Publication

Energietoeslag verantwoordelijk voor 25% van de consumptie ‘boom’ eind vorig jaar

Macro economieNederland

Na drie kwartalen van consumptiekrimp was de toename van de particuliere consumptie in het vierde kwartaal van 2023 historisch groot. In 2023 werd de energietoeslag voor minima sterk geconcentreerd uitgekeerd in het vierde kwartaal van 2023. De energietoeslag van EUR 1.300 die minima in 2022 en 2023 ontvingen werd voor een aanzienlijk deel omgezet in consumptie. De sterke groei van de particuliere consumptie in het vierde kwartaal van 2023 werd voor grofweg 25% gedreven door deze geconcentreerde uitkering van de energietoeslag.

Energietoeslag voor bestaanszekerheid

De energietoeslag is in 2022 en 2023 uitgekeerd aan minder daadkrachtige huishoudens. De doelgroep van de energietoeslag zijn huishoudens met een inkomen tot en met 120% van het sociaal minimum. De gemeentes zijn vrij om de grens te vergroten en beoordelen of iemand in aanmerking komt. In Nederland voldoen ongeveer 1 miljoen huishoudens aan de criteria (1). De maatregel is ingesteld om huishoudens met een laag inkomen tegemoet te komen in de gestegen (energie)kosten. Het beoogt daarmee het verlies aan koopkracht van deze kwetsbare groep te verzachten.

Uitkering geconcentreerd in vierde kwartaal van 2023

Hoewel de energietoeslag een nationale regeling betreft, ligt de uitvoering bij de gemeentes. De gemeente bepaalt het moment van uitbetalen. Er bestaat voor zover wij weten geen overzicht van de verschillende uitkeermomenten van de gemeentes. Door gebruik te maken van geaggregeerde en geanonimiseerde transactiedata van ABN AMRO kunnen we de uitkering van de energietoeslag observeren. In de linker figuur hieronder zie je het totale aantal euro's energietoeslag ontvangen door rekeninghouders bij ABN AMRO per kwartaal.

In 2022 – de eerste keer dat de energietoeslag werd uitgekeerd – vond dit verspreid over het jaar plaats. Deze spreiding komt door verschillen tussen gemeentes wat betreft hun administratiesystemen en de snelheid van besluitvorming van de gemeenteraad. Daarnaast werd in 2022 het totale bedrag zelden in één keer uitgekeerd, maar verspreid over 2 of 3 uitkeermomenten. In 2023, daarentegen, vond de uitkering veel meer geconcentreerd plaats in het vierde kwartaal. Dit komt doordat het wetsvoorstel eenmalige energietoeslag op 3 oktober 2023 werd aangenomen door de eerste kamer. Dit betekende dat de gemeentes pas vanaf 7 oktober daadwerkelijk konden starten met de uitvoering van de energietoeslag 2023. Van de 1.300 euro energietoeslag mocht de eerste 500 euro al eerder worden uitgekeerd, maar niet alle gemeentes maakten hier gebruik van. Van het totale door ons geobserveerde bedrag van energietoeslag uitgekeerd in 2023, viel ongeveer 75% in het vierde kwartaal.

Relevant is hoeveel euro's energietoeslag er in heel Nederland in het vierde kwartaal van 2023 is uitgekeerd. Als we ervan uitgaan dat ongeveer 1 miljoen huishoudens in aanmerking komen voor de toeslag, dan betekent dit dat er over 2023 ongeveer EUR 1,3 miljard is uitgekeerd. Gegeven de hoge concentratie in het vierde kwartaal schatten wij dat er in het vierde kwartaal een totaal van ongeveer EUR 1 miljard aan energietoeslag is uitgekeerd door de gemeentes. Deze hoge uitkering van de energietoeslag in het vierde kwartaal viel samen met een historische (kwartaal-op-kwartaal) stijging van de particuliere consumptie.

Energietoeslag vindt vlot zijn weg naar bestedingen

De marginale geneigdheid tot consumeren van een extra ontvangen euro is altijd context afhankelijk. Uit de economische literatuur blijkt dat lagere-inkomensgroepen van elke verdiende euro meer aan consumptie uitgeven dan de hogere-inkomensgroepen, die relatief meer geld opzijzetten en sparen. Uit ons eerdere onderzoek naar de energietoeslag weten we dat een aanzienlijk deel van de energietoeslag snel uitgegeven wordt en omgezet in consumptie. Gemiddeld genomen stroomde ongeveer 40% (om precies te zijn 43,25%) van de energietoeslag binnen drie weken na uitbetaling de economie in. De grootste manieren van besteden waren geldopnames en PIN transacties.

Of ook bij deze uitkering van de energietoeslag sprake is van zo’n groot bestedingseffect, is een empirische vraag. Hoewel de doelgroep van de energietoeslag niet is veranderd ten opzichte van 2022, is niet alles hetzelfde gebleven. Zo is het ontvangen bedrag soms hoger dan 800 euro, kan de maand van het jaar waarin het bedrag is ontvangen anders zijn en zijn huishoudens in andere mate geconfronteerd met de gevolgen van inflatie. Dit zou invloed kunnen hebben op de exacte marginale geneigdheid tot consumeren.

Geconcentreerde uitkering en bestedingseffect leidt tot consumptie-impuls in vierde kwartaal

In het vierde kwartaal van 2023 liet de geaggregeerde particuliere consumptie in Nederland ten opzichte van het derde kwartaal een historisch grote stijging zien (+1,9% k-o-k). Deze stijging kwam na een periode van drie kwartalen waarin de particuliere consumptie juist kromp. Gestegen energiekosten en inflatie hebben de koopkracht van Nederlandse huishoudens gedrukt, wat leidde tot een daling van de consumptieve uitgaven.

Als we de bovenstaande feiten combineren: de geconcentreerde uitkering van de energietoeslag in het vierde kwartaal en het feit dat de energietoeslag snel omgezet wordt in consumptieve uitgaven, dan concluderen we dat de totale consumptiegroei in het vierde kwartaal flink gesteund is door de energietoeslag.

Als we aannemen dat huishoudens in 2023 in dezelfde mate de energietoeslag omzetten in consumptieve bestedingen als in 2022 (met 43,25%) dan kunnen we een grove berekening maken welk aandeel van de totale consumptiestijging in de Nederlandse economie in het vierde kwartaal voortvloeit uit de energietoeslag.

De totale consumptie van huishoudens (prijs- en seizoengecorrigeerd) is tussen het derde en vierde kwartaal van 2023 toegenomen met ongeveer EUR 1,6 mld. De uitkering van de energietoeslag aan minima in het vierde kwartaal komt neer op ongeveer EUR 1 mld. daarvan is dan ongeveer EUR 0,4 mld. omgezet in consumptie (43,25% van 1 EUR mld.). 430 miljoen (uitgaven energietoeslag) van EUR 1,6 miljard (toename totale consumptie) komt neer op ongeveer 25 procent van de totale consumptiestijging die voortkomt uit de geconcentreerde uitkering van de energietoeslag aan huishoudens met een beperkt inkomen.

Aanzienlijk aandeel door energietoeslag

Het aandeel van de energietoeslag in de consumptiegroei in het vierde kwartaal is volgens de bovenstaande grove berekening dus aanzienlijk, maar goed te beargumenteren. De stijging van de consumptie in het vierde kwartaal was historisch groot, maar de uitkering van de energietoeslag van EUR 1 miljard was dat ook. Doorgaans is de kwartaalconsumptiegroei ongeveer EUR 300 mln (2). De toename in uitgaven in het vierde kwartaal komt bovendien nadat de uitgaven in de drie voorgaande kwartalen juist afnam. Het is goed denkbaar dat de uitkering van de energietoeslag inhaalconsumptie in het vierde kwartaal mogelijk maakte.

(1) Volgens het CBS gaat het om gemiddeld 956.325 huishoudens tussen 2019 en 2022.

(2) Kwartaalconsumptiegroei 2015-2019, prijs- en seizoengecorrigeerd