Slim zaaien, groen oogsten
De uitdagingen voor de agrarische sector zijn groots. Door de verdere groei van de wereldbevolking neemt de vraag naar agrarische producten constant toe. Ondertussen is de vraag van consumenten aan verandering onderhevig. Deze continue dynamiek in consumentenvoorkeuren maakt besluitvorming complex. En tegelijkertijd moet ook de hele agrarische sector haar uitstoot van broeikasgassen reduceren. Dit alles vraagt om continue efficiencyslagen en innovatief vermogen. Gelukkig kent de Nederlandse agrarische sector inmiddels hier wel de klappen van deze zweep.
Agrarische visioen 2050
Laten we ons weer eens verplaatsen naar het jaar 2050. Hoe ziet het Nederlandse agrarische landschap er dan uit? Laten we er eens van uitgaan dat alle Nederlandse boerenbedrijven in 2050 100% duurzaam zijn. In het productieproces is dan hernieuwbare energie de voornaamste energiebron. De transitie daarnaartoe heeft voor een grote verandering gezorgd in de manier waarop zowel de boerderijen als de voedingsmiddelenindustrie produceren.
De gecoördineerde aanpak door de gehele keten heen van boeren, voedselproducenten, consumenten, financiers tot overheden is hierbij doorslaggevend geweest. Het heeft ook voor een gedragsverandering gezorgd bij consumenten. Het is gelukt om consumenten te overtuigen van de noodzaak om voedselverspilling tegen te gaan. Aan voedselverspilling doen we niet meer.
De consument is anders gaan eten en heeft zijn dieet aangepast. Dit komt vooral doordat er goede alternatieve eiwitbronnen zijn ontwikkeld. De vlees- en zuivelconsumptie ligt daarmee 50% lager ten opzichte van het niveau in 2030. De veestapel en het aantal veehouderijen is flink ingekrompen. In 2020 was de veehouderij nog verantwoordelijk voor tweederde van de totale uitstoot van broeikasgassen uit de agrarische sector, maar richting 2050 is de uitstoot hier drastisch gekrompen.
De tuinbouw maakt 100% gebruik van hernieuwbare energiebronnen (zoals zonne- en windkracht, geothermie, biomassa). Zonnekracht is echter de voornaamste energiebron in de tuinbouw. De tuinbouw is ook veel meer ‘voorspellend’ gaan produceren en de bedrijven telen alleen nog die producten waarvoor zeker een koper is.
Belangrijke hulpbronnen zoals water en meststoffen worden op efficiëntere wijze ingezet. Het gebruik van hernieuwbare meststoffen heeft een aandeel van 95%, en het aandeel van de niet-hernieuwbare meststoffen (zoals kalium en fosfor) is daarmee flink afgenomen. Afval bestaat niet meer, maar is een belangrijke hulpbron in het productieproces.
Verticale landbouw – waarbij gewassen in meerdere lagen op elkaar worden gekweekt – is veelvoorkomend, ook in de stad. Het heeft een bijdrage geleverd aan efficiënt land- en grondmanagement. De bodemkwaliteit en de productiviteit zijn hierdoor flink verbeterd. Het heeft er bovendien toe geleid dat er een aanzienlijke verschuiving heeft plaatsgevonden van landbouw- naar bosbouwpraktijken. Hierdoor is de bebossing tot aan 2050 doorgezet en het aantal bomen in Nederland is in de periode 2030-2050 verdubbeld.
Agri-tech
Volgens zal tegen 2050 zal de sector mondiaal zo’n 10 miljard mensen moeten voeden. Zij stellen dat dit een stijging van 70% van de voedselproductie vereist. Tegelijkertijd moet de sector de uitstoot van broeikasgassen blijven reduceren. Een immense uitdaging die gehaald kan worden met voldoende innovatiekracht, stimulerend overheidsbeleid en slimme poten in de modder.
