Zicht op koopkrachtherstel?

PublicationMacro economy

Vanochtend werd bekend dat de consumentenprijsindex (CPI) met 5,7% steeg in december 2021, ten opzichte van december 2020. De jaarinflatie voor 2021 komt daarmee op 2,7%. Doordat de cao-lonen in 2021 met maar 1,8% stegen, leed de gemiddelde werknemer koopkrachtverlies. De inflatie was zo hoog dat er maar weinig groepen werknemers overbleven die door een uitzonderlijk sterke cao en/of een goede individuele loongroei toch een koopkrachtstijging doormaakten. Onze inschatting is dat maar een half miljoen van de 9 miljoen werknemers er reëel op vooruit gingen in 2021.

ABN AMRO Group Economics

ABN AMRO Group Economics

Auteur heeft bank verlaten, zie tekst

Auteur: Piet Rietman

Het is te vroeg om een prognose in cijfers te geven over de koopkracht in 2022, maar onze verwachting van de cao-loongroei (2,2%) ligt ver af van onze inflatieverwachting (3,5%). De kabinetsformatie heeft te lang geduurd om die kloof nog voor dit jaar met belastingherzieningen te dichten. Ook de incidentele loongroei zal niet hoog genoeg zijn om te zorgen voor (zogenoemd dynamische) koopkrachtgroei.

Voor optimisten zijn er toch twee lichtpuntjes. Allereerst begint de looptijd van afgesloten cao’s weer toe te nemen. De tijd van zogenoemde crisis-cao’s, met een looptijd van bijvoorbeeld een half jaar, is voorbij. De soms nu al overeengekomen loonstijging voor 2023 zit in de buurt van onze prognose voor dat jaar: 2,4% loongroei. De inflatie is in dat jaar waarschijnlijk lager.

Ten tweede is onze inflatieverwachting van 3,5% een gemiddelde voor heel 2022. We verwachten dat de jaar-op-jaar inflatie in augustus of september dit jaar weer onder de cao-loonstijging zit. Er heeft dan nog steeds koopkrachtverlies plaatsgevonden in de tussentijd - dus het niveau van de koopkracht is lager - maar als de koopkracht vanaf dat moment stijgt zal dat bijdragen aan het vertrouwen in de economie en het herstel van de consumptie. (Piet Rietman).