Publication

Slechte hand Europa leidt tot ongelijke handelsdeal

Macro economieEurozoneVerenigde StatenGlobal

De VS en de EU hebben gisteravond een handelsakkoord ondertekend waarmee de stijging van de invoerheffingen, die gepland stond voor 1 augustus, afgewend is. Per 1 augustus was de Amerikaanse overheid van plan om de tarieven te verhogen van de huidige 10% naar 30%. Volgens Von der Leyen omvat de overeenkomst, of het 'kader om verdere verlagingen van invoerheffingen te bespreken', een tarief van 15% op de Europese uitvoer naar de VS vanaf 1 augustus, dat alle bestaande eerdere invoerheffingen vervangt. Heffingen op Amerikaanse uitvoer naar de Europese markt zullen niet worden verhoogd en blijven hetzelfde, wat de indruk wekt van een eenzijdige deal. Over het algemeen is de uitkomst van de handelsdeal negatiever in vergelijking tot onze verwachting van een tarief van 10%, hoewel die verwachting wel uitging van hogere sectorale heffingen.

Aangezien de 15% al vorige week in de krant stond, waren alle ogen gericht op de 'breedte' van de deal. Zoals het er nu uitziet, vallen farmaceutische producten, ongeveer 25% van de EU-export naar de VS, auto's, het op een na grootste exportproduct naar de VS en van groot belang voor Duitsland, en halfgeleiders allemaal onder de 15%. Het positieve van gisteravond leek te liggen bij farmaceutische producten en auto's, aangezien de dreigende tarieven op farmaceutische producten veel hoger waren en de huidige heffingen op auto's 25% zijn. Staal en aluminium zijn niet opgenomen in de deal van gisteren en hier blijft onzekerheid over de details bestaan. Von der Leyen gaf aan een lagere invoerheffing dan de huidige 50% op staal en een quotasysteem overeen te zijn gekomen. Dit was in tegenstelling tot wat president Trump zei.

Deze handelsdeal vermindert, maar elimineert niet de onzekerheid over het Amerikaanse handelsbeleid, dat de afgelopen maanden invloed heeft gehad op de activiteiten van consumenten en bedrijven. Inderdaad, als 2025 ons iets heeft geleerd dan is het dat het handelsbeleid van de VS wispelturig kan zijn en binnen een week kan worden teruggedraaid. Aan de ene kant verduidelijkt deze deal de verwachte invoerheffingen voor een reeks goederen aan de andere kant betekent het dat de EU geen vergeldingsmaatregelen zal nemen met bijbehorende inflatoire effecten en verstoring van supply chains. Het versterkt ook de relatieve positie van Europa. Eerder deze maand sloot de VS een deal met Japan, een concurrent van de EU voor uitvoer van auto's en machines naar de VS, voor hetzelfde tarief, en het Europese tarief blijft veel lager dan dat waarmee China wordt geconfronteerd. We blijven verwachten dat de economie van de eurozone zal vertragen in de komende kwartalen, te beginnen met een -0,2% k/k lezing in Q2, die komende woensdag wordt gepubliceerd. De groei vertraagt enerzijds ​​door het omgekeerde effect van 'frontloading', die in Q1 juist voor een opleving van de bbp-groei zorgde en anderzijds door de directe en indirecte impact via lagere wereldwijde handelsvolumes van Amerikaanse tarieven. De sterke binnenlandse vraag, geholpen door stijgende reële inkomens en renteverlagingen houdt de economie op een herstelpad. De vooruitzichten voor 2026 zijn beter. Overheidsinvesteringen in defensie en infrastructuur, met name in Duitsland, stimuleren de economische groei. We zullen onze prognoses herzien in het licht van deze handelsdeal en de tweede kwartaalcijfers en publiceren deze in de volgende Global Monthly.

De ongelijke handelsdeal lijkt grotendeels veroorzaakt te zijn door Europa's slechte hand. Een zwak economisch herstel de afgelopen jaren en de recente inflatiegolf betekenden dat nationale regeringen, vooral in Berlijn en Frankrijk, niet bereid waren economische pijn te lijden om een ​​beter resultaat te riskeren. Bovendien kan het moeilijk zijn geweest voor onderhandelaars om tussen de verschillende belangen van de lidstaten te navigeren. Ten slotte blijft de EU afhankelijk van de VS voor haar veiligheid, zowel qua militaire steun als voor militaire importen en blijft ze een netto-importeur van energie.

Het is daarom niet verrassend dat de aanvullende verplichtingen die de EU aanging liggen op de gebieden waar de EU niet zelfvoorzienend is. De EU heeft zich gecommiteerd aan $ 750 miljard aan energie-importen uit de VS over de komende 3 jaar. Von der Leyen verduidelijkte dat het voornamelijk LNG en nucleaire brandstoffen betreft. Een onhaalbaar bedrag, aangezien import van gas van buiten de EU rond de € 100 miljard in 2024 bedroegen. Bovendien heeft de EU zich gecommiteerd aan aanzienlijke bestellingen van defensiematerieel uit de VS en investeert ze € 600 miljard in de VS. Volgens verslaggeving van Bloomberg waren deze toezeggingen nodig om het belangrijke 15% tarief op farmaceutische producten veilig te stellen.

Toch blijft er op dit moment veel onduidelijk over de details en implicaties van de deal. Wat niet verrassend is, aangezien onderhandelingen over handelsdeals normaal gesproken maanden, zo niet jaren duren. Onzekerhheid blijft bestaan op gebieden als: hoe de EU denkt Amerikaanse bedrijven betere markttoegang te geven. Ten slotte is het onduidelijk hoe we Von der Leyens opmerkingen tijdens de persconferentie moeten interpreteren dat het handelsoverschot van de EU in goederen met de VS, dat vorig jaar bijna €200 miljard bereikte, in balans moet worden gebracht. Deze opmerking komt juist op een moment dat exportgeoriënteerde groeimodellen, met name in Duitsland, al onder druk staan ​​door andere factoren zoals verhoogde energieprijzen, een veranderend wereldhandelslandschap en structurele factoren zoals vergrijzing.