Scenario's: Hoe beïnvloeden rentes, de pandemie en het klimaat elkaar?

De onzekerheden rond zowel de pandemie met Omicron, als t.a.v. monetair beleid door opgelopen inflatie, maken het nuttig enkele scenario's te doordenken. Deze scenario’s vertegenwoordigen niet ons basisscenario, maar laten extreme situaties zien die ons helpen begrijpen hoe factoren elkaar beïnvloeden.
Scenario I: Pandemie eindigt, financieringscondities blijven ruim
Als de pandemie in 2022 eindigt en verdere beperkingen worden voorkomen, kan de groei in 2022 nog sterker boven de trend liggen dan in ons basisscenario waar groei normaliseert naarmate de inhaalgroei van heropening achter ons komt te liggen. Consumenten verschuiven hun vraag terug van goederen naar diensten, waardoor de druk op de toeleveringsketens afneemt en de inflatie afkoelt. Monetaire beleid blijft accommoderend zolang het mondiale bbp onder zijn potentieel ligt. Dit betekent dat er meer ruimte is voor overheidsinvesteringen in het koolstofarm maken van de economie, nu er geen discretionaire begrotingsuitgaven meer nodig zijn om de economie te ondersteunen. Ook kunnen huishoudens hun spaaroverschotten (in de eurozone ongeveer 750 miljard euro) besteden aan investeringen in energie-efficiëntie van hun huizen.
Scenario II: pandemie eindigt, maar financieringscondities worden streng
Er ontstaat een heel andere wereld als we aannemen dat de pandemie in 2022 eindigt, maar de economieën oververhit raken. Consumenten kunnen hun aandacht verleggen naar de dienstensector, maar personeelstekorten (veroorzaakt door een grootschalige en permanente terugtrekking van de beroepsbevolking) dwingen werkgevers ertoe de lonen drastisch te verhogen. Aangezien de dienstensector een groot deel van de huidige economieën uitmaakt, kunnen deze loonstijgingen loon-prijsspiralen in gang zetten - een dynamiek die decennialang niet is voorgekomen. Het oplossen van verstoringen van de toeleveringsketen laten langer op zich laten wachten. Het zerotolerancebeleid van de Chinese overheid kan leiden tot voortdurende lokale lockdowns, ondanks het feit dat weinig mensen besmet zijn. Bovendien kan een toename van de vrachtcapaciteit leiden tot nieuwe fricties in het wegvervoer in economieën van bestemming die met een tekort aan arbeidskrachten te kampen hebben. Zowel in de dienstensector als in de industrie zou de prijsdruk dan blijven aanhouden. Centrale banken trappen op de rem door de rente te verhogen, met een sterke reactie van financiële markten tot gevolg. De centrale banken hebben weinig ruimte om van hun verkrappend beleid terug te komen zolang de prijzen niet afkoelen. Via wisselkoersen en externe financiering komt de wereldwijde financiële verkrapping op een moment dat de opkomende economieën nog maar net zijn begonnen aan hun herstel. Dit leidt tot een wereldwijde recessie. Het uitgeven van overheidsschuld voor klimaatuitgaven wordt duur, en het beprijzen van koolstof wordt politiek onhaalbaar.
Scenario III: Pandemie houdt aan, financieringscondities blijven ruim
Nu de pandemie voortduurt, blijven economisch schadelijke beperkingen bestaan. De regeringen schakelen over op aanpasbare steunmaatregelen. In plaats van balanssteun (EU) of directe inkomenssteun (VS) worden werknemers gestimuleerd om over te stappen op economische activiteiten die tijdens de beperkingen blijven bestaan (gezondheidszorg, vervoerslogistiek, hernieuwbare energie). De aanpassingen leiden tot grootschalige faillissementen en werkloosheid, wat op zijn beurt de vraag doet dalen en de inflatie afkoelen. Het monetaire beleid blijft uiterst soepel en de fiscale uitgaven voor omscholing doen de overheidsschuld verder stijgen. Door de aandacht voor de mobiliteit van werknemers wordt een belangrijk obstakel voor een proactief klimaatbeleid (tekorten aan arbeidskrachten) minder groot. Als gevolg daarvan krijgt het klimaatbeleid - hoewel het niet de prioriteit heeft - een belangrijke impuls.
Scenario IV: Pandemie houdt aan en de financieringscondities verkrappen sterk
Waarschijnlijk het meest onwaarschijnlijke scenario, maar het overwegen waard. In deze wereld zorgt de pandemie voor aanhoudende lockdowns, waarbij de regeringen de economie steunen zoals tot nu toe. Dit betekent balanssteun voor Europese bedrijven en grootschalige stimuleringscheques voor Amerikaanse consumenten. Faillissementen en werkloosheid blijven laag, maar de tekorten aan arbeidskrachten in sectoren die tijdens lockdowns groeien, blijven toenemen. Consumenten die directe inkomenssteun ontvangen verhogen hun goederenconsumptie, wat aanbodtekorten en hogere inflatie in de hand werkt. Deze situatie wordt nog verergerd door de langdurige harde lockdowns in China, waardoor de productie van de verwerkende industrie aanzienlijk daalt. Dit alles wakkert de reeds hoge inflatie aan, waardoor de centrale banken renteverhogingen onvermijdelijk achten. De financiële markten raken in paniek, omdat niet alleen de rente fors stijgt, maar ook de pandemie aanhoudt. De combinatie van historisch hoge overheidsschulden en ernstige financiële verkrapping kan een schuldencrisis veroorzaken.
