Nederland - Onzekerheid sijpelt door in groeicijfers


De bbp-groei 0,1% k/k in het eerste kwartaal – een zwakke start van het jaar nog voordat de Amerikaanse invoerheffingen van kracht werden. We hebben onze groeiverwachtingen verlaagd naar 1,2% voor 2025 (was 1,4%) en 1,0% voor 2026 (was 1,3%). Naast de directe en indirecte impact van de tarieven, drukt onzekerheid ook op onze voorspellingen.
De economische groei vertraagde tot 0,1% k/k in Q1, ten opzichte van 0,3% k/k in Q4 van 2024. Als we de subcomponenten bekijken toont het een zwakke start van het jaar, nog voordat de Amerikaanse invoerheffingen van kracht werden. Internationale onzekerheid heeft waarschijnlijk een rol gespeeld in deze cijfers. Er is beperkt bewijs van ‘frontloading’ voor Nederland, en het was niet voldoende om de export te stimuleren aangezien deze met -0,8% k/k daalde. Tegen onze verwachtingen in kromp de particuliere consumptie. Consumenten, die een zwak en dalend vertrouwen hebben, besteedden minder aan voedsel en auto’s ondanks de koopkrachtstijgingen en een krappe, zij het normaliserende, arbeidsmarkt. De krimp in investeringen was verwacht, aangezien een beleidswijziging voor een sterke toename zorgde in de investeringen in Q4 van 2024 waardoor deze investeringen naar voren werden gehaald. Aan de andere kant droegen voorraden en overheidsconsumptie bij aan de groei. Voorraden namen sterk toe, voornamelijk door een statistische ontwikkeling na de historisch hoge afbouw in het vorige kwartaal. De overheidsconsumptie bleef bijdragen aan het groeicijfer.
Over het algemeen is de Nederlandse economie veerkrachtig, dankzij solide fundamenten. Denk bijvoorbeeld aan de krappe arbeidsmarkt en het herstel van de koopkracht van huishoudens. De groei zal in de loop van 2025 afkoelen, aangezien de Nederlandse economie wordt beïnvloed door zowel directe als indirecte effecten van de tarieven, alsook door onzekerheid. De de-escalatie tussen de VS en China is welkom, maar neemt de impact van de tarieven niet volledig weg, aangezien deze nog steeds hoger zijn dan in 2024. In 2026 zullen hogere defensie-uitgaven in de eurozone en fiscale uitgaven in Duitsland, gecombineerd met renteverlagingen die doorwerken in de economie, een impuls geven aan de groei. We hebben onze voorspellingen herzien naar 1,2% voor 2025 en 1,0% voor 2026.
De werkloosheid stijgt geleidelijk sinds begin 2025. De kwartaalcijfers tonen dat de spanning op de arbeidsmarkt verder is afgenomen, van 1,07 vacatures per werkloze naar 1,01. Bovendien daalde de banengroei voor het eerst sinds de pandemie, vooral in sectoren als handel, transport en horeca. Vooruitkijkend zijn dit waarschijnlijk ook de sectoren die het lastig gaan krijgen door internationale ontwikkelingen, waardoor de trend niet snel zal keren. Tot slot speelt beleid mogelijk een rol in de arbeidsmarktontwikkelingen. Er was een sterke daling in het aantal zelfstandigen banen in het eerste kwartaal, dat samen kan hangen met strengere handhaving op schijnzelfstandigheid en mogelijk kook verband houdt met toegenomen onzekerheid. Werknemers verkiezen in tijden van onzekerheid een vast contract boven een flexibel dienstverband. We hebben onze werkloosheidsvoorspellingen verhoogd naar 4,0% voor 2025 en 4,2% voor 2026. Toch blijft de arbeidsmarkt historisch gezien krap, door een verhoogde vraag naar arbeid, beperkt arbeidsaanbod en een vergrijzende bevolking.
De wereld wordt geconfronteerd met historische hoge onzekerheid, wat de investeringsbeslissingen van bedrijven en de spaarkeuzes van huishoudens kan beïnvloeden, ten koste van consumptie. In gebruiken we onzekerheidsindices om de macro-economische impact van verhoogde onzekerheid op de Nederlandse economie te kwantificeren. De resultaten tonen aan dat onzekerheid de grootste impact heeft op investeringen. Nederlandse bedrijven worden beïnvloed door beleidsonzekerheid in de VS en de EU. Vergeleken met de eurozone trekt de Nederlandse consument zich ook meer aan van beleidsonzekerheid in de EU en geopolitiek risico. Ondanks dat er geen reeks is voor Nederlandse beleidsonzekerheid, kan het ontbreken van een oplossing op de korte termijn voor een aantal knellende dossiers, zoals stikstof, het elektriciteitsnet en de woningmarkt eveneens zorgen voor onzekerheid. Daarom nemen we, naast de directe en indirecte impact van de tarieven, ook de impact van onzekerheid mee in onze ramingen.