Visie op China 2026 - Herstructuring economie blijft nodig ondanks handelsdeal

Onevenwichtigheden tussen de aanbodzijde en de vraagzijde zijn niet verminderd in 2025. Verlenging wapenstilstand met VS vermindert externe risico’s, maar noodzaak herstructuring blijft. Wij verwachten meer gerichte maatregelen ter ondersteuning vraagzijde, nog steeds geen ‘bazooka’. China-VS/westen: Fragiel evenwicht blijft in tact na deal met VS, strategische ontkoppeling zet door. Wij verwachten dat de groei op jaarbasis afneemt van 5% in 2025 naar 4,6% in 2026 en 4,3% in 2027.
Terugblik op 2025: Onevenwichtigheden tussen aanbod- en vraagzijde niet opgelost
Ondanks de escalatie van handelsoorlog 2.0 met de VS, toonde de Chinese economie in de eerste helft van 2025 een opmerkelijke veerkracht. Dit was vooral te danken aan robuuste export en industriële productie. De dalende export naar de VS werd gecompenseerd door een toename van export naar andere regio’s (waaronder ASEAN en de EU), al viel de uitvoer in oktober nogal tegen ten opzichte van de consensusverwachting. De vraagzijde blijft een stuk zwakker dan de aanbodzijde. De detailhandelsverkopen blijven achter, gehinderd door zwak vertrouwen, een dieper wordende vastgoedcrisis en een fragiele arbeidsmarkt. Ook de gerapporteerde investeringsgroei vertraagde sterk afgelopen zomer: voor het eerst sinds de initiële Covid-schok in 2020 was de groei op jaarbasis in september negatief. Deze investeringsdip is deels toe te schrijven aan de verslechterende vastgoedsector, maar weerspiegelt ook de campagne tegen excessieve concurrentie – hoewel rapportagepraktijken door lagere overheden de gemeten neergang mogelijk overdrijven. Over het geheel genomen is de jaarlijkse bbp-groei geleidelijk vertraagd in 2025, en kwam deze in het derde kwartaal uit op 4,8% j-o-j (in lijn met onze verwachtingen). Toch bleef de kwartaalgroei in het derde kwartaal overeind, geholpen door de industriële productie en de export, en een versnelling in de financiële sector. De Chinese aandelenmarkten hebben zich, alles bij elkaar genomen, weinig aangetrokken van zwakke macrocijfers en presteren dit jaar bovengemiddeld, gesteund door tech-enthousiasme en het bestand tussen China en de VS.

Wat kunnen we in 2026 verwachten qua de herstructurering van China’s groeimodel…
Al met al blijven de macro-onevenwichtigheden groot, waarbij de aanbodzijde nog steeds sterker is dan de vraagzijde, terwijl de deflatiedruk nog niet voorbij is (de kerninflatie trekt weliswaar aan, maar blijft vrij laag). Deze onevenwichtig-heden zijn het gevolg van het groeimodel van de afgelopen jaren. Dit model geeft prioriteit aan de ondersteuning van hightech-industrie en technologische zelfredzaamheid, deels als reactie op het strengere Amerikaanse handels- en technologiebeleid, boven het verhogen van de consumptie. Dit alles heeft ruimte gecreëerd voor de export, terwijl inflatie- en valutabewegingen de externe concurrentiekracht ondersteunen. De overheidscampagne tegen excessieve concurrentie heeft hierin weinig verandering gebracht. Nu de wereldwijde kritiek op China’s onevenwichtigheden toeneemt, rijst de vraag hoe duurzaam dit extern gedreven groeimodel nog is. De uitvoercijfers voor oktober zijn in dat opzicht een waarschuwingssignaal. Ook het IMF heeft Beijing onlangs opnieuw opgeroepen de onevenwichtigheden te verminderen. Gezien de aanhoudende spanningen met de VS en het Westen, gaan wij ervan uit dat Beijing volgend jaar zijn focus op technologische ontwikkeling niet zal loslaten. Toch, mede op basis van wat tot nu toe naar buiten is gekomen over het 15e Vijfjarenplan (2026-2030), lijkt het erop dat de overheid wat meer urgentie voelt om de tekortkomingen van China’s model aan te pakken, en de inspanningen zal opvoeren om huishoudinkomens, de consumptie en de bredere binnenlandse vraag te ondersteunen.
… en wat qua macro-economische steunmaatregelen?
Wij gaan ervan uit dat Beijing het beleid verder zal verruimen, voortbouwend op recente maatregelen zoals het opvoeren van de uitgifte van obligaties door lagere overheden ter financiering van infrastructuurprojecten en een speciale leenfaciliteit voor beleidsbanken. Echter, omdat de verlenging van het Amerikaans-Chinese bestand (zie hieronder) de externe risico’s in 2026 zal verminderen, verwachten wij nog steeds een behoedzame aanpak en geen ‘kredietbazooka’. Op begrotingsvlak denken wij dat Beijing het streefcijfer voor het begrotingstekort op 4% van het bbp zal houden, en gerichte beleidsmaatregelen zal aanpassen naar meer directe vormen van ondersteuning van consumptie en investeringen. Wij verwachten ook dat Beijing iets meer zal doen om de vastgoedsector te stabiliseren, gezien de aanhoudende negatieve spiraal richting de binnenlandse bestedingen, ook al voelt de overheid zich nog steeds comfortabel bij de structurele afname van de rol van de vastgoedsector in het Chinese groeimodel. Op monetair vlak verwachten wij verdere stapsgewijze verruiming in de vorm van verlagingen van de bancaire reserve-vereisten en kleine renteverlagingen. Hoewel de herstart van de verlagingscyclus door de Amerikaanse centrale bank extra speelruimte biedt, denken wij dat de PBoC voorzichtig zal blijven, mede vanuit het oogpunt van financiële stabiliteit – zie ook . De plannen voor 2026 zullen verder worden uitgewerkt tijdens de jaarlijkse Centrale Economische Werkconferentie in december, en de definitieve beleidsplannen en doelstellingen worden gepresenteerd ter goedkeuring tijdens de jaarlijkse zittingen van het Chinese parlement (Nationaal Volkscongres) in maart 2026.
China-VS: Fragiel evenwicht in tact na deal, strategische ontkoppeling zet door
Na de dramatische escalatie van tarieven in april, leidden marktturbulentie en lobbywerk door bedrijven tot een Amerikaans-Chinese wapenstilstand medio mei, waarbij de tarieven op een veel lager niveau uitkwamen. De handelsspanningen laaiden daarna opnieuw op, waarbij de focus verschoof van tarieven naar chokepoints (zeldzame aardmetalen/halfgeleiders). In oktober presenteerde China een strenger regime van exportcontroles voor zeldzame aardmetalen, bedoeld als tegenpool voor een vergelijkbaar Amerikaans regime voor halfgeleiders. Daarmee poogt China onderhandelingsmacht te creëren (zie ). De timing hiervan lijkt verband te houden met de recente uitbreiding van de Amerikaanse entity list voor halfgeleidercontroles met buitenlandse dochterondernemingen. Dit regime geeft Beijing ook macht over landen die bereid zijn samen te werken met de VS tegen China, vergelijkbaar met de Amerikaanse aanpak rond halfgeleiders.
Terwijl de VS aanvankelijk dreigde opnieuw hoge tarieven en exportcontroles op kritieke software in te voeren, vonden beide landen uiteindelijk een gemeenschappelijke basis die de weg vrijmaakte voor een nieuw handelsakkoord, overeengekomen tussen de presidenten Trump en Xi eind oktober. Dit akkoord omvat een uitstel van één jaar voor China’s inzet van exportcontroles op zeldzame aardmetalen, uitbreiding van de Amerikaanse entity list, en verhoging van bilaterale havengelden. Ook omvat het een verlaging van fentanyl-gerelateerde Amerikaanse tarieven op China van 20% naar 10%, waardoor de dit jaar ingevoerde (additionele) headline-tarieven dalen van 30% naar 20%. China stemde ermee in om de import van soja uit de VS te verhogen, en schrapte invoerheffingen op Amerikaanse landbouwproducten.

Dit akkoord voorkomt vooralsnog een schadelijke herescalatie van bilaterale spanningen, terwijl fundamentele handels-, technologie-, nationale veiligheids- en geopolitieke kwesties onbesproken blijven. Dit geeft beide landen tijd om verder te werken aan ontkoppeling in sectoren die als strategisch relevant worden gezien; wij denken dat China hierin voorloopt op de VS (zie ook kader in het hoofdartikel). Alles bij elkaar gaan wij ervan uit dat het fragiele evenwicht in de Amerikaans-Chinese betrekkingen in 2026 zal standhouden. Toch zullen handelstwisten tussen China en de VS/het Westen van tijd tot tijd blijven oplaaien, vooral rond chokepoints, met de Nederlandse chipproducent Nexperia als recent voorbeeld van een bedrijf dat midden in de strijd tussen beide giganten terecht is gekomen.
Vertraging bbp-groei verwacht, van 5% in 2025 naar 4,6% in 2026 en 4,3% in 2027
Alles bij elkaar gaan wij ervan uit dat de gerichte stimuleringsmaatregelen ten doel hebben om de groeivertraging beperkt te houden. Zeker tegen de achtergrond van het voortdurende machtsspel tussen de VS en China, is het onwaarschijnlijk dat Beijing een scherpe daling van de jaarlijkse bbp-groei in 2026 zou accepteren. We hebben ons kwartaalgroeiprofiel licht aangepast, ervan uitgaande dat gerichte stimulering bijdraagt aan een bescheiden opleving van de kwartaalgroei (k-o-k) in de eerste helft van 2026. Toch verwachten we dat de groei op jaarbasis zal vertragen, en uitkomt op 4,6% (opwaarts bijgesteld van 4,3%) in 2026 en op 4,3% in 2027. Neerwaartse risico’s voor deze prognoses zijn onder meer een hernieuwde escalatie van handels-, technologie- of ‘chokepoint’-spanningen met de VS/het Westen en andere geopolitieke scenario’s (zoals een intensivering van het conflict met Taiwan), die verdere ontkoppeling kunnen versnellen. Een ander neerwaarts risico is het uitblijven van (effectieve) maatregelen om de vraagzijde te ondersteunen en te herstructureren. Wat betreft ‘opwaartse risico’s’: een langer durende détente in de Amerikaans-Chinese betrekkingen zou kunnen leiden tot een sterkere opleving van de bilaterale handel. En wat de binnenlandse situatie betreft: een opwaartse spiraal zou kunnen ontstaan als een stabiliserende vastgoedsector en een verbeterende arbeidsmarkt, samen met meer stimulering, zorgen voor een sterkere verbetering van de binnenlandse vraag dan wij in ons basisscenario voorzien.
