Daling faillissementen dankzij steunmaatregelen

PublicationMacro economy

Het aantal faillissementen in december 2021 is licht gedaald ten opzichte van de maand ervoor.

Met de publicatie van het decembercijfer is ook de jaar-op-jaar vergelijking mogelijk. Er ging vorig jaar 43 procent minder bedrijven failliet dan het jaar ervoor.

Dat de faillissementen in december op een laag niveau blijven is niet opmerkelijk. Het succes van steunmaatregelen om de balansen van bedrijven te stutten en faillissementen te voorkomen is goed gedocumenteerd door het CPB en DNB. In november is de steun hervat, wederom met als gevolg minder faillissementen.

Maar wat zijn met een nieuwe lockdown en de herintroductie van de steun de toekomstvooruitzichten? Ten eerste heeft de huidige lockdown het perspectief flink veranderd. Waar Nederland eerder in de veronderstelling was dat met een hoge vaccinatiegraad lockdowns afgewend konden worden, toont de Omikrongolf dat dit niet het geval is. Dit betekent dat ondernemers die mogelijk al twijfelden of zij wilden doorgaan, misschien eerder het bijltje erbij neergooien. Dit kan zowel de vrijwillige bedrijfsbeëindigingen als de faillissementen opwaarts beïnvloeden. Vanwege het gebrek aan cijfers hierover is het echter moeilijk hier de vinger achter te krijgen.

Ten tweede blijft er nog veel onduidelijk over de gevolgen van corona voor de financiële gezondheid van bedrijven. Ja we weten inmiddels dat deze sterk verschillen per sector. Simulaties van CPB en DNB tonen aan dat de financiële positie van de horeca, reisbemiddeling en andere sectoren die direct met contactbeperkende maatregelen geconfronteerd worden, zijn verslechterd.

Binnen deze getroffen sectoren zijn er bovendien veel berichten in de media dat kleinere ondernemers ondanks de steun ingeteerd hebben op zakelijke en persoonlijke buffers. Vanwege een gebrek aan toegankelijke cijfers hierover is dit moeilijk te verifiëren. Enkele geaggregeerde indicatoren, zoals de arbeidsinkomensquote (het deel van de toegevoegde waarde dat naar werknemers gaat) wijzen wel in die richting. We zien bijvoorbeeld dat in de getroffen sectoren het aandeel van de toegevoegde waarde dat naar werknemers gaat, flink toenam. Dit betekent dat het aandeel van de toegevoegde waarde voor de kapitaaleigenaar (de ondernemer) flink is afgenomen.

Dit heeft twee gevolgen voor onze faillissementsramingen: 1) als (kleinere) ondernemers minder buffers hebben en door de lockdown opnieuw afhankelijk zijn van steun, zal het aantal faillissementen in de toekomst sneller reageren op steunafbouw; 2) de de getroffen sectoren zullen oververtegenwoordigd zijn op het moment dat faillissementen gaan stijgen.