Publication

VS - De economie blijft lekker doordraaien

Macro economieVerenigde Staten

De economie is duidelijk aan het afkoelen, maar blijft toch beter presteren dan verwacht. Ondertussen impliceren enquêtes van bedrijven en consumenten dat de inflatie zal blijven afnemen. De daling van de hypotheekrente eind vorig jaar heeft de huizenmarkt gesteund. Toch komt er op de korte termijn een kink in de kabel, omdat de financiële markten de verwachtingen voor spoedige renteverlagingen beginnen terug te schroeven. De Fed toont zich niet agressief wat betreft het bijstellen van marktverwachtingen over spoedige renteverlagingen. Wij denken nog steeds dat de eerste renteverlaging plaatsvindt in juni. Hiermee is er ruimte voor het enigszins oplopen van de kapitaalmarktrentes op de korte termijn.

Recente macrodata tonen aan dat de Amerikaanse economie aan het eind van 2023 duidelijk aan het vertragen is, na de zeer sterke groeicijfers over het derde kwartaal. Toch blijft de economie de verwachtingen van een nog scherpere groeivertraging trotseren. De bbp-groei in het vierde kwartaal kwam uit op 3,3% (k-o-k, omgerekend op jaarbasis). Daarmee kwam de groei een stuk hoger uit dan onze decemberraming (circa 1%). De belangrijkste oorzaak voor de sterker dan verwachte groei was een onverwachte toename van de voorraadopbouw. De groei in de komende kwartalen lijkt kwetsbaar voor een correctie hiervan. Aan de andere kant bleeft de particuliere consumptie sterk, ondanks tegenwind vanuit een vertragende groei van de werkgelegenheid en de lonen, en vanuit aanhoudend hoge rentetarieven. Na een boven-gemiddelde groei van 3,1% op jaarbasis in het derde kwartaal, volgde opnieuw een sterke groei van 2,8% in het vierde kwartaal. Hoewel de banencijfers de afgelopen maanden opwaarts verrasten, leverden neerwaartse herzieningen van voorgaande maanden een duidelijke trend van vertraging op: de gemiddelde banengroei over drie maanden daalde van 221.000 in september naar 165.000 in december. Voorlopig blijven consumenten hun spaaroverschot aanspreken om de consumptie op gang te houden, maar als de banengroei verder vertraagt denken we dat consumenten steeds voorzichtiger worden.

Overigens kan de huizenmarkt mogelijk de verwachte vertraging in de consumptie gedeeltelijk compenseren. Voorlopende indicatoren suggereren dat huizenkopers meer in actie komen dankzij de scherpe daling van de hypotheekrente, die met meer dan 1pp daalde van bijna 8% in oktober naar minder dan 7% eind december. Zo lieten de cijfers van Redfin in december een maandelijkse stijging van de huizenverkopen met 4,1% zien, de sterkste toename in meer dan twee jaar. Ook steeg de NAHB-sentimentsindex voor de woningbouw in januari met 7 punten naar 44. De toegenomen vraag naar woningen leidt waarschijnlijk tot een herstel van de investeringen in deze sector. Wel is het zo dat residentieel vastgoed een veel kleiner deel van de economie uitmaakt dan het geval was voor de mondiale kredietcrisis in 2008-2009. Een opleving van deze sector zal daarmee waarschijnlijk slechts een bescheiden groei-impuls geven.

Zelfs het stimulerende effect van de daling van de hypotheekmarktrente zou wel eens op een hobbel kunnen stuiten. De desinflatietrend van de afgelopen 18 maanden vertoont geen tekenen van afzwakking. De Atlanta Fed-index voor de inflatieverwachtingen van bedrijven daalde in januari opnieuw naar 2,2%. Een vergelijkbare maatstaf van de Universiteit van Michigan voor de inflatieverwachtingen van consumenten viel terug naar 2,9%. Dit waren de laagste waarden van deze indices in drie jaar. Toch zal de Fed door de eerder genoemde veerkracht van de Amerikaanse economie voorlopig waarschijnlijk op haar hoede blijven. Ons basisscenario blijft ervan uitgaan dat de Fed in juni begint met het verlagen van de beleidsrente. Financiële markten hebben de kans op eerdere renteverlagingen tot op zekere hoogte weer ‘uitgeprijsd’, maar er is nog een lange weg te gaan. De eerste volledig ingeprijsde renteverlaging van 25 bp is in mei en de markten zien nog steeds een kans van 50% op een renteverlaging in maart. Tot nu toe bestrijden de Fed-officials dit soort marktverwachtingen minder krachtig dan hun collega’s van de ECB. Maar nu het steeds duidelijker wordt dat de Fed niet op het punt staat om de rente zeer spoedig al te verlagen, kan de kapitaalmarktrente – en dus ook de rente die van invloed is op de reële economie, zoals de hypotheekrente – op korte termijn nog verder onder opwaartse druk komen te staan, voordat deze later in het jaar weer gaat dalen.