Publication

Nederland - Een verhaal van binnenlandse vraag

Macro economieNederland

Het bbp liet in het eerste kwartaal een onverwachte krimp zien van 0,1% k-o-k. We hebben onze groeiprognoses bijgesteld naar 0,5% (was 0,7%) in 2024 en 1,3% (was 1,2%) in 2025. De groei zal worden gedreven door de binnenlandse vraag. Later in 2024, wanneer de financiële condities versoepelen en de buitenlandse vraag toeneemt, zal de groei verder normaliseren. De coalitiepartijen zijn tot een akkoord gekomen, waarbij de uitgaven verschuiven van langetermijninvesteringen naar uitgaven op de korte termijn.

De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal onverwacht gekrompen met 0,1% k-o-k (ABN: +0,2%, consensus +0,3%). Deze krimp staat in contrast met de cijfers uit de buurlanden. De Duitse economie groeide met 0,2% k-o-k en de eurozone als geheel met 0,3% k-o-k. De krimp in Nederland werd grotendeels veroorzaakt door een daling van de netto-export en het interen op de voorraden. De goederenuitvoer kromp (-1,3% k-o-k), terwijl de dienstenexport groeide (+4,7% k-o-k). De krimp van de goederenuitvoer was voornamelijk te wijten aan de zwakte in de industrie. De scherpe daling van de voorraden leverde ook een negatieve bijdrage aan het groeicijfer, maar de cyclus van voorraadafbouw lijkt zijn einde te naderen, in lijn met het uitbodemen van de industriële sector.

Ondanks de neerwaartse verrassing ondersteunen de gepubliceerde cijfers onze visie op de groeivooruitzichten voor 2024, aangezien de binnenlandse subcomponenten op kwartaalbasis toenamen. Zo steeg de particuliere consumptie met 0,7% k-o-k doordat huishoudens profiteerden van koopkrachtherstel als gevolg van een verder dalende inflatie en sterke loonstijgingen. De overheidsconsumptie steeg ook, met 0,6% k-o-k. Ondanks de formatie blijft de overheid bijdragen aan de groei door uitgaven aan gezondheidszorg, onderwijs en defensie. Tot slot verrasten de investeringen opwaarts met een groei van 0,4% k-o-k, ook al beperken de zwakke macro-economische context en de hoge rente de beweegredenen voor investeringen. De investeringen stegen vooral door vervangingsinvesteringen, bijvoorbeeld in transport en machines, en niet door uitbreidingsinvesteringen.

Vooruitkijkend blijven de vooruitzichten voor 2024 positief maar zwak. De groei zal worden gedreven door de binnenlandse vraag, van zowel huishoudens als van de overheid. Later in 2024, wanneer de financiële condities versoepelen en de buitenlandse vraag toeneemt, zal de groei verder aantrekken. Rekening houdend met de realisaties van het eerste kwartaal hebben we onze groeivoorspellingen bijgesteld naar 0,5% in 2024 (was 0,7%) en 1,3% voor 2025 (was 1,2%), tegen 0,1% in 2023.

De coalitiepartijen hebben een akkoord bereikt (lees hier meer), met beperkte macro-economische effecten. De plannen richten zich op het beperken van migratie, lagere belastingen, het vestigingsklimaat, de landbouwsector en woningbouw. Verwacht wordt dat de plannen de economische groei op korte termijn marginaal zullen verhogen, vooral via de consumptie en investeringen. De consumptie profiteert van toegenomen koopkracht door maatregelen als lagere inkomstenbelastingen, de verlengde verlaging van de brandstofaccijnzen en hogere huurtoeslagen. Investeringen nemen bijvoorbeeld toe door hogere investeringen in woningen, omdat de coalitie prioriteit geeft aan nieuwe woningbouwlocaties. De coalitiepartijen zijn van plan om uitgaven te verschuiven van investeringen en doelen op de langere termijn (zoals klimaat) naar doelen op de kortere termijn, waardoor het begrotingstekort in 2025 en 2026 toeneemt ten opzichte van het basispad. In het akkoord staat dat er in 2027 en 2028 bezuinigd zal worden, maar wij denken dat deze bezuinigingen onzeker zijn en mogelijk onrealistisch, waardoor het tekort in die jaren onder opwaartse druk komt te staan.