Publication

NL Update – Diensteninflatie zorgt voor een lange inflatiestaart

Macro economieNederlandPrognoses

In augustus is de inflatie (CPI) gedaald naar 3,6% j-o-j. In juli kwam de inflatie hoger uit, vooral door een hogere indexatie van de huren. Dit zorgt voor een opwaartse aanpassing voor de diensteninflatie in de navolgende 11 maanden. We denken dat de loongroei het hoogtepunt heeft bereikt, maar de rest van het jaar hoog zal blijven. Dit zorgt voor opwaartse druk op de inflatie, vooral bij arbeidsintensieve diensten. We hebben onze inflatievoorspellingen herzien, naar 3,2% in 2024 en 2,9% in 2025.

Inflatie augustus licht gedaald

In augustus is de inflatie (CPI) marginaal gedaald naar een prijsstijging van 3,6% vergeleken met dezelfde maand het jaar ervoor. In juli kwam het cijfer nog uit op 3,7%. Deze daling was in lijn met onze verwachtingen. Vergeleken met juli zijn de prijzen van industriële goederen en energie (sterker) gedaald, dat drukt het inflatiecijfer. De prijsdaling van industriële goederen heeft mogelijk te maken met de zwakkere vraag naar goederen die we zien in de bredere eurozone. Aan de andere kant namen de prijzen van voedingsmiddelen en diensten juist wat meer toe, wat een rem zet op de inflatiedaling. Prijzen van voedingsmiddelen merken mogelijk de vertraagde effecten van de accijnsverhoging op tabak. De dienstenprijzen worden voornamelijk gedreven door hogere huren en loongroei, die we hieronder bespreken.

Juli inflatie hoger door nieuwe indexatie woninghuren

In juli kwam de inflatie hoger uit, vooral door een hogere indexatie van de woninghuren. De werkelijke woninghuur nam toe van 2% j-o-j naar 5,5%, en de toegerekende woninghuur van 2,1% j-o-j naar 5,1%. Deze twee categorieën vormen samen zo’n 20% van het consumptiemandje dat wordt gebruikt om de inflatie te meten, waardoor een stijging van de huren een groot effect heeft op het inflatiecijfer. Aangezien het maximum een jaar geldt zorgt deze stijging nog 11 maanden voor een hogere diensteninflatie, waardoor we onze voorspellingen opwaarts hebben aangepast.

Aan de jaarlijkse huurverhoging is een maximum gesteld. Zo mag de vrije sector huur vanaf 1 januari 2024 met 5,5% toenemen (inflatie + 1%) en de sociale huur mag vanaf 1 juli 2024 met 5,8% (gemiddelde loonontwikkeling) toenemen wanneer de (kale) huur groter is dan 300 euro per maand. In een eerdere studie beschreven we dat de huurprijsstijgingen voor zowel sociale als vrije sector huurwoningen binnen de door het kabinet vastgestelde maximum blijven.

Loongroei speelt nog steeds een belangrijke rol in (arbeidsintensieve) diensten

In juni en juli nam de loongroei opnieuw toe. De stijging in juli werd voornamelijk gedreven door een toename van het minimumloon. In veel cao’s is de inflatie al gecompenseerd, ondanks dat er nog steeds sprake is van enige opwaartse loondruk. Daardoor valt een belangrijke reden van sterke loongroei grotendeels weg. Aan de andere kant zorgt de nog steeds krappe arbeidsmarkt voor onderhandelingsmacht bij werknemers, wat een opwaarts effect uitoefent op de loongroei. Per saldo denken we dat de loongroei het hoogtepunt heeft bereikt, maar de rest van het jaar hoog zal blijven. Daardoor hebben we onze cao-loongroei voorspellingen aangepast naar 6,5% in 2024 (was 5,8%) en 4,0% in 2025 (was 3,6%). De loongroei die nog langere tijd hoog zal blijven zorgt voor opwaartse druk op de inflatie. Wij denken dat dit vooral speelt bij contact-intensieve diensten omdat daar de marges vaak klein zijn en de doorberekening van lonen sneller plaatsvindt.

Opwaarts bijgestelde inflatievoorspellingen

De verhoogde loongroei en hogere huren zorgen ervoor dat de diensteninflatie minder snel daalt. Al met al hebben we onze inflatievoorspellingen (CPI) aangepast om dit te reflecteren, naar 3,2% in 2024 (was 2,7%) en 2,9% in 2025 (was 2,2%). Daarmee blijft het boven de 2% doelstelling van de ECB.