Belangrijke hoofdpunten Visie op de wereldeconomie 2026

PublicationMacro economy

De overgang van de ene wereldorde naar de andere is in volle gang, maar het is nog onduidelijk hoe die nieuwe wereldorde eruit zal zien. De opkomst van AI, de groei van China en de relatieve achteruitgang van de VS bieden uitdagingen maar ook kansen. Het handelswapen ‘du jour’ is verschoven van tarieven naar knelpunten, wat nieuwe uitdagingen creëert voor overheden en producenten. De wereldwijde groei is opmerkelijk veerkrachtig gebleken gezien de tegenwind. We verwachten dat deze veerkracht in 2026 zal aanhouden, zij het met aanzienlijke risico’s. De groei in de VS blijft solide, maar daaronder schuilen ongelijkheid en kwetsbaarheid. De groei in de eurozone zal naar verwachting aantrekken door hogere Duitse overheidsuitgaven, terwijl China enkele bescheiden vraagondersteunende maatregelen zal nemen en het groeimodel van de maakindustrie grotendeels intact zal houden. Fiscale problemen in Frankrijk en het VK blijven waarschijnlijk een zorg. De inflatie in de VS zal naar verwachting blijven stijgen, maar in de eurozone onder het streefniveau dalen. Toch zal het verschil in rente tussen de Fed en de ECB naar verwachting aanzienlijk kleiner worden, waarbij de ECB de inflatie-onderschrijding in de eurozone ‘door de vingers ziet’ en de Fed de inflatie-overschrijding in de VS ‘door de vingers ziet’ door de rente verder te verlagen.

Macro

Eurozone

De groei vertraagt op korte termijn door Amerikaanse importheffingen en het afbouwen van Amerikaanse exportvoorraad, hoewel het herstel van de binnenlandse vraag (mede dankzij eerdere renteverlagingen) een belangrijke compensatie vormt. Volgend jaar zullen hogere defensie-uitgaven en Duitse infrastructuurinvesteringen naar verwachting de kwartaalgroei stimuleren. De disinflatie zet door, hoewel de vooruitgang bij de diensteninflatie recent is gestagneerd, ondanks dat de loonstijging blijft afkoelen. Dalende energieprijzen zullen later dit jaar waarschijnlijk zorgen voor een onderschrijding van het inflatiedoel van 2%, geholpen door een sterkere euro. De kerninflatie zal echter naar verwachting stabiel blijven rond het doel van de ECB.

Nederland

De korte termijn groeivooruitzichten blijven gematigd door Amerikaanse heffingen en (inter)nationale onzekerheid. Verder in 2026 verbetert het vooruitzicht door stijgende reële inkomens, fiscale maatregelen, doorwerking van renteverlagingen en spillover-effecten van Duitse overheidsuitgaven. De inflatie, die nog steeds aanzienlijk boven de 2% ligt, zal verder afnemen maar de komende jaren hoger blijven dan in de eurozone – deels door dienstenprijzen en belastingwijzigingen. Na de recente vervroegde verkiezingen wordt een moeizame en langdurige coalitievorming verwacht.

VK

De economie vertraagt door de Amerikaanse handelsschok. Toch is het VK minder kwetsbaar voor Amerikaanse heffingen dan de eurozone, omdat het minder afhankelijk is van export en een lager tarief kent. Lagere rente en hogere overheidsuitgaven ondersteunen de groei enigszins. De komende begroting zal waarschijnlijk nieuwe belastingverhogingen bevatten, wat voldoende zou moeten zijn om het VK aan de fiscale regels te laten voldoen. De inflatie blijft hardnekkig hoog, met loonstijgingen die nog steeds ruim boven het niveau liggen dat past bij 2% inflatie, maar recente data zijn iets bemoedigender.

VS

De impact van tarief- en immigratiebeleid zal geleidelijk zichtbaar worden in de cijfers. Eventuele negatieve effecten worden echter overschaduwd door de positieve impuls van AI-investeringen en monetaire en fiscale verruiming. We hebben onze groeiverwachting verder verhoogd, maar voorzien ook hogere inflatie en overheidstekorten. De inflatie stijgt verder door de aanhoudende doorwerking van importheffingen en vraagimpulsen door stimulering. De werkloosheid neemt geleidelijk toe, maar niet dramatisch, omdat vraag en aanbod grotendeels in balans blijven.

China

Macro-onevenwichtigheden blijven groot, met een sterker aanbod dan vraag en aanhoudende deflatoire druk. Volgend jaar zal Beijing waarschijnlijk de focus op hightechontwikkeling niet loslaten, maar we merken iets meer urgentie om ook de vraagzijde te ondersteunen. Door de recente deal met de VS nemen de externe risico’s in 2026 af; we verwachten gerichte steun, maar geen ‘kredietbazooka’. We hebben ons kwartaal-GDP-groeiprofiel licht aangepast en verwachten een gematigde stijging van de kwartaalgroei in de eerste helft van 2026. Toch zal de jaarlijkse groei vertragen, van 5% in 2025 naar 4,6% (was 4,3%) in 2026 en 4,3% in 2027.

Centrale Banken & Markten

ECB

De Raad van Bestuur hield het beleid in oktober ongewijzigd en zal dit waarschijnlijk voorlopig zo houden. President Lagarde gaf aan dat de ECB ‘goed gepositioneerd’ is voor de komende periode van heffingsimpact en onzekerheid. Ondanks de verwachte onderschrijding van het inflatiedoel van 2% lijkt de Raad van Bestuur hier doorheen te willen kijken, in de verwachting dat de inflatie in 2027 weer op het doel zal liggen. Op korte termijn zijn de risico’s gericht op een nieuwe renteverlaging vanwege de dreigende inflatie-onderschrijding, maar in 2027 kunnen die risico’s omslaan naar een verhoging, met opwaartse risico’s door hogere Duitse overheidsuitgaven.

Fed

De Fed is begonnen met het verlagen van de rente als reactie op neerwaartse risico’s op de arbeidsmarkt. Ondanks enige terughoudendheid door gebrek aan data verwachten we in december nog een verlaging van 25 basispunten. In 2026 krijgt de Fed te maken met een verder divergerende economie. In lijn met eerdere vergelijkbare situaties verwachten we dat de Fed blijft verruimen, ondanks stijgende kerninflatie. We verwachten een beleidsrente van 2,75–3,00% in Q3, onderaan de bandbreedte van schattingen van de neutrale rente. Inflatie zal aanvankelijk gematigd zijn door lagere olieprijzen, waardoor de focus op het werkgelegenheidsmandaat kan blijven.

Bank of England

Het MPC hield de Bank Rate in november op 4,00%, conform onze verwachtingen. Vier van de negen MPC-leden waren tegen de laatste renteverlaging in augustus, en gouverneur Bailey is weer wat meer ‘dovish’ geworden. Daarom, en ondanks hardnekkige inflatie, zien we enige kans dat de volgende renteverlaging eerder komt dan onze basisverwachting van april. We passen onze visie aan op basis van nieuwe data. Als recente, mildere inflatie-indicatoren aanhouden, zou de BoE al in december kunnen bewegen.

Obligatierentes

Met het einde van de renteverlagingen door de ECB en een verhoogde uitgifte van staatsschuld volgend jaar is er weinig ruimte voor een daling van het rendement op 10-jaars Bunds. We verwachten opwaartse druk op lange rentes, met ‘bond vigilantes’ die alert zijn op tekenen van fiscaal ontsporen. Dit geldt vooral voor de VS, met een van de zwakste fiscale en schuldvooruitzichten onder ontwikkelde landen. De huidige Amerikaanse termijnpremie compenseert hier niet voor. Daarom verwachten we dat de Amerikaanse lange rente in 2026 stijgt, wat leidt tot een steilere rentecurve.

Valuta

De Amerikaanse dollar is volgens verschillende maatstaven sterk overgewaardeerd. Cyclische factoren en FX-hedging hebben vooral bijgedragen aan de zwakte van de dollar in 2025. In onze prognose verwachten we dat de dollar verder zal verzwakken door negatieve cyclische ontwikkelingen en meer zorgen over structurele factoren. We verwachten dat het verkleinen van het renteverschil tussen de VS en de eurozone de euro zal ondersteunen, evenals hogere defensie-uitgaven en Duitse infrastructuurinvesteringen. Onze prognose voor EUR/USD eind 2026 is 1,25.