Nederland - Op naar Prinsjesdag en de verkiezingen


De bbp-groei in Q2 kwam uit op 0,1% k-o-k, grofweg in lijn ligt met onze raming (0,2% k-o-k). Dit heeft een kleine doorwerking in onze jaarcijfers; 1,5% in 2025 (was 1,6%) en 1,1% in 2026 (was 1,3%). Invoerheffingen zullen op korte termijn een rem zetten op de economische activiteit, zowel direct als indirect via de belangrijkste handelspartners. De groei in 2026 profiteert van renteverlagingen, solide vraag en begrotingsbeleid in de belangrijkste handelspartner Duitsland. Na de zomer ligt de focus volledig op Den Haag, waar het demissionaire kabinet de begroting voor 2026 presenteert en de verkiezingscampagne begint in aanloop naar de verkiezingen op 29 oktober.
Na de zomervakantie ligt de focus in de aankomende maanden volledig op Den Haag. Allereerst is het op de derde dinsdag van september traditioneel ‘Prinsjesdag’, oftewel de presentatie van de Nederlandse begroting voor het volgende jaar. Het huidige demissionaire kabinet zal de begroting voor 2026 presenteren. Waarschijnlijk staan de begrotingsonderhandelingen volledig in het teken van de verkiezingen die ongeveer een maand later plaatsvinden. Normaal gesproken betekent de demissionaire status van het kabinet dat er geen nieuw beleid of grote wijzigingen worden verwacht in de nieuwe begroting. Met de verkiezingen in zicht kan het kabinet er voor kiezen om aanvullende koopkrachtmaatregelen te nemen om kiezers te paaien. Ook verwachten we beleid op gebieden waar eerdere beslissingen juist zijn uitgesteld, zoals de financiering van het stikstofbeleid en wat aanvullende klimaatmaatregelen. Het is ook mogelijk dat de regering een eerste inzicht biedt in hoe zij van plan is het nieuwe NAVO-doel van 3,5% van het BBP voor kernuitgaven en 1,5% voor indirecte defensie-uitgaven te behalen. Hoe dan ook langetermijnbeslissingen en hervormingen, die hard nodig zijn gezien de vele aanbodzijdebeperkingen en toekomstige uitdagingen voor de Nederlandse economie, worden niet verwacht tijdens Prinsjesdag. Deze zullen afhangen van de verkiezingsuitslag en het daaropvolgende formatieproces. Ongeveer anderhalve maand na Prinsjesdag volgen de verkiezingen. De politieke campagne komt langzaam op stoom. Huidige zetelpeilingen, die uiteraard nog sterk kunnen veranderen, signaleren nu al grote verschuivingen. De vorige regering, voordat de PVV de coalitie verliet, lijkt nog maar 56 zetels over te houden van de huidige 88 zetels in de Tweede Kamer. Hoewel het nog te vroeg is om conclusies te trekken, lijkt op dit moment een meer centrumregering waarschijnlijker dan de vorige rechts georiënteerde regering. Maar zoals gezegd, er kan nog een hoop veranderen.
Op de achtergrond draait de economie in grote lijnen zoals verwacht. Na een solide eerste kwartaal vertraagde de groei in het tweede kwartaal en zal deze naar verwachting zwak blijven op korte termijn, deels door de directe en indirecte impact van het Amerikaanse handelsbeleid, invoerheffingen en onzekerheid. Het is de particuliere consumptie en de overheidsuitgaven die veerkrachtig blijven en de groei in de komende kwartalen stutten. Het herstel op dit vlak wordt geholpen door een sterke arbeidsmarkt. Na een lichte stijging eind 2024 is de werkloosheid het hele jaar ongeveer stabiel gebleven op 3,8%. Verder verwachten wij dat de werkloosheid licht oploopt de komende maanden naar gemiddeld 3,9% in 2025. Een vertraging in de werkgelegenheidsgroei en een verdere versoepeling van de arbeidsmarktkrapte liggen aan de basis van deze verwachting. De vooruitzichten voor 2026 zijn rooskleuriger. De huidige onzekerheid zou dan lager moeten zijn. Wat ook een normalisering van de spaarquote van huishoudens tot gevolg moet hebben. Een andere steun voor de particuliere consumptie is de aanhoudende cao-loongroei, terwijl de inflatie juist langzaam verder afneemt. Andere factoren die de economische activiteit in 2026 ondersteunen zijn de doorwerking van renteverlagingen van de ECB, wat leidt tot een meer accommoderende kredietcyclus, en het expansieve begrotingsbeleid in Duitsland. Die duidelijke spillovereffecten kent voor Nederland. Tot slot is het mogelijk dat tegen 2026 de eerste contouren van een nieuwe Nederlandse regering zichtbaar worden, wat meer duidelijkheid zou bieden op het gebied van binnenlands beleid.