Nederland - Huishoudens gesteund door koopkrachtherstel


Ondanks de krimp in het eerste kwartaal(1) zal de groei naar verwachting aantrekken en gemiddeld 0,5% bedragen in 2024. Overheidsbestedingen en consumptie van huishoudens zijn de drijvende kracht achter deze geleidelijke groei. De stimuleringsmaatregelen in het onlangs aangekondigde regeerakkoord zijn voor ons reden om onze groeiraming voor 2025 licht te verhogen van 1,2% naar 1,3%. De inflatie (HICP) zal geleidelijk blijven dalen tot gemiddeld 2,5% in 2024 en 2,1% in 2025.
Het tweede kwartaal loopt bijna ten einde, en tot nu toe hebben de binnenkomende cijfers onze visie bevestigd dat huishoudens en de overheid de motoren van de economische groei in 2024 zullen zijn. Sinds het laatste kwartaal van 2023 trekt de particuliere consumptie aan en we verwachten dat deze trend zich in 2024 zal voortzetten. Huishoudens profiteren van drie factoren die positief zijn voor de koopkracht. Ten eerste daalt de inflatie naar verwachting verder, hoewel de grens van 2% nog wel even uit zicht zal blijven (zie hieronder). Ten tweede zorgt de combinatie van lagere inflatie en sterke loongroei voor een herstel van de koopkracht: het verschil tussen loon- en prijsniveaus sinds de pandemie en de energiecrisis is nu gedaald tot 3,5pp in mei 2024, na de piek in oktober 2022 toen het verschil 13,8pp bedroeg. Aangezien we verwachten dat de loonstijging de inflatie blijft overtreffen, zal de loonstijging de prijzen tegen het einde van 2025 grotendeels hebben ingehaald. Ten derde ondersteunt het demissionaire kabinet ook de koopkracht in 2024, bijvoorbeeld door hogere huurtoeslagen en belastingverlagingen voor middeninkomens. Vooral huishoudens met lagere inkomens profiteren van dit herverdelingsbeleid. Al met al verwachten we dat de consumptie van huishoudens in 2024 met 2,2% j-o-j zal groeien en de drijvende kracht zal zijn achter de algehele bbp-groei.
De vooruitzichten voor investeringen zijn zwak op de korte termijn. Door het zwakke externe klimaat, de hoge rente en de lage bezettingsgraad is er weinig stimulans om de productiecapaciteit uit te breiden. We zien wel enige investeringsgroei om de bestaande kapitaalvoorraad te vervangen. De krappe arbeidsmarkt en het tekort aan passend personeel wegen ook op zowel de publieke als de private investeringen. Daardoor is de vraag naar krediet op korte termijn zwak, zoals blijkt uit de resultaten van de Bank Lending Survey van de ECB. De investeringsgroei zal verbeteren wanneer de verwachte versoepeling van de financiële voorwaarden plaatsvindt en de export aantrekt, vooral in sectoren die internationaal actief zijn en gevoeliger zijn voor rentetarieven.
In 2024 is de inflatie verder gedaald, hoewel de snelheid van de daling afneemt. De energieprijzen spelen een kleinere rol. In plaats daarvan drukken arbeidsintensieve diensten hun stempel op de inflatie. Hoewel het risico van een loon-prijsspiraal beperkt is, zorgt de huidige hoge loongroei ervoor dat de inflatie voorlopig boven de ECB-doelstelling van 2% blijft. De loongroei heeft een hoogtepunt bereikt en daarom verwachten we dat de inflatie in de dienstensector de komende kwartalen langzaam zal afnemen. Gezien de volatiliteit van de wereldeconomie in de afgelopen jaren zijn de risico's voor onze inflatieverwachtingen vooral opwaarts. De belangrijkste opwaartse risico's komen van de geopolitieke situatie, bijvoorbeeld escalatie van het conflict in het Midden-Oosten en mogelijke effecten op de energiemarkten. Het regeerakkoord zal ook een klein opwaarts effect hebben op de inflatie in 2025, omdat de product-specifieke belastingen stijgen. Al met al verwachten we een gemiddelde inflatie van 2,5% in 2024 en 2,1% in 2025.
(1) Maandag liet de tweede berekening van het bbp over het eerste kwartaal een krimp zien van 0,5% in plaats van 0,1% (lees ). Deze aanpassing heeft een negatief effect op onze prognoses, maar verandert niets aan onze visie op de Nederlandse economie voor de toekomst. We zijn onze prognoses nog aan het herzien.