Nederlandse verkiezingen – Oog voor klimaat

We hebben een inschatting gemaakt van de kans dat het klimaatbeleid in Nederland de komende jaren wordt geïntensiveerd door te kijken naar de klimaatbeleidsplannen in de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen die momenteel het hoogst scoren in de peilingen voor de verkiezingen van 29 oktober.
Tijdens de ambtsperiode van het kabinet Schoof is het tempo waarin de uitstoot van broeikasgassen (BKG) in Nederland daalt afgenomen en zijn de langetermijnprognoses voor het gebruik van hernieuwbare energie naar beneden bijgesteld.
Het laatste rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeert dat "het bereiken van de klimaatdoelstelling voor 2030 heel erg onwaarschijnlijk is" en benadrukt dat het “van groot belang” is dat “meer stevige maatregelen worden genomen, die een structurele transitie ondersteunen”.
We hebben een inschatting gemaakt van de kans dat het klimaatbeleid in Nederland de komende jaren inderdaad wordt geïntensiveerd door te kijken naar de klimaatbeleidsplannen in de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen die momenteel het hoogst scoren in de peilingen voor de verkiezingen van 29 oktober.
We constateren dat twee partijen (GL/PvdA en D66) een sterk pro-klimaatstandpunt innemen en duidelijke en strenge doelstellingen formuleren; één partij (CDA) heeft ook een pro-klimaatstandpunt, maar stelt beperkte doelstellingen; twee partijen (PVV en JA21) zijn duidelijk tegen klimaatbeleid en één partij (VVD) is voor klimaatbeleid, maar hecht evenveel of meer belang aan economische groei en winstgevendheid.
Inleiding
Op 29 oktober 2025 worden Tweede Kamer verkiezingen gehouden. In een eerdere nota hebben we het klimaatbeleid van het aftredende kabinet Schoof en de laatste ontwikkelingen op het gebied van broeikasgasemissies en andere klimaatdoestellingen geëvalueerd (zie hier). We constateerden dat tijdens de ambtsperiode van de vertrekkende regering de jaarlijkse vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (BKG) is vertraagd tot het laagste tempo sinds de goedkeuring van het Akkoord van Parijs (met uitzondering van de pandemiejaren). Volgens het rapport van september 2025 van het PBL is het heel erg onwaarschijnlijk (kans < 5%) dat Nederland in 2030 de EU-doelstellingen voor broeikasgasemissies, primair energieverbruik en gebruik van hernieuwbare energie zal halen met het huidige uitgewerkte beleid. Daarom stelt het PBL dat er aanvullende en structurele klimaatbeleidsmaatregelen nodig zijn om deze wettelijk verplichte EU-doelstellingen te halen.
In deze nota beoordelen we de kans dat een dergelijke aanscherping van het klimaatbeleid de komende jaren zal plaatsvinden door de klimaatbeleidsplannen in de verkiezingsprogramma's van de zes politieke partijen die momenteel het hoogst in de peilingen staan, te evalueren. Dit zijn de PVV, GL/PvdA, het CDA, de VVD, D66 en JA21. In deze nota bespreken we ook de beoordeling van het Centraal Planbureau (CPB), dat traditioneel de economische en financiële gevolgen van de verkiezingsprogramma's evalueert voordat er algemene verkiezingen worden gehouden.
Klimaat- en energiebeleidsplannen van de grootste partijen
Hieronder vatten we de belangrijkste beleidsplannen samen met betrekking tot enkele van de belangrijkste klimaat-gerelateerde kwesties in Nederland, zoals gepresenteerd door de zes bovengenoemde politieke partijen. Eerst geven we een overzichtstabel en vervolgens vatten we de belangrijkste punten per partij samen.

PVV
De PVV is tegen elke vorm van actief klimaatbeleid. De partij wil een einde maken aan de energietransitie, uit het Akkoord van Parijs stappen, zich niet houden aan de EU-klimaatwetgeving, het Nederlandse Klimaatfonds afschaffen en subsidies voor investeringen in groene technologie stopzetten. PVV is voorstander van het gebruik van kolen en gas en wil de gas- en oliewinning in de Noordzee uitbreiden. De partij is tegen de bouw van nieuwe windturbines. Bovendien wil de PVV de energiebelastingen verlagen (het btw-tarief op energie wordt verlaagd van 21% naar 9%) en een einde maken aan de CO2-belasting die bedrijven betalen. Ten slotte is de partij tegen elke verplichting met betrekking tot het gebruik van elektrische auto's of schepen en wil zij het aantal of de omvang van Natura 2000-gebieden verminderen en/of verkleinen. Samenvattend: de PVV heeft een duidelijk en ondubbelzinnig standpunt tegen klimaatbeleid.
GroenLinks/PvdA
GL/PvdA wil streven naar netto nul uitstoot in 2040 (dus tien jaar eerder dan de EU-doelstelling) en een vermindering van de broeiasgasemissies met 65% in 2030 (ten opzichte van 1990), wat tien procentpunten meer is dan de officiële EU-doelstelling. Ten slotte moeten in 2035 alle elektriciteitsbronnen in Nederland klimaatneutraal zijn en in 2040 moeten ook alle andere energiebronnen en de industrie klimaatneutraal zijn. Zonne- en windenergie zullen de toekomstige drijvende krachten achter het energiesysteem zijn. De bouw van offshore windparken zal worden gestimuleerd en de overheid zal een deel van de financiële risico's op zich nemen. Vanaf 2030 zullen alleen nog elektrische voertuigen worden verkocht. De regering heeft 14 miljard euro gereserveerd voor de bouw van nieuwe kerncentrales. GL/PVDA wil dit geld herbestemmen om bedrijven, huishoudens en boeren te ondersteunen bij hun inspanningen voor een duurzame transitie. Grote vervuilende bedrijven zullen eerlijke belastingen betalen over hun schadelijke uitstoot, terwijl subsidies voor fossiele brandstoffen geleidelijk worden afgeschaft. De nationale CO2-belasting voor de industrie blijft gehandhaafd en de daaruit voortvloeiende overheidsinkomsten worden geïnvesteerd in de duurzame transitie van de industrie. Naast financiële prikkels zullen er ook strenge regels komen, zoals het uitbreiden van de energiebesparingsvereisten en het vaststellen van verplichte besparingsdoelstellingen per sector. De overheid zal investeren in het renoveren van bestaande woningen. Het openbaar vervoer zal worden gestimuleerd door financiële tegemoetkoming te geven aan gebruikers van het openbaar vervoer. In de landbouw zal een einde worden gemaakt aan de industriële veeteelt en zullen intensieve veehouders in de buurt van natuurgebieden worden uitgekocht. Samenvattend: GL/PvdA heeft een sterk pro-klimaatstandpunt, ondersteund door duidelijke en strenge klimaatdoelstellingen.
CDA
Het CDA wil zich blijven inzetten voor de EU-doelstelling van netto nul broeikasgasemissies in 2050 en voor het Akkoord van Parijs. De partij wil investeren in een evenwichtige mix van kernenergie, windenergie, zonne-energie, waterstof, groen gas, duurzame biomassa, geothermische energie en schone brandstoffen. Het CDA wil ervoor zorgen dat er voldoende CO₂-vrije, flexibele energiecapaciteit (zoals kleine kernreactoren) is om op lange termijn een betrouwbare energievoorziening te garanderen. De partij stimuleert ook de ombouw van bestaande gascentrales en het gebruik van kolencentrales voor andere vormen van schone energie. Offshore windmolenparken moeten worden uitgebreid, maar de kosten moeten worden gedeeld met buurlanden. De partij streeft naar een stabiel en duidelijk (financieel) beleid om inwoners en bedrijven te ondersteunen bij het nemen van verantwoordelijkheid voor klimaatadaptatie en -transitie. Dit omvat bijvoorbeeld isolatie, zonnepanelen, warmtepompen en mogelijke nieuwe technologieën. Ook is de partij voorstander van de bouw van twee nieuwe kerncentrales. CDA is van plan de uitstoot van stikstof door boeren te verminderen door nieuwe technologieën voor mestverwerking in te voeren. De motorrijtuigenbelasting zal worden hervormd om beter aan te sluiten bij de transitie naar elektrische auto's. De nationale CO2-belasting voor de industrie wordt afgeschaft. Het CDA is voorstander van Europese samenwerking op het gebied van klimaatbeleid en de klimaattransitie in de industrie. Wat energie-efficiëntie betreft, wil de partij bindende afspraken maken met de grootste vervuilers en zich richten op een evenwichtige mix van hernieuwbare energie, kernenergie, energiebesparing en CO2-opslag. De partij is van mening dat CO2-afvang en -opslag (CCS) een essentieel onderdeel is van het bereiken van klimaatneutraliteit. De glastuinbouw moet in 2040 klimaatneutraal zijn. Sanctionering fungeert als ultieme remedie als bedrijven in de landbouwsector hun deel van de gestelde emissienormen in 2030 en 2035 niet halen. Samenvattend: CDA heeft een klimaatvriendelijk beleid, maar stelt geen zeer strenge doelstellingen.
VVD
De VVD stelt dat zij ervoor zal zorgen dat Nederland, net als andere landen, zijn EU-verplichtingen op het gebied van klimaat en energie nakomt. Zij wil de Klimaatwet aanpassen naar een Klimaat- en groeiwet, waarbij de pijlers energieonafhankelijkheid en betaalbaarheid worden toegevoegd. De VVD wil de energiebelastingen te verlagen en de CO2-belasting voor de industrie afschaffen. De partij wil bedrijven met hoge elektriciteitsrekeningen financieel compenseren en onderzoekt investeringskortingen voor bedrijven die duurzamer willen worden. Ook is zij voorstander van het ondersteunen van bedrijven door middel van op maat gemaakte overeenkomsten, waarbij een gerichte, individuele aanpak wordt gehanteerd om hen te helpen hun doelstellingen voor 2030 te halen. Aanzienlijke bedragen worden geïnvesteerd in offshore windmolenparken, zonne-energie, groen gas, waterstof en geothermische energie. Ook wordt de bouw van extra kerncentrales versneld, gedeeltelijk gefinancierd door de overheid en de particuliere sector. De VVD is voorstander van stikstofreductie door zich te richten op emissies, waarbij alle sectoren een eerlijke bijdrage leveren, wat moet leiden tot een gegarandeerde emissiereductie van 50% in 2035. De landbouwsector moet worden afgestemd op de milieucapaciteit van het gebied, wat betekent dat emissies en vervuiling waar nodig moeten worden teruggedrongen. De gaswinning uit binnenlandse bronnen zal worden voortgezet vanuit kleine velden op het land en in de Noordzee. De partij is van plan te investeren in de tijdige ontwikkeling van CO2-opslag en zich te richten op CO2-afvang, -verwijdering en -hergebruik. De VVD staat open voor de aankoop van koolstofrechten buiten de EU en wil actief werken aan de totstandkoming van een internationale koolstofmarkt. Samenvattend: de VVD is voorstander van naleving van de EU-klimaatwetgeving, maar hecht evenveel of meer belang aan economische groei en winstgevendheid.
D66
D66 wil Nederland weer op koers brengen om de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030, 2040 en 2050 te halen. De partij wil de uitstoot van broeikasgassen met 5 tot 6% per jaar verminderen. De energietransitie moet gebaseerd zijn op een mix van zonne-energie, windenergie, groene waterstof en andere bronnen. Het gebruik van biomassa voor elektriciteit zal geleidelijk worden afgebouwd. Essentiële groene technologie zal door de overheid worden gesubsidieerd. De partij wil fors investeren in offshore windturbines en zonnepanelen op daken, industrieterreinen en ongebruikte grond. Bewoners krijgen een aandeel in lokale energieprojecten. Energiecoöperaties die projecten zoals buurtbatterijen of zonneparken willen opzetten, zullen worden ondersteund. De partij staat open voor kernenergie. D66 blijft zich inzetten voor een halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en streeft naar een snelle vermindering van deze uitstoot, op basis van een plan met duidelijke, wettelijk bindende doelstellingen. De partij is voorstander van extra Europese investering van 750 tot 800 miljard euro per jaar in groene technologie, hernieuwbare energie en groene infrastructuur, te financieren met gezamenlijke leningen. Nederland moet het voortouw nemen bij de opbouw van een Europees energiesysteem, met als doel elektriciteitsnetten te delen en energieopslag met andere landen te organiseren. Europese samenwerking is ook nodig op andere klimaat-gerelateerde gebieden. De partij wil voor elke sector een duidelijke einddatum vaststellen voor fossiele technologieën en duidelijke plannen maken voor de overgang naar duurzame alternatieven. Wat betreft nationale CO2-belasting stelt de partij dat duurzaamheid de norm wordt en dat vervuiling een voorspelbare prijs krijgt: de "echte" prijs. De partij wil subsidies voor fossiele brandstoffen sneller afbouwen en kansen creëren voor duurzame innovatie. D66 is van plan om betaalbare elektrische auto's te stimuleren door middel van subsidies en belastingvoordelen. Ook zal het gebruik van het openbaar vervoer worden bevorderd en gesubsidieerd. Wat de landbouw betreft, stelt de partij dat het opkopen van boerderijen een middel is om de overgang naar natuurvriendelijke en minder intensieve landbouw te stimuleren, waarbij een vermindering van het veestapel een logisch gevolg is van deze inspanningen. Samenvattend: D66 heeft een sterk pro-klimaatstandpunt en stelt duidelijke en strenge doelen.
JA21
JA21 is van mening dat de huidige klimaatdoelstellingen vaak onrealistisch zijn en twijfelachtige resultaten opleveren. Daarom kiest de partij voor een pragmatische en realistische aanpak. In plaats van eenzijdig te proberen het mondiale klimaat te beheersen, wil zij zich richten op klimaatadaptatie. Dit betekent gerichte investeringen in waterbeheer en dijken, betaalbare en betrouwbare energievoorziening en technologische innovaties om Nederland veerkrachtig te maken. JA21 is tegen een Europees industriebeleid, terwijl duurzaamheid en een circulaire economie alleen worden ondersteund als ze winstgevend zijn. Er mogen geen belastingen worden geheven om mensen tot een duurzamere levensstijl te dwingen. De partij is een groot voorstander van kernenergie en wil investeren in extra kerncentrales. De partij is tegen subsidies om groene investeringen te stimuleren en wil de nationale CO2-belasting voor de industrie afschaffen. JA21 is tegen het sluiten van kolen- en gascentrales, voorstander van het blijven gebruiken van aardgas en wil afzien van de doelstellingen om in 2050 gasvrij te zijn. De winning van aardgas in Groningen moet op verantwoorde wijze gebeuren en de gasproductie in de Noordzee zal worden opgevoerd. Samenvattend: JA21 heeft een duidelijk standpunt tegen klimaatmitigatiebeleid.
Analyse door het CPB en financiële gevolgen
Het Centraal Planbureau (CPB) publiceert traditioneel een analyse waarin de economische en financiële gevolgen van de verkiezingsprogramma's van politieke partijen worden geëvalueerd voordat er algemene verkiezingen worden gehouden ("Keuzes in Kaart 2027-2030",). Het CPB evalueert de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen op verzoek, en de PVV behoort daar niet toe. Het CPB heeft ook een overzicht gemaakt van de bedragen die de verschillende partijen willen uitgeven aan klimaat- en milieu-gerelateerde zaken, evenals de veranderingen in belastingen met betrekking tot klimaat en milieu. D66 lijkt in dit opzicht de meest ambitieuze plannen te hebben, met een verhoging van de belastingen op het gebied van klimaat en milieu met 8,8 miljard euro en een verhoging van de uitgaven in deze categorieën met 5,2 miljard euro. Aan de andere kant van het spectrum staat JA21, dat zowel de belastingen als de uitgaven op het gebied van klimaat en milieu wil verlagen.

Conclusie
Op basis van de verkiezingsprogramma's van de zes partijen die momenteel het hoogst scoren in de peilingen voor de verkiezingen van 29 oktober, kunnen we concluderen dat twee partijen (GL/PvdA en D66) een sterk pro-klimaatstandpunt innemen en duidelijke en strenge doelstellingen hebben geformuleerd; één partij (CDA) heeft ook een pro-klimaatstandpunt, maar stelt beperkte doelstellingen; twee partijen (PVV en JA21) zijn duidelijk tegen klimaatbeleid en één (VVD) is voor klimaatbeleid, maar hecht evenveel of meer belang aan economische groei en winstgevendheid. De analyse van het CPB levert vergelijkbare resultaten op. Daarnaast constateert het CPB dat D66 de meest ambitieuze partij is wat betreft veranderingen in inkomsten en uitgaven op het gebied van klimaat en milieu. Dit betekent dat de kans op de noodzakelijke intensivering van het klimaatbeleid in Nederland in de komende jaren het grootst is als D66, GL/PvdA en CDA deel uitmaken van de volgende coalitieregering, en het kleinst als PVV en JA21 worden opgenomen, waarbij VVD een meer neutraal standpunt inneemt.