Nederlandse industrie ziet export aantrekken

PublicationMacro economy

De Nederlandse industrie groeit in een iets trager tempo, zo blijkt uit de Nevi Inkoopmanagersindex over oktober. De score daalde van 53,7 naar 51,8. De productie en het aantal nieuwe orders namen verder toe. Het aantal nieuwe exportorders steeg weer, na een lichte daling in september.

De aantrekkende export is opvallend, want door de Amerikaanse invoerheffingen staat de Europese export naar de VS onder druk. Maar uit de enquête onder circa 350 inkoopmanagers in de Nederlandse industrie blijkt dat de Europese vraag naar Nederlandse producten toeneemt, vooral vanuit Frankrijk, Duitsland en België. Wel hebben veel respondenten geantwoord voordat China de export van halfgeleiders aan banden legde, wat vooral de Duitse auto-industrie kan belemmeren.

Industriebeleid van belang voor basisindustrie

Steeds duidelijker tekent zich in de Nederlandse industrie een tweedeling af. Enerzijds begint de productie van de hoogtechnologische industrie aan te trekken, bijvoorbeeld dankzij een verbetering van de vraag naar machines. Anderzijds staat de energie-intensieve industrie onder druk. Zo is de productie van de chemische industrie gedurende de zomer verder gedaald, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). En in oktober kreeg de chemie een nieuwe tegenslag te verwerken. Kondigden eerder dit jaar al meerdere fabrieken in de regio Rotterdam sluiting aan, nu sluiten ook drie chemische fabrieken in Chemelot bij het Limburgse Geleen de deuren.

Uit de verkiezingsprogramma’s blijkt dat de verschillende politieke partijen allerminst op een lijn zitten wat betreft voor de basisindustrie belangrijke onderwerpen, zoals de nationale CO2-heffing en de hoogte van budgetten voor verduurzamingssubsidies, zoals SDE++, EIA, MIA en VAMIL. De concurrentiepositie van de Nederlandse basisindustrie staat onder druk, onder andere door hoge energieprijzen en de nettarieven, die in Nederland beduidend hoger zijn dan in de ons omringende landen.

Veel fracties in de Tweede Kamer zijn voorstander van lagere nettarieven, zo bleek tijdens een verkiezingsdebat tussen negen kandidaat-Kamerleden dat was georganiseerd door brancheorganisatie FME, onderzoeksinstituut TNO en de vakbonden. Het verlagen van de nettarieven voor de industrie, zoals de Europese Commissie adviseert, is echter makkelijker gezegd dan gedaan, want daardoor loopt waarschijnlijk de staatsschuld op.

Het volgende kabinet kan grote invloed hebben op het Nederlandse klimaatbeleid en de concurrentiepositie van de Nederlandse basisindustrie. De basisindustrie kijkt dus in spanning uit naar de vorming van een nieuwe coalitie.