goederen en diensten die Nederlandse bedrijven invoeren, stijgen harder in prijs dan de goederen en diensten die ze uitvoeren.

Mocht de oorlog langer aanhouden, dan groeit het risico dat investeringsplannen definitief de kast in kunnen. Hoe langer het conflict duurt, hoge groter de onzekerheid over toekomstige handelsrelaties en de afspraken die internationaal gelden. Het IMF wijst in haar World Economic Outlook op het gevaar van fragmentatie van het betalingsverkeer en van groeiende moeite om internationaal tot afspraken te komen, bijvoorbeeld over industriestandaarden. Dat kan de handel belemmeren en de investeringen ontmoedigen.

Opkomende landen voegen zich niet meer automatisch naar de wensen van het Westen. Met de opkomst van nieuwe grootmachten, zoals China, beginnen de geopolitieke machtsverhoudingen te verschuiven. Een recent voorbeeld daarvan is de VN-resolutie tegen de Russische inval. Bij de Algemene Vergadering keurde een meerderheid van landen deze goed. Maar er waren ook tegenstemmers en een groot aantal landen dat zich van stemming onthield.

De internationale onzekerheid zal zijn weerslag hebben op de bedrijfsinvesteringen. In het vierde kwartaal namen die met 4,2% op jaarbasis nog sterk toe, waarmee de gemiddelde stijging in 2021 uitkwam op 4,8%. Deze sterke stijging kwam doordat de knelpunten in de aanbodketens afzwakten en de vraag naar kapitaalgoederen hoog bleef. De gunstige orderposities en het feit dat veel bedrijven over voldoende interne middelen beschikken, hun favoriete bron van financiering, schraagden het producentenvertrouwen.

Voor dit jaar houden wij rekening met een lagere groei van de bedrijfsinvesteringen van 2,9%, deels vanwege de nadelige invloed van de oorlog en deels omdat de coronasteunmaatregelen aflopen, waardoor het aantal faillissementen zal toenemen. Voordeel van dit laatste is wel dat arbeid en kapitaal van relatief zwakke bedrijven vrijkomen en een productievere aanwending kunnen krijgen. Op dit moment is het gebrek aan personeel voor veel bedrijven reden om investeringen uit te stellen en liggen er nog volop inhaalinvesteringen op de plank. (Philip Bokeloh)